Huishoudens

België telt 1,8 miljoen eenpersoonshuishoudens in 2023

Bevolking
België telt 1,8 miljoen eenpersoonshuishoudens in 2023

Op 1 januari 2023 telde België 5,1 miljoen particuliere huishoudens, waarvan 1,8 miljoen eenpersoonshuishoudens. Dat blijkt uit de nieuwe resultaten van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Dit is meer dan een derde (36%) van de particuliere huishoudens. Gehuwde koppels met of zonder kinderen waren goed voor 37%. Het aandeel van ongehuwde koppels met of zonder kinderen is 15%. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het gewest met het grootste aandeel eenpersoonshuishoudens (47%).

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is met 47,1% het gewest met de meeste eenpersoonshuishoudens

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 270.891 eenpersoonshuishoudens, goed voor 47,1%, of bijna de helft van alle huishoudens. Dit aandeel bedraagt 37,2% in het Waals Gewest, 33,1% in het Vlaams Gewest en 35,9% in België.

In vergelijking met de andere gewesten heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 8,8% het kleinste aandeel gehuwde koppels zonder kinderen. Dit aandeel bedraagt 15,6% voor het Waals Gewest, 21,8% voor het Vlaams Gewest en 18,4% voor België.

Met 20,3% is Vlaanderen het gewest met het grootste aandeel gehuwde koppels met kinderen, gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 17,9% en het Waals Gewest met 16,8%. Het cijfer voor België is 18,9%.

Met 12,2% komen eenoudergezinnen vaker voor in het Waals Gewest. De percentages bedragen 11,6% voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8,3% voor het Vlaams Gewest. Dit type huishouden is goed voor 9,9% in België.

Toename van de ongehuwde koppels met of zonder kinderen in België

Tussen 2013 en 2023 steeg het aantal huishoudens in België met 7,4%. Ongehuwde koppels met kind(eren) namen met 38,5% toe en die zonder kinderen met 32,5%. Andere typen huishoudens stegen ook (+31,3%), net als eenpersoonshuishoudens (+13,4%) en eenoudergezinnen (+9,0%). Gehuwde koppels met kind(eren) daalden met 10,5% en koppels zonder kinderen met 1,9%.

De toename van het aantal huishoudens was het sterkst in het Vlaams Gewest (+8,7%). Deze toename bedroeg 5,8% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 5,6% in het Waals Gewest.

 

Ongehuwde koppels met kinderen stegen met 39,5% in Wallonië, gevolgd door Vlaanderen (+38,0%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+36,8%).

 

De stijging van het aantal ongehuwde koppels zonder kinderen was het sterkst in het Waals Gewest (+33,2%), gevolgd door Vlaanderen (+32,2%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+31,9%).

Andere typen huishoudens namen toe in alle gewesten, zowel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+40,7%) als Vlaanderen (+36%) en Wallonië (+17,9%).

Eenpersoonshuishoudens stegen met 17,1% in het Vlaams Gewest, gevolgd door het Waals Gewest (+11,7%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+4,8%).

Het Vlaams Gewest kende de grootste stijging van het aantal eenoudergezinnen (+10,7%), gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+10,3%) en het Waals Gewest (+6,7%).

Gehuwde koppels zonder kinderen daalden het sterkst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-15,3%), gevolgd door het Waals Gewest (-6%). In het Vlaams Gewest was er sprake van een toename van 1,1%.

De daling van het aantal gehuwde koppels met kind(eren) was het grootst in het Waals Gewest (-15,2%), gevolgd door het Vlaams Gewest (-9,8%), terwijl hun aantal stagneerde in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Dashboard
Content

Doel en korte beschrijving

Individueel demografische gedrag kan moeilijk los gezien worden van de context van het huishouden waarbinnen dit plaatsvindt. Om relevante statistieken over huishoudens te produceren moeten de huishoudens zowel geïdentificeerd, als getypeerd worden. Dit gebeurt met behulp van een algoritme.

De statistiek van de huishoudens bevat het aantal huishoudens in België volgens het type huishouden. Daarnaast wordt ook de positie van alle leden binnen het huishouden bepaald. Een huishouden wordt gedefinieerd als mensen die gewoonlijk eenzelfde woonplaats delen en er samenleven. Een huishouden kan dus bestaan uit één persoon die gewoonlijk alleen woont, ofwel uit twee of meerdere personen die al dan niet door een familieband verbonden zijn. Cruciaal voor deze statistiek is het concept van de referentiepersoon, deze is noodzakelijke om alle leden binnen het huishouden te situeren volgens de familieband ten opzichte van deze persoon. De persoon die wordt aangeduid als de referentiepersoon is in theorie diegene die alle huishoudenszaken beheert en/of ze verzekert. In de realiteit gaat het om de persoon die het gezin vertegenwoordigt voor de administratieve zaken, in de meerderheid van de gevallen betreft het een volwassen man.

Deze statistiek betreft de huishoudens gevormd door de residentiële bevolking, zoals ingeschreven in het Rijksregister van natuurlijke personen (RRNP), at dato 1 januari van de betreffende referentieperiode. De Belgische bevolking omvat Belgen en niet-Belgen toegelaten of gemachtigd om zich te vestigen of om te verblijven op het grondgebied, maar omvat niet de niet-Belgen die minder dan 3 maanden op het grondgebied verblijven, de asielzoekers en de niet-Belgen in onregelmatige situatie.

De kenmerken van de bevolking zijn beschikbaar in het RRNP dat wordt beheerd door de FOD binnenlandse zaken. Het RRNP is een informatiesysteem en verzekert de registratie, de opslag en de communicatie van de identificatiegegevens van personen. Deze gegevens worden verzameld door de gemeenten (en de dienst vreemdelingenzaken voor bepaalde categorieën). De informatie in het rijksregister is georganiseerd in ‘informatietypes (IT)’, zijnde de verschillende onderdelen van de wettelijke informatiegegevens. Statbel ontvangt jaarlijks bepaalde ITs uit het rijksregister om te kunnen voldoen aan zijn statistische missie. Statbel heeft namelijk als jaarlijkse opdracht om de wettelijke bevolking te bepalen. In datzelfde proces identificeert ze ook de huishoudens en bepaalt ze het type ervan volgens een vast algoritme. Bij het identificeren van de huishoudens zijn de volgende ITs van belang: IT141 met hierin de referentiepersoon voor elk lid van het huishouden en IT140 waarin voor elke referentiepersoon de leden van het huishouden worden opgegeven. Daarnaast speelt ook IT020, die het adres bevat, een rol. Tot slot zijn ook de leeftijd en het geslacht van belang, dewelke terug te vinden zijn in IT101 en IT000.

Populatie

Deze statistiek betreft de huishoudens gevormd door de residentiële bevolking, zoals ingeschreven in het Rijksregister van natuurlijke personen (RRNP), at dato 1 januari van de betreffende referentieperiode.

Databank

Het Rijksregister van de natuurlijke personen. Bij het identificeren van de huishoudens zijn de volgende ITs van belang: IT141 met hierin de referentiepersoon voor elk lid van het huishouden en IT140 waarin voor elke referentiepersoon de leden van het huishouden worden opgegeven. Daarnaast speelt ook IT020, die het adres bevat, een rol. Tot slot zijn ook de leeftijd en het geslacht van belang, dewelke terug te vinden zijn in IT101 en IT000.

Frequentie

Jaarlijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar 6 maanden na de referentieperiode voor definitieve jaarcijfers.

Définities

Huishoudens : Een huishouden wordt gedefinieerd als mensen die gewoonlijk eenzelfde woonplaats delen en er samenleven. Een huishouden kan dus bestaan uit één persoon die gewoonlijk alleen woont, ofwel uit twee of meerdere personen die al dan niet door een familieband verbonden zijn. Cruciaal voor deze statistiek is het concept van de referentiepersoon, deze is noodzakelijke om alle leden binnen het huishouden te situeren volgens de familieband ten opzichte van deze persoon. De persoon die wordt aangeduid als de referentiepersoon is in theorie diegene die alle huishoudenszaken beheert en/of ze verzekert. In de realiteit gaat het om de persoon die het gezin vertegenwoordigt voor de administratieve zaken, in de meerderheid van de gevallen betreft het een volwassen man.

Woonplaats : de gemeente van de hoofdverblijfplaats is beschikbaar in de IT001, het eigenlijke adres van de hoofdverblijfplaats (postcode, straatcode, huisnummer en busnummer) is beschikbaar in IT020. De hoofdverblijfplaats wordt door het RRNP als volgt gedefinieerd: de plaats waar de leden van een huishouden dat uit verscheidene personen is samengesteld gewoonlijk leven, ongeacht of die personen al dan niet door verwantschap verbonden zijn, of de plaats waar een alleenstaande gewoonlijk leeft.

Particuliere huishoudens : Alle huishoudens die niet collectief zijn, zijn private huishoudens.

Collectieve huishoudens : De bepaling van het ‘gemeenschappelijk’ of ‘collectief karakter’ van een woning is een exclusieve gewestelijke bevoegdheid. Deze informatie is opgenomen in IT141 van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Voorbeelden van collectieve huishoudens: religieuze gemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- en werkliedenhuizen, ziekenhuizen en gevangenissen

Metadata