Structurele ondernemingsstatistieken van 2022: 95,9% van de Belgische bedrijven zijn micro-ondernemingen.
95,9% van de Belgische bedrijven zijn micro-ondernemingen, met minder dan 10 werknemers, maar ze stellen 34,2% van de werknemers te werk. Grote bedrijven (250 of meer werknemers) zijn daarentegen, hoewel ze slechts 0,1% van de bedrijven vertegenwoordigen, goed voor 34,9% van de totale werkgelegenheid. Dat blijkt uit de resultaten van de Enquête naar de Structuur van de ondernemingen voor 2022 die Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert. Deze resultaten geven een gedetailleerd overzicht van de niet-financiële marktgerichte economie in België, meer bepaald de industrie, bouw, handel en diverse diensten.
In 2022 telde de niet-financiële marktgerichte economie in België 750.852 bedrijven, die een groot deel van de economie buiten de landbouw-, financiële en niet-marktgerichte sectoren vertegenwoordigen, en waren er 3.059.668 mensen tewerkgesteld in deze bedrijven.
De gegevens laten een significante uitsplitsing tussen de sectoren zien
- 58% van de ondernemingen is actief in de dienstensector, waar 50% van de werknemers tewerkgesteld is.
- De bouwsector is goed voor 19% van de ondernemingen en biedt werk aan 11% van de arbeidskrachten.
- De handel is goed voor 20% van de banen, terwijl de industrie, die 6% van de ondernemingen vertegenwoordigt, gemiddeld 12,8 mensen per onderneming tewerkstelt, de hoogste verhouding onder de sectoren.
Economische prestaties per sector
Financiële indicatoren van ondernemingen voor 2022 laten significante verschillen zien tussen sectoren in termen van omzet, toegevoegde waarde en bruto exploitatieoverschot:
- De handel heeft de hoogste omzet- en inkoopcijfers, met respectievelijk €610 miljard aan omzet en €555 miljard aan inkoop.
- De dienstensector is koploper wat betreft toegevoegde waarde (115 miljard euro) en personeelskosten (58 miljard euro).
- Het bruto exploitatieoverschot is met 57 miljard euro ook het hoogst in de dienstensector.
Indicatoren van productiviteit
Uit een analyse van de indicatoren van productiviteit blijkt dat:
- De omzet per werknemer is het hoogst in de handel (995.000 euro) en de industrie (778.000 euro).
- De toegevoegde waarde per werknemer is het hoogst in de industrie (153.000 euro), gevolgd door de handel (99.000 euro) en de dienstensector (75.000 euro).
Deze gedetailleerde statistieken geven een duidelijk overzicht van de structuur en de economische prestaties van de Belgische bedrijven in 2022. De volledige gegevens en dynamische tabellen zijn ook terug te vinden op de website van Statbel:
Structurele ondernemingsstatistieken van 2022: Een overzicht van de Belgische economie
De jaarlijkse statistieken over de structuur van ondernemingen voor het jaar 2022 geven een gedetailleerd overzicht van de niet-financiële marktgerichte economie in België. Deze gegevens, die de industrie, de bouw, de handel en diverse diensten omvatten, zijn van cruciaal belang voor het bepalen van het Belgische en Europese economische beleid en voor het ondersteunen van onderzoek en bedrijven bij hun marktanalyse.
Dit zijn enkele van de mogelijkheden die deze statistieken bieden:
- Raadpleging van financiële informatie zoals de omzet, aankopen en investeringen.
- Analyse van de performantie, productiviteit en winstgevendheid van de ondernemingen.
- Studie van overdrachten tussen economische sectoren en nationale specialisaties.
De gegevens verzameld bij een steekproef van ondernemingen worden nadien geëxtrapoleerd naar de volledige populatie van Belgische ondernemingen. Ze zijn ongeveer 21 maanden na het einde van het referentiejaar beschikbaar en kunnen in meer detail worden bekeken op onze website met behulp van dynamische tabellen.
Voor meer informatie en om de volledige statistieken voor 2022 te raadplegen, zie de analyse van de Structuur van de ondernemingen 2022.
Deze publicatie markeert het vijfde jaar van de structurele enquête op basis van de nieuwe definitie van de ondernemingen, die accurate en actuele gegevens verschaft voor een beter begrip van de Belgische economie.
Doel en korte beschrijving
Sinds 1996 voert Statbel jaarlijks een enquête uit naar de structuur van de ondernemingen. Daarbij wordt informatie ingezameld over de activiteit, de werkgelegenheid, de opbrengsten, de kosten en de investeringen van het voorgaande boekjaar - dat overigens niet noodzakelijk hoeft samen te vallen met het kalenderjaar.
De aldus ingewonnen informatie laat toe om op Europees niveau vergelijkbare, volledige en betrouwbare statistieken over de structuur van de ondernemingen op te maken. Deze statistieken zijn onmisbaar voor het uitstippelen van het economische beleid, zowel op Europees, nationaal als gewestelijk vlak. Anderzijds kan een onderneming met deze statistische gegevens haar eigen positie binnen de ganse bedrijfstak beter inschatten.
Voor de overheidsinstellingen die in het kader van het Instituut voor de Nationale Rekeningen met Statbel geassocieerd zijn, met name de Nationale Bank van België (NBB) en het Federaal Planbureau (FPB), dient dit gegevensmateriaal als basis voor het opstellen van de nationale en regionale rekeningen en van de input-outputtabellen overeenkomstig het Europees Systeem van Rekeningen..
Populatie
Ondernemingen behorende tot secties B tot N (met uitzondering van sectie K) en afdeling 95
Frequentie
Jaarlijks.
Timing publicatie
Resultaten beschikbaar 18 maanden na de referentieperiode
Definities
Omzet: de omzet omvat alle bedragen (exclusief BTW) die overeenkomen met de verkoop door de BTW-plichtige van goederen en diensten aan derden in België of in het buitenland. Bovendien omvat de omzet alle andere kosten (vervoer, verpakking enz.) die aan de klant worden doorberekend, ook al worden ze apart in rekening gebracht. Kortingen, rabatten en disconto's moeten in mindering worden gebracht, evenals de waarde van teruggekomen producten (via creditnota’s). Inkomen dat als overige bedrijfsopbrengsten, financieel inkomen of uitzonderlijke opbrengsten in de bedrijfsrekeningen voorkomt, wordt niet tot de omzet gerekend.
Personeelskosten: deze variabele komt overeen met de boekhoudrubriek personeelskosten en behelst de totaliteit van de kosten verbonden aan het bezoldigd personeel van de onderneming. Dit omvat de door de onderneming uitbetaalde lonen, sociale premies en pensioenen.
Investeringen; investeringen zijn de uitgaven (exclusief BTW) door de BTW-plichtige voor de verwerving van goederen en diensten die een bedrijfsmiddel uitmaken. Het gaat dus om oprichtingskosten, immateriële vaste activa, terreinen en gebouwen, installaties, machines en uitrusting, meubilair en rollend materieel, vaste activa in leasing en overige vaste activa. De lonen van het personeel (dat b.v. zou worden ingezet om een gebouw op te trekken of te verbouwen) en andere sociale lasten en de aankopen van andere diensten, werk en studies (b.v. ereloon architect) behoren dus niet tot de investeringen.
NUTS : Opdeling in regio’s en provincies
Toegevoegde waarde : De toegevoegde waarde is het verschil tussen de omzet en de aankopen.
Aankoop van goederen en diensten : De “aankopen” zijn de waarde van alle goederen en diensten, aangekocht met het oog op doorverkoop of gebruik in het productieproces.
Werkzame personen : Aantal werknemers plus het aantal niet op de loonlijst voorkomende werkzame personen.