Het aandeel van bewoonde conventionele woningen gebouwd voor 1919 wordt berekend door het aantal bewoonde conventionele woningen gebouwd voor 1919 te delen door het totaal aantal conventionele woningen.
Vrij logischerwijs is het aandeel bewoonde conventionele woningen gebouwd voor 1919 gedaald tussen 2011 en 2021, van 23% naar 21% in België. De daling is het grootst in de provincie Luik en langs de Franse grens.
De regionale verschillen blijven groot: 11% in Vlaanderen, 30% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 37% in Wallonië.
De provincies Henegouwen en Namen hebben een hoger percentage van bewoonde conventionele woningen gebouwd voor 1919 dan de andere provincies (respectievelijk 45% en 39%). De provincie Limburg heeft daarentegen een lager percentage (5%).
Het aandeel van bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 1991 wordt berekend door het aantal bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 1991 te delen door het totaal aantal conventionele woningen.
In België werd 25% van de bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 1991.
In Vlaanderen bedraagt dat aandeel 30%. Dit aandeel bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 1991 is hoger in het noordoosten van het land en in de grenszone tussen de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Ook de kust laat opvallende cijfers optekenen.
In Wallonië werd 19% van de bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 1991. Dit percentage is lager in het westen van het gewest en langs de Franse grens. Waals-Brabant, het oosten van de provincie Luik en het zuidoosten van de provincie Luxemburg vertonen een hoger percentage.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd 13% van de bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 1991.
Het aandeel van bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2001 wordt berekend door het aantal bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2001 te delen door het totaal aantal conventionele woningen.
In België werd 16% van de bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2001.
In Vlaanderen loopt dat percentage op tot 20%. Het aandeel bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2001 is hoger in het noordoosten van het land en in de grenszone tussen de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Ook de Belgische kust valt in dit opzicht op.
In Wallonië werd 13% van de conventionele woningen gebouwd vanaf 2001. Dit percentage is lager in het westen van het gewest en langs de Franse grens. Waals-Brabant, het oosten van de provincie Luik en het zuidoosten van de provincie Luxemburg vertonen daarentegen een hoger percentage.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd 9% van de conventionele woningen gebouwd vanaf 2001.
Het aandeel van bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2011 wordt berekend door het aantal bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2011 te delen door het totale aantal conventionele woningen.
In België werd ongeveer 8% van alle woningen, die op de datum van de Census (1 januari 2021) werden bewoond, minder dan 10 jaar geleden gebouwd.
In Vlaanderen bedraagt dat cijfer ongeveer 10%. Dit aandeel van de bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2011 is vrij homogeen in alle provincies in het gewest (tussen ongeveer 9% en 11%).
In Wallonië werd 6% van de bewoonde conventionele woningen gebouwd vanaf 2011. Het percentage schommelt tussen de provincies: van ongeveer 9% in Waals-Brabant en de provincie Luxemburg tot 5 à 6% in de provincies Henegouwen en Luik.
In Brussel is het aandeel van woningen gebouwd vanaf 2011 zeer laag (5%), net zoals in drie andere grote steden van het land (Antwerpen 5%, Charleroi en Luik 2%).
Doel en korte beschrijving van de Census
De Census 2021 is een momentopname van de bevolking die in België woont op 1 januari 2021. De Census levert een breed scala aan cijfers op over de woningen en de demografische, socio-economische en onderwijskundige kenmerken van de burgers. Het doel van de Census is dubbel: beantwoorden aan de Europese verordening[1] en statistieken produceren voor specifieke nationale noden (openbaar bestuur, internationale organisaties, onderzoekers, ondernemingen en particulieren).
Vroeger was de Census een exhaustieve enquête onder alle burgers, maar sinds 2011 is deze uitsluitend gebaseerd op administratieve databanken.
Definities
De verschillende statistische eenheden
De bevolking
De bevolking in de Census 2021 is de residentiële bevolking zoals ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen (RRNP) op 1 januari 2021. De Belgische bevolking omvat Belgen en niet-Belgen die toegelaten of gemachtigd zijn om zich te vestigen of om te verblijven op het grondgebied, maar omvat niet de niet-Belgen die minder dan drie maanden op het grondgebied verblijven, de asielzoekers en de niet-Belgen in onregelmatige situatie[2].
Particuliere huishoudens
Deze groep omvat personen die alleen wonen, of meerdere personen die samenwonen en samen voorzien in hun levensonderhoud.
Familiekernen
Een familiekern bestaat uit twee of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde huishouden en die verwant zijn als man en vrouw, als partners in een geregistreerd partnerschap, als samenwonende partners of als ouder en kind.
Woonverblijven
Dit omvat alle verblijven die dienen als onderkomen voor een of meerdere personen.
Conventionele woningen
Conventionele woningen worden gedefinieerd als structureel gescheiden, onafhankelijke ruimten die bestemd zijn voor permanente menselijke bewoning. Op de dag van de telling kunnen ze ofwel bewoond worden, ofwel leeg staan, ofwel als vakantieverblijf of tweede verblijfplaats dienen.
Bewoonde conventionele woningen
Het gaat om conventionele woningen die dienen als gewone verblijfplaats voor één of meerdere particuliere huishoudens.
Definitie van de variabelen
Geslacht
Deze variabele wordt gebruikt om mannen van vrouwen te onderscheiden.
Leeftijd
De leeftijd wordt aangeduid in verstreken jaren op 1 januari 2021.
Gewone verblijfplaats
De verblijfplaats is diegene die geregistreerd staat in het Rijksregister op 1 januari 2021.
Het gaat dus om de wettelijke verblijfplaats.
De Belgische gemeenten werden tussen 2011 en 2021 gewijzigd. In de vergelijkingen op deze site werden de cijfers van 2011 uitgesplitst volgens de gemeenten in 2021.
Agglomeratie
Een agglomeratie is een aaneengesloten bebouwd gebied, d.w.z. een gebied dat gedefinieerd wordt door een groep mensen die in bij elkaar gelegen of aan elkaar grenzende gebouwen wonen. Deze zone bestaat uit een groep gebouwen waarbij geen enkel gebouw meer dan 200 meter van het naaste naburige gebouw verwijderd is.
De Belgische gemeenten werden tussen 2011 en 2021 gewijzigd. In de vergelijkingen op deze site werden de cijfers van 2011 uitgesplitst volgens de gemeenten in 2021.
Bouwjaar
Deze variabele betreft het jaar van beëindiging van de opbouw van het gebouw waarin de woning zich bevindt.
Opmerking
Vergelijken met de vorige Census vereist enige voorzichtigheid, aangezien deze publicatie zich baseert op de Belgische bevolking en de Census op de Europese definitie van de bevolking.
Meer info over verschil tussen de Belgische bevolking en de Census of Europese bevolking.
[1] UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/543 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2017 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende volks- en woningtellingen, wat de technische specificaties voor de thema's en voor de uitsplitsingen daarvan betreft.
[2]Meer informatie over de manier waarop deze bevolking wordt bepaald