Foeto-infantiele sterfte

Foeto-infantiele sterfte bij 888 geboorten in 2022

Bevolking
Foeto-infantiele sterfte bij 888 geboorten in 2022

In 2022 stierven 888 baby’s in de baarmoeder of tijdens het eerste levensjaar. In 2000 ging het nog om 1.048 baby’s, of een daling van 15%. Dat blijkt uit de laatste cijfers van Statbel over foeto-infantiele sterfte, die zijn samengesteld op basis van de aangifteformulieren van overlijdens van zuigelingen jonger dan één jaar of doodgeborenen.

Terwijl het zuigelingensterftecijfer in 10 jaar tijd met meer dan 20% is gedaald, vertoont het doodgeboortecijfer een meer fluctuerende trend en is het iets hoger dan in 2012. Sommige van deze opwaartse schommelingen zouden kunnen verband houden met een betere telling van het aantal gevallen en bijgevolg met een hogere kwaliteit van de statistiek.

Zuigelingensterfte

In 2022 registreerde België 333 sterfgevallen van zuigelingen tijdens hun eerste levensjaar. In absolute termen is dit het laagste cijfer sinds het begin van de statistische gegevens. De zuigelingensterfte blijft echter ongewijzigd ten opzichte van 2021, met 2,9 sterfgevallen van zuigelingen jonger dan één jaar per 1.000 levendgeborenen. Op gewestelijk niveau is de zuigelingensterfte iets lager in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2,7‰) en in Vlaanderen (2,8‰) dan in Wallonië (3,2‰).

Doodgeboorten

In 2022 werden 555 zuigelingen dood geboren. Het doodgeboortecijfer, d.w.z. het aantal doodgeboorten per 1.000 geboorten (zowel levendgeborenen als doodgeborenen), bedroeg 4,8‰ in 2022. Er zijn iets minder dan 5 sterfgevallen van foetussen per 1.000 geboorten. Het doodgeboortecijfer is iets hoger in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (6,5‰) dan in de andere twee gewesten (5,5‰ in Wallonië en 4,1‰ in Vlaanderen).[i]

Sterfgevallen komen vaker voor bij jongens en op jonge leeftijd

Zuigelingensterfte komt onveranderlijk vaker voor bij baby’s van het mannelijke geslacht. Het zuigelingensterftecijfer bij jongens bedroeg 56,4% in 2022. Dit verschilt niet veel van de cijfers van de afgelopen jaren, hoewel dit aandeel in 2016 meer dan 60% bedroeg. De meeste doodgeborenen zijn jongens, maar in mindere mate (50,8% in 2022) dan in de meeste andere jaren.

De gemiddelde levensduur van een kind dat sterft voor zijn of haar eerste verjaardag is 51,3 dagen. In meer dan één op de vijf gevallen vond het overlijden plaats tijdens de eerste levensuren. In twee derde van de gevallen (68,5%) vond het overlijden plaats tijdens de eerste vier levensweken.

Deze overleden kinderen en foetussen hebben vaak een congenitale afwijking: dit is het geval voor 43,1% van de doodgeborenen en 33,6% van de kinderen jonger dan één jaar in 2022.

In welk stadium van de zwangerschap sterven foetussen?

Bijna een kwart van de foetale sterfgevallen die in deze statistieken zijn opgenomen (21,6%) vindt plaats op het einde van de zwangerschap: dit zijn foetussen die niet te vroeg zouden zijn geboren als ze levend waren geboren.

Als deze cijfers worden uitgesplitst volgens het trimester van de zwangerschap, dan vond meer dan 60% van de doodgeboorten plaats in het derde trimester van de zwangerschap (vanaf 29 weken amenorroe).

 


[1]Doodgeborenen zijn doodgeboren kinderen met een geboortegewicht dat gelijk is aan of hoger is dan 500 gram, of indien het geboortegewicht onbekend is, er een zwangerschapsduur was van ten minste 22 weken. Doodgeboren kinderen, van wie noch het geboortegewicht, noch de zwangerschapsduur bekend zijn, worden ook in aanmerking genomen.

Tabel
Content
Leeftijd bij het overlijden BELGIË
Jongens Meisjes Totaal
Totaal 188 145 333
Minder dan 1 dag 42 27 69
1 dag 10 10 20
2 dagen 18 4 22
3 dagen 6 7 13
4 dagen 7 4 11
5 dagen 8 6 14
6 dagen 4 6 10
7 - 27 dagen 38 31 69
28 - 364 dagen 55 50 105
Gemiddelde leeftijd (in dagen) 51,6 50,9 51,3
Bron : Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium)
Visueel
Content

Doel en korte beschrijving

De statistiek van de foeto-infantiele sterfte is opgesteld vertrekkende van het formulier van aangifte van een sterftgeval van een kind van minder dan één jaar of van een doodgeborene. Sinds 2010 wordt ook gebruik gemaakt van het Rijksregister om de ambtelijk relevante levensgebeurtenissen accurater te bepalen en de hoofdinformatie te controleren. Deze statistiek splitst de overlijdens uit naar sterfte op minder dan één jaar en doodgeborenen, per geslacht, volgens de administratieve eenheden van het land, volgens de belangrijkste karakteristieken van de moeder (leeftijd, burgerlijke staat, staat van eenheid, opleidingsniveau, professioneel statuut, nationaliteit) en volgens bepaalde karakteristieken van de bevalling en van de nieuw-geborenen (plaats, manier, tweelinggeboorte, gewicht, duur van de zwangerschap, aangeboren afwijking). Ze maakt ook verschillende indicatoren van foeto-infantiele sterfte en een opsplitsing van de foeto-infantiele overlijdens volgens de leeftijd van overlijden.

Dataverzamelingsmethode

De statistiek van de foeto-infantiele sterfte wordt opgesteld op basis van twee bronnen: het Rijksregister van de natuurlijke personen (RR) en de statistische aangifteformulieren voor een kind jonger dan één jaar of doodgeboren (Model IIID). Die formulieren vormen een belangrijke bron over kindersterfte en zijn rijk aan informatie, inz. aan gezondheidsgegevens. Ze leveren ook informatie aan over de omstandigheden van de geboorte en over de ouders van de overleden kinderen. Ze zijn de enige informatiebron over doodgeboorten of laattijdige foetale overlijdens. De informatie verschaft door het RR is minder uitgebreid, heeft enkel betrekking op kindersterfte, maar is wel sneller beschikbaar; ze omvat het overlijden van alle in België verblijvende (en dus in het RR ingeschreven) kinderen, ongeacht of het overlijden plaatsvond in België of in het buitenland. Tot in 2009 werden die twee bronnen t.a.v. elkaar geconsolideerd, maar wel in die zin dat de aangifteformulieren als referentie dienden, waarbij het RR dan voornamelijk werd ingezet om de gegevens aan te leveren die ontbraken of die op de aangifteformulieren niet werden opgevraagd. Voor het opstellen van de statistiek van de kindersterfte werden dusdoende enkel in acht genomen de (in België plaatsgevonden en bijgevolg) bij de Belgische burgerlijke stand gemelde overlijdens, d.i. die waarbij de opgegeven verblijfplaats een Belgische gemeente was. Vanaf 2010 wordt de statistiek opgesteld met het RR als referentie. Voortaan worden enkel de in het RR opgenomen overlijdens van een kind in aanmerking genomen. Door gebruikmaking van het RR kunnen de in het buitenland plaatsgevonden overlijdens van een kind in de statistiek worden meegerekend. Verder wordt het hierdoor mogelijk de overlijdens van kinderen ingeschreven in het wachtregister voor vluchtelingen en asielzoekers te onderkennen.

Populatie

Geheel van rechtswege foeto-infantiele overlijdens

Frequentie

Jaarlijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar 1 jaar na de referentieperiode

Definities

Overleden zuigeling: overlijden voor de eerste verjaardag van een levend geboren kind.

Doodgeborene: kind dat op het moment van de geboorte geen enkel teken van leven vertoont (zoals ademhaling, hartslag, pulseren van de navelstreng, effectieve samentrekking van een spier) en ten minste 500 gram weegt of, als het gewicht onbekend is, een zwangerschapsduur had van ten minste 22 weken. Onder deze grens gaat het over een vroegtijdig foetaal overlijden dat niet officieel wordt aangegeven.

Tweelinggeboorte: Totaal aantal geboorten, doodgeboren inbegrepen, ten gevolge de zwangerschap

Plaats van het kind: Plaats van het kind in het geheel van levende geboorten bij de moeder

Duur zwangerschap : Duur van de zwangerschap (in weken) op het moment van de geboorte

Manier van bevallen : Soort van hulp bij de bevalling

Aangeboren afwijkingen : Aanwezigheid van één of meer aangeboren afwijkingen

Gewicht : Gewicht (in gram) van het kind bij de geboorte

APGAR na 1 min : APGAR-score na 1 minuut

APGAR na 5 minuut : APGAR-score na 5 minuut.

Gewest : Gewest van wettelijke verblijfplaats van de overleden zuigeling. Bij doodgeboorten gaat het om het gewest van de gebruikelijke verblijfplaats van de moeder op het moment van de geboorte.

Metadata