ICT-gebruik in huishoudens

5% van de Belgen is niet online

Huishoudens
5% van de Belgen is niet online

Het gebruik van internet is blijven stijgen in 2023: 95% van de Belgen tussen 16 en 74 jaar gebruikt internet tegenover 89% in 2018 en 82% in 2013. Dit blijkt uit de laatste resultaten van de enquête naar het ICT-gebruik bij huishoudens die Statbel, het Belgische statistiekbureau, jaarlijks organiseert. Van de resterende 5% had 2% ten minste drie maanden voor de enquête geen internet meer gebruikt en 3% had nog nooit internet gebruikt.

Bepaalde categorieën van de bevolking zijn duidelijk minder online dan andere. Zo maakt 16% van de 65-74-jarigen en 18% van de personen met langdurige gezondheidsproblemen geen gebruik van het internet of heeft dat in de drie maanden voor de enquête niet gedaan.

Het verdwijnen van de desktopcomputer

De smartphone is het apparaat bij uitstek voor internettoegang geworden: 92% van de internetgebruikers surft via hun smartphone of gsm. Quasi alle 16- tot 24-jarigen (99%) gebruiken een smartphone, maar het gebruik neemt af met de leeftijd: slechts 76% van de internetgebruikers tussen 65 en 74 jaar gebruikt het. De andere meest gebruikte apparaten zijn de laptop (69%) en de tablet (35%), die de vaste computer (desktop) van de troon hebben gestoten en nu slechts door 32% van de internetgebruikers wordt gebruikt.

E-commerce opnieuw gestegen

Het gebruik van e-commerce neemt weer toe. 65% van de Belgen heeft de afgelopen drie maanden goederen of diensten besteld via het internet, 2 procentpunt meer dan in 2022. Dit is nog steeds iets lager dan 2021 toen 66% van de bevolking online aankopen deed, maar is ruim boven de 55% in 2019.

We kopen steeds meer medicijnen online

Bijna een op de twee Belgen (45%) kocht in 2023 kleding, schoenen of accessoires online en een op de vijf bestelde online maaltijden om aan huis te leveren. Maar een categorie goederen die steeds populairder wordt, zijn medicijnen en voedingssupplementen: 18% van de Belgen bestelde dit online in 2023. Dit is een stijging van 3 procentpunt ten opzichte van vorig jaar en zet een duidelijke opwaartse trend voort.

Elektronische identificatie breidt zich uit

Ten slotte maakt 77% van de Belgen gebruik van geavanceerde elektronische identificatie, bijvoorbeeld via een elektronische identiteitskaart of de itsme-toepassing: zes op tien Belgen gebruiken dit voor contacten met de overheid en meer dan een derde voor diensten die aangeboden worden door bedrijven.

Doel en korte beschrijving

Het doel van de gegevensverzameling bij huishoudens en individuen is het opstellen van internationale vergelijkbare statistieken van nationale indicatoren rond de digitale kloof.

De enquête wordt bovendien gesubsidieerd door Eurostat, het Europees Bureau voor de Statistiek.

Onderzoeksveld

De enquête naar het ICT-gebruik bij huishoudens en individuen is als een speciale module 'ICT en Internet' gekoppeld aan de arbeidskrachtenenquête. Een willekeurig aangeduide persoon in het huishouden beantwoordt alle vragen, zowel uit het deel over de situatie in het huishouden als uit het deel over de situatie van de persoon in kwestie.

Dataverzamelingsmethode en eventuele steekproefomvang

Dataverzamelingsmethode

Voor de ICT-enquête bij huishoudens en individuen zijn er sinds 2009 twee methodes van gegevensverzameling: via een webapplicatie, en via een papieren formulier. Na het afnemen van de EAK-enquête bepaalt de enquêteur op basis van de verjaardagen welk gezinslid de vragen over het ICT-gebruik moet beantwoorden. De enquêteur overhandigt een papieren formulier met retouromslag en een document met instructies en toegangscodes voor de webapplicatie. Twee à drie weken na het bezoek van de enquêteur ontvangen huishoudens die nog niet geantwoord hebben een herinneringsbrief. Voor 2009 bevroeg de enquêteur de huishoudens mondeling aansluitend op de EAK-enquête.

Steekproeftrekking

De steekproef van de ICT-enquête bij huishoudens en individuen is gekoppeld aan de EAK-enquête. Alle huishoudens die deelnemen aan de EAK-enquêtes worden uitgenodigd om de vragen over het ICT-gebruik te beantwoorden.

Respons

De respons voor de ICT-enquête bedraagt 67% ten opzichte van de huishoudens die hebben deelgenomen aan de EAK enquête. Ten opzichte van de initiële brutosteekproef bedraagt de respons 45%.

Frequentie

De ICT-enquête wordt om het jaar georganiseerd.

Timing publicatie

De gegevens moeten tegen begin oktober naar Eurostat worden doorgestuurd. Voor het publiek zijn resultaten beschikbaar op het einde van het jaar.

Definities

Laaggeschoolden zijn die personen die maximaal een diploma hebben van het lager secundair onderwijs. Middengeschoolden zijn personen die een diploma behaald hebben van het hoger secundair onderwijs, maar geen diploma van het hoger onderwijs. Hooggeschoolden hebben een diploma van het hoger onderwijs.

Vragenlijst

Metadata