Beroepen in België

Bijna 240.000 schoonmakers in België

Werk & Opleiding
Bijna 240.000 schoonmakers in België

Bijna 240.000 personen werken als schoonmaker in België, in particuliere huishoudens of in hotels en kantoren. Kijken we naar de specifieke beroepscategorieën, dan is administratief medewerker het meest voorkomende beroep in 2024, zowel bij mannen als bij vrouwen. Vrouwen vinden we daarnaast het vaakst in meer verzorgende beroepen, zoals in het kleuteronderwijs of kinderdagverblijven en in de thuiszorg. Bij de technische beroepen zijn mannen meer vertegenwoordigd: ze zijn vaker aan de slag als metselaar, loodgieter of elektricien. Dat blijkt uit nieuwe resultaten van Statbel, het Belgische statistiekbureau.

De typische vrouwenberoepen zijn onder andere:

  • Onderwijzers in het kleuteronderwijs
  • Verzorgenden thuiszorg
  • Huishoudelijke hulpen en schoonmakers in particuliere huishoudens
  • Verzorgend personeel in kinderdagverblijven, crèches en onthaalmoeders
  • Medisch secretaressen

De typische mannenberoepen zijn onder andere:

  • Metselaars
  • Lassers en snijders
  • Loodgieters
  • Elektriciens (in gebouwen en dergelijke)
  • Vrachtwagenchauffeurs
  • Monteurs en reparateurs van industriële en landbouwmachines
  • Dakdekkers
  • Monteurs en reparateurs van motorvoertuigen
  • Timmerlui en schrijnwerkers

Opmerkelijk is dat het bij de mannenberoepen allemaal eerder technische beroepen zijn, terwijl de vrouwenberoepen vooral verzorgende beroepen zijn.

In 2024 hebben we een aantal grondige kwaliteitscontroles gedaan voor een aantal beroepencodes) waardoor verschillende cijfers van vóór 2024 niet helemaal vergelijkbaar zijn met de cijfers van 2024. (Nota)

In een uitgebreide nota gaat Statbel verder in op de kwaliteitsverbetering bij het coderen van de beroepen

Vrouwenberoepen en mannenberoepen
Content
Aandeel vrouwen t.o.v. alle werkenden, in % van het totaal 2024 Aandeel mannen t.o.v. alle werkenden, in % van het totaal 2024
Vrouwen - alle beroepen 47,0% Mannen - alle beroepen 53,0%
Schoonheidsspecialisten en dergelijke 98,8% Metselaars en dergelijke >99%
Vroedvrouwen 97,4% Installateurs van toestellen voor klimaatregeling en koeltechniek >99%
Onderwijzers in het kleuteronderwijs 97,2% Installateurs van elektrische apparatuur >99%
Audiologen en logopedisten 96,6% Bedieners van metaalbewerkings- en metaalverwerkingsinstallaties >99%
Verzorgenden thuiszorg 96,5% Bedieners van grondverzetmachines en dergelijke >99%
Huishoudelijke hulpen en schoonmakers in particuliere huishoudens 93,8% Lassers en snijders >99%
Verzorgend personeel in kinderdagverblijven, crèches en dergelijke en onthaalmoeders 93,4% Loodgieters >99%
Medisch secretaressen 91,4% Elektriciens (in gebouwen en dergelijke) >99%
Verzorgenden in ziekenhuizen, verpleeginstellingen en dergelijke instellingen 90,0% Vloerleggers en tegelzetters 98,9%
Secretariaatsmedewerkers, algemeen 88,8% Vrachtwagenchauffeurs 98,5%
Verpleegkundigen 86,6% Dakdekkers 98,5%
Specialisten op het gebied van de gezondheidszorg, niet elders geclassificeerd 85,4% Monteurs en reparateurs van industriële en landbouwmachines 98,5%
Onderwijzers in het lager onderwijs 84,5% Instellers en bedieners van metaalbewerkingsmachines en -gereedschapswerktuigen 98,5%
Verpleegkundig kaderpersoneel 84,3% Betonwerkers 98,5%
Onderwijsassistenten 84,1% Installateurs en onderhoudsmonteurs op het gebied van elektronica 98,4%
Bureausecretaressen en directieassistenten 83,7% Monteurs en reparateurs van motorvoertuigen 98,3%
Psychologen 83,5% Timmerlui en schrijnwerkers 98,2%
Schoonmakers in hotels, kantoren en dergelijke accomodatie 81,0% Radio- en televisietechnici en audiovisueel technici 98,2%
Reisbegeleiders en stewards 78,2% Kraandrijvers en bedieners van takels en dergelijke 98,1%
Arbeidsbemiddelaars en uitzendbureaumedewerkers 78,2% Plaatwerkers 97,3%

Enquête naar de arbeidskrachten (EAK)

Doel en korte beschrijving

De steekproefenquête naar de arbeidskrachten is een enquête bij particuliere huishoudens, die over het hele jaar wordt gehouden. Ze is gebaseerd op de antwoorden van bijna 123.000 personen (respondenten) op actieve leeftijd (15 jaar en ouder).

Haar voornaamste doelstelling is de populatie op actieve leeftijd (vanaf 15 jaar) op te delen in drie groepen (nl. werkende personen, werklozen en niet-actieve personen), en over elk van deze categorieën beschrijvende en verklarende gegevens te verstrekken. Deze enquête wordt ook in de andere EU-lidstaten uitgevoerd en wordt gecoördineerd door de statistische dienst van de Europese Unie, EUROSTAT. In België wordt de EAK georganiseerd door Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium). De bedoeling is informatie te vergaren die op Europees vlak vergelijkbaar is, o.m. inzake werkgelegenheids- en werkloosheidscijfers overeenkomstig de definities van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), en daarnaast gegevens te verzamelen en te verspreiden die elders niet verkregen kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn mobiliteit van de werknemers, motivatie voor deeltijds werken, de verschillende vormen van tijdelijke arbeid, beroep, onderwijsniveau van de bevolking op beroepsactieve leeftijd,…

Populatie

Leden van privé-huishoudens van 15 jaar oud of meer

Basis van de steekproef

Demografische gegevens van het Rijksregister

Dataverzamelingsmethode en eventuele steekproefomvang

De informatie wordt voor de eerste bevraging verzameld via face to face interviews. Sinds 2017 volgen daarna nog drie kortere opvolgbevragingen die via het web of telefonisch gebeuren.

Gezinnen die uitsluitend bestaan uit inactieve personen ouder dan 64 jaar mogen ook telefonisch worden bevraagd.

Jaarlijks worden in België ongeveer 47.000 huishoudens aangeschreven om aan deze enquête deel te nemen.

Respons

De respons bedraagt + 75%.

Frequentie

Driemaandelijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar +/- 3 maanden na de referentieperiode

Formulieren

Definities

Werklozen (IAB): Volgens de criteria van het Internationaal Arbeidsbureau, behoren tot de werklozen alle personen van 15 jaar en ouder die: (a) tijdens de referentieweek zonder werk waren (b) voor werk beschikbaar waren, d.w.z. voor werk in loondienst of als zelfstandige beschikbaar waren binnen twee weken na de referentieweek (c) actief werk zochten, d.w.z. gedurende de laatste vier weken met inbegrip van de referentieweek gerichte stappen hadden ondernomen om werk in loondienst of als zelfstandige te zoeken, of die werk hadden gevonden en binnen ten hoogste drie maanden zouden beginnen te werken.

Personen met een betrekking (IAB): Personen met een betrekking zijn alle personen van 15 jaar en ouder die gedurende de referentieweek minstens één uur werk verrichtten voor loon of salaris of voor winst, of die een baan hadden maar tijdelijk afwezig waren. Daar horen ook de meewerkende familieleden bij. De personen met een betrekking worden onderverdeeld in drie groepen volgens hun beroepssituatie:

Loontrekkenden: Loontrekkenden zijn alle personen van 15 jaar of ouder die tijdens de referentieweek minstens één uur werk verrichtten (met of zonder formeel contract) voor loon of salaris, of die tijdelijk niet op het werk aanwezig waren (omwille van ziekte, zwangerschapsverlof, vakantie, sociaal conflict, weersomstandigheden of andere redenen) en die een formele band met hun baan hebben.

Niet-loontrekkenden: Niet-loontrekkenden zijn alle personen die niet in dienst werken van een werkgever en die gedurende de referentieweek minstens één uur werk verrichtten voor winst of die tijdens de referentieweek tijdelijk afwezig waren. Hierbij horen de zelfstandigen (zonder personeel) en werkgevers (met personeel) en de niet-vergoede helpers.

Beroepsbevolking: De beroepsbevolking of de actieve bevolking (15 jaar en meer) bestaat uit de personen met een betrekking (werkende personen) en de werklozen.

Werkloosheidsgraad: De werkloosheidsgraad geeft het percentage werklozen in de beroepsbevolking (werkenden + werklozen) van 15 tot 64 jaar weer.

Werkgelegenheidsgraad: De werkgelegenheidsgraad geeft het percentage werkende personen in een bepaalde leeftijdsgroep (15-64 jaar, 20-64 jaar,…) weer.

Activiteitsgraad: De activiteitsgraad geeft het percentage beroepsbevolking (werkende personen en werklozen) in de bevolking van 15 tot en met 64 jaar weer.

Onderwijsniveau (3 klassen): Laaggeschoolden zijn die personen die maximaal een diploma hebben van het lager secundair onderwijs. Middengeschoolden zijn personen die een diploma behaald hebben van het hoger secundair onderwijs, maar geen diploma van het hoger onderwijs. Hooggeschoolden hebben een diploma van het hoger onderwijs.

Metadata

Methodologie enquêtes

Wetgeving