Aantal zomerreizen weer op peil van voor Covid

Deze zomer maakten de Belgen evenveel reizen als in 2019.
Nationale bestemmingen blijven in opmars maar ook meer dan 800.000 reizen naar een bestemming buiten Europa.
Tijdens het 3e kwartaal 2022 ondernamen Belgen bijna 9 miljoen reizen, bijna evenveel als in de zomer van 2019.
We reisden bijna 6% meer in het 3e kwartaal 2022 in vergelijking met het gemiddelde van de 3e kwartalen van de jaren 2016 tot 2019. Het aantal reizen binnen België is zelfs 26% hoger dan dit gemiddelde.
Het aantal reizen naar het buitenland is ook licht gestegen (+1,2%), maar vertegenwoordigt slechts nog 77% van de reizen in het 3e kwartaal tegenover 80% tussen 2016 en 2019.
Belgen hebben de smaak van lange reizen opnieuw te pakken aangezien ze meer dan 800.000 reizen buiten Europa hebben gemaakt, 12% meer dan in 2016-2019.
Een op drie ‘Belgische’ reizen is naar de kust
36% van de reizen binnen België hadden de kust als bestemming[1], 27% de Ardennen [2] en 12% de kunststeden [3] waar het aantal bezoekers echter met 61% toenam in vergelijking met de 3e kwartalen van 2016-2019. De stijging is in verschillende mate aanwezig voor de Ardennen (+39%) en de kust (+5%).
Meer zakenreizen dan voor Covid-19
Hoewel het aantal zakenreizen nog steeds lager was begin 2022, herstelde dit aantal zich en werd er een stijging van 13% opgetekend ten opzichte van de derde kwartalen van 2016-2019.
[1] Alle kustgemeenten behalve Brugge
[2] Brede of toeristische definitie: Ardennen, Condroz, Fagne en Famenne, land van Herve, Gaume en land van Aarlen
[3] Brussel, Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Mechelen, Luik, Namen, Charleroi en Bergen
Aantal reizen volgens verblijfsduur en motief, 2021 (in duizenden)
Bestemming | Reis van 1 tot en met 3 nachten | Reis van 4 nachten en meer | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vakantie | Zaken-toerisme | Totaal | Vakantie | Zaken-toerisme | Totaal | |
Algemeen totaal | 6.500 | 350 | 6.850 | 8.400 | 260 | 8.660 |
Europese Unie | 6.420 | 340 | 6.760 | 7.520 | 190 | 7.710 |
België | 4.460 | 130 | 4.600 | 2.280 | 30 | 2.310 |
Frankrijk | 880 | 80 | 950 | 2.240 | 70 | 2.310 |
Nederland | 550 | 30 | 580 | 240 | 20 | 260 |
Duitsland | 260 | 10 | 270 | 230 | 10 | 240 |
Spanje | 80 | 10 | 80 | 870 | 10 | 880 |
Italië | 80 | 10 | 90 | 540 | - | 550 |
Andere EU | 120 | 60 | 190 | 1.100 | 40 | 1.150 |
Andere europese landen | 50 | 10 | 50 | 270 | 10 | 280 |
Afrika | 10 | - | 10 | 210 | 10 | 220 |
Noord-Amerika | - | - | - | 40 | 10 | 40 |
Zuid-Amerika | - | - | - | 60 | 10 | 70 |
Azië + Oceanië | 20 | - | 20 | 300 | 30 | 330 |
Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) |
Doel en korte beschrijving
In ons leven wordt reizen steeds belangrijker, of het nu gaat om een binnenlandse dan wel buitenlandse trip, voor zaken of voor het plezier. Enkele tabellen presenteren de belangrijkste resultaten van een enquête naar het reisgedrag van de Belgen. De reisgewoonten worden sedert 1997 gevolgd via een doorlopende driemaandelijkse enquête bij de gezinnen. U vindt er gegevens over de duur en de reden van de reis, de bestemming, het logiestype, het gebruikte vervoermiddel en de manier waarop de reis georganiseerd werd. Ook de herkomst van de reiziger wordt nagegaan
Populatie
Inwoners in België
Dataverzamelingsmethode en eventuele steekproefomvang
Enquête-techniek gebaseerd op het gebruik van vragenlijsten op papier
Frequentie
Jaarlijks.
Timing publicatie
Resultaten beschikbaar 6 maanden na de referentieperiode
Definities
Aantal reizen : Reizen van inwoners met ten minste een overnachting. Vanaf 2014 ook de daguitstappen.
Duur van de reis : De duur van de reis wordt afgemeten aan het aantal overnachtingen.
Doel van de reis : Er is slechts één hoofddoel van de reis, zonder welk de reis niet zou zijn ondernomen. De richtlijn onderscheidt twee hoofdredenen waarom een reis wordt ondernomen: i) zakelijke en professionele redenen, ii) vakantie, recreatie en vrijetijdsbesteding. Vakanties waarbij familie en vrienden worden bezocht, vallen onder punt ii).
Reiziger ; Individu die reist tijdens de studie periode
Laaggeschoolden zijn die personen die maximaal een diploma hebben van het lager secundair onderwijs. Middengeschoolden zijn personen die een diploma behaald hebben van het hoger secundair onderwijs, maar geen diploma van het hoger onderwijs. Hooggeschoolden hebben een diploma van het hoger onderwijs.