ICT-gebruik in huishoudens

Een derde van de 74-plussers is nog nooit online geweest

Huishoudens
Een derde van de 74-plussers is nog nooit online geweest

In 2024 werd het internetgebruik van senioren (75 tot 89 jaar) voor het eerst bestudeerd in het kader van de enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens die werd uitgevoerd door Statbel, het Belgische statistiekbureau. Hieruit blijkt dat 35% van de personen tussen 75 en 89 jaar nog nooit op het internet hebben gesurft. Nog eens 5% was meer dan drie maanden geleden voor het laatst online.

Dat betekent dat slechts 60% van de 75-89-jarigen internet gebruikten, tegenover 96% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar. En het verschil tussen mannen en vrouwen is nog duidelijker bij senioren: 69% van de mannen tussen 75 en 89 jaar maken gebruik van het internet, tegenover slechts 52% van de vrouwen, terwijl deze percentages schommelen tussen 97% voor mannen en 95% voor vrouwen in de rest van de bevolking.

Ook de online activiteiten verschillen. 46% van de senioren gebruikt het internet om online te bankieren, 34% gebruikt videoconferenties of internettelefonie, 25% gebruikt instant messaging en 19% gebruikt sociale netwerken, terwijl 16% e-commerce gebruikt.

E-commerce: aantal gebruikers stabiel, maar volume is gedaald

Het percentage van de bevolking tussen 16 en 74 jaar dat online koopt, blijft stabiel op 66%. De grote online uitgaven dalen echter, met 11% van de consumenten die meer dan 1000 € uitgaven in het laatste kwartaal, in vergelijking met 14% het jaar daarvoor.

Ecologie en ICT: wat doen we met onze ICT-apparaten als we ze niet meer gebruiken?

Aan het einde van hun levensduur wordt 55% van de oude telefoons (smartphones of mobiele telefoons) en 39% van de ongebruikte tablets thuis bewaard. 18% van de ongebruikte desktop computers blijft, ondanks dat ze veel meer ruimte innemen, ergens in huis staan.

Als we van zo'n apparaat af willen, komt het meestal terecht bij een inzamel- of recyclingcentrum voor elektronisch afval. Er werd echter toch een lichte daling van milieuvriendelijke afvalinzameling vastgesteld. In 2022 belandden slechts 12% van deze apparaten bij het gewone afval, tegenover 16% dit jaar.

Verbonden objecten worden mainstream

Het gebruik van met internet verbonden apparaten is in vier jaar tijd bijna verdubbeld. Het gebruik van toepassingen voor energiebeheer is gestegen van 10% in 2020 naar 18% in 2024, en apparaten voor beveiligingsvoorzieningen van 12% naar 17%. Virtuele assistenten worden voortaan door 12% van de huishoudens gebruikt.

Doel en korte beschrijving

Het doel van de gegevensverzameling bij huishoudens en individuen is het opstellen van internationale vergelijkbare statistieken van nationale indicatoren rond de digitale kloof.

De enquête wordt bovendien gesubsidieerd door Eurostat, het Europees Bureau voor de Statistiek.

Onderzoeksveld

De enquête naar het ICT-gebruik bij huishoudens en individuen is als een speciale module 'ICT en Internet' gekoppeld aan de arbeidskrachtenenquête. Een willekeurig aangeduide persoon in het huishouden beantwoordt alle vragen, zowel uit het deel over de situatie in het huishouden als uit het deel over de situatie van de persoon in kwestie.

Dataverzamelingsmethode en eventuele steekproefomvang

Dataverzamelingsmethode

Voor de ICT-enquête bij huishoudens en individuen zijn er sinds 2009 twee methodes van gegevensverzameling: via een webapplicatie, en via een papieren formulier. Na het afnemen van de EAK-enquête bepaalt de enquêteur op basis van de verjaardagen welk gezinslid de vragen over het ICT-gebruik moet beantwoorden. De enquêteur overhandigt een papieren formulier met retouromslag en een document met instructies en toegangscodes voor de webapplicatie. Twee à drie weken na het bezoek van de enquêteur ontvangen huishoudens die nog niet geantwoord hebben een herinneringsbrief. Voor 2009 bevroeg de enquêteur de huishoudens mondeling aansluitend op de EAK-enquête.

Steekproeftrekking

De steekproef van de ICT-enquête bij huishoudens en individuen is gekoppeld aan de EAK-enquête. Alle huishoudens die deelnemen aan de EAK-enquêtes worden uitgenodigd om de vragen over het ICT-gebruik te beantwoorden.

Respons

De respons voor de ICT-enquête bedraagt 67% ten opzichte van de huishoudens die hebben deelgenomen aan de EAK enquête. Ten opzichte van de initiële brutosteekproef bedraagt de respons 45%.

Frequentie

De ICT-enquête wordt om het jaar georganiseerd.

Timing publicatie

De gegevens moeten tegen begin oktober naar Eurostat worden doorgestuurd. Voor het publiek zijn resultaten beschikbaar op het einde van het jaar.

Definities

Laaggeschoolden zijn die personen die maximaal een diploma hebben van het lager secundair onderwijs. Middengeschoolden zijn personen die een diploma behaald hebben van het hoger secundair onderwijs, maar geen diploma van het hoger onderwijs. Hooggeschoolden hebben een diploma van het hoger onderwijs.

Vragenlijst

Metadata