Geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)

Geharmoniseerde consumptieprijsindex - maart 2025

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - maart 2025
  • In België bedraagt de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) 3,6% in maart tegenover 4,4% in februari en januari.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte voedingsmiddelen) bedraagt 3,1% in maart ten opzichte van 3,7% in februari.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand maart bedraagt 2,91% ten opzichte van 3,55% in februari.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn tabak, elektriciteit, aardgas, huishoudelijke diensten en restaurants en cafés.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn kleding, motorbrandstoffen, huisbrandolie en telecommunicatie.
  • Eurostat zal op 16 april de geharmoniseerde consumptieprijsindex van de EU-landen voor de maand maart publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg 3,6% in maart tegenover 4,4% in februari en januari. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 2,8% in maart tegenover 3,6% in februari en 3,5% in januari. Het inflatieverschil tussen de HICP en de HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op tabak. Met deze wijzigingen van de belastingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de evolutie van de prijzen van energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 3,1% in maart tegenover 3,7% in februari en 2,5% in januari. De inflatie zonder energieproducten daalt van 3,6% in februari naar 3,0% in maart.

De inflatie voor voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken bedroeg deze maand 2,4%, net als vorige maand. De inflatie van olie bedroeg deze maand 6,9% tegenover 7,8% in februari. Voor zuivelproducten steeg de inflatie naar 3,2% tegenover 2,9% vorige maand. De inflatie voor vis bedroeg deze maand 1,2% tegenover 2,2% in februari. De inflatie van brood en granen bedroeg 2,4% in maart, een stijging ten opzichte van de 2,2% die opgetekend werd in februari. De inflatie van vlees bedroeg deze maand 2,0% tegenover 2,1% in februari.

De bijdrage van energie tot de inflatie was negatief van januari 2023 tot februari 2024. Deze inflatie bedraagt nu 0,9%, een daling ten opzichte van vorige maand (1,2%). Voedingsmiddelen leveren een bijdrage van 0,4%.

Elektriciteit is nu 20,2% duurder dan een jaar geleden. Aardgas vertoont een inflatie van 25,4% ten opzichte van maart vorig jaar. De prijs van huisbrandolie is met 12,9% gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Inflatie en impact van de 12 hoofdgroepen op de inflatie

De opsplitsing in 12 hoofdgroepen toont aan dat de hoogste inflatie in maart gemeten werd voor de groep “alcoholische dranken en tabak” (15,9%). De laagste inflatie werd gemeten voor de groep “kleding en schoeisel
(-3,3%). De hoofdgroep die in maart de grootstepositieve impact had op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 1,1 procentpunt. De groepen “kleding en schoeisel” en “vervoer” oefenden beiden de grootste negatieve impact uit met -0,5 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
jan/25 feb/25 mrt/25 mrt/25 jan/25 feb/25 mrt/25
0 Totaal bestedingen 1.000,0 4,4 4,4 3,6 2,8      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 146,2 2,4 2,4 2,4 2,4 -0,4 -0,4 -0,2
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 55,6 18,9 17,9 15,9 1,5 0,8 0,7 0,7
3 Kleding en schoeisel 63,6 -15,3 0,5 -3,3 -3,3 -1,3 -0,3 -0,5
4 Huisvesting, water en energie 165,4 15,8 10,2 8,9 8,9 2,2 1,2 1,1
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 60,3 1,9 2,0 2,5 2,6 -0,2 -0,2 -0,1
6 Gezondheid 94,8 2,5 2,6 2,5 2,5 -0,1 -0,2 -0,1
7 Vervoer 109,6 1,9 1,2 -0,8 -0,8 -0,3 -0,4 -0,5
8 Communicatie 30,6 -1,4 -0,9 -1,2 -1,2 -0,2 -0,2 -0,2
9 Recreatie en cultuur 92,8 2,1 3,0 1,7 1,7 -0,2 -0,1 -0,2
10 Onderwijs 4,9 1,6 1,6 1,6 1,6 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 88,7 5,1 4,8 4,7 4,7 0,1 0,0 0,1
12 Diverse goederen en diensten 87,4 3,6 3,6 3,4 3,4 -0,1 -0,1 0,0

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten, die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt 8,5% in maart tegenover 12,1% in februari en 22,8% in januari. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 1,6%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 16,1% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de bewerkte voedingsmiddelen bedraagt 6,9% in maart ten opzichte van 7,2% in februari en 7,5% in januari. In vergelijking met de voorgaande maand zijn de prijzen gemiddeld met 0,3% gestegen. De gemiddelde inflatie bedroeg 6,2% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de onbewerkte voedingsmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt 0,7% in maart ten opzichte van 1,6% in februari en 1,7% in januari. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,3%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 1,8% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt -0,1% in maart ten opzichte van 0,7% in februari en -3,3% in januari. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen met gemiddeld 1,0%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 0,7% voor de laatste twaalf maanden.
  • Voor diensten(inclusief huur) daalt de inflatie en bedraagt ze 3,6% in maart tegenover 4,2% in februari en 4,1% in januari. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 4,1% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte voedingsmiddelen) bedraagt 3,1% in maart. Dit is een daling ten opzichte van de 3,7% die in februari werd geregistreerd. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 3,5%. De prijzen van dit subaggregaat daalden met gemiddeld 0,4% ten opzichte van vorige maand.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
jan/25 feb/25 mrt/25 mrt/25 mrt/25
Totaal bestedingen 1.000,0 4,4 4,4 3,6 4,6 -0,5
Energiedragers 94,3 22,8 12,1 8,5 16,1 -1,6
Bewerkte levensmiddelen 164,0 7,5 7,2 6,9 6,2 0,3
Niet-bewerkte levensmiddelen 37,8 1,7 1,6 0,7 1,8 1,3
Niet-energetische industriële goederen 260,8 -3,3 0,7 -0,1 0,7 -1,0
Diensten 443,1 4,1 4,2 3,6 4,1 -0,3
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 867,8 2,5 3,7 3,1 3,5 -0,4

Impact van de subindices op de inflatie

Tabak heeft met 0,68 procentpunt de grootste positieve impact op de inflatie. Elektriciteit heeft een positieve impact van 0,56 procentpunt. Aardgas heeft een positieve impact van 0,54 procentpunt. Huishoudelijke diensten hebben een positieve impact van 0,13 procentpunt. Restaurants en cafés hebben ten slotte een positieve impact van 0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2025 mrt/25
02.2.0 Tabak 37,9 0,68
04.5.1 Elektriciteit 32,5 0,56
04.5.2 Gas 23,4 0,54
05.6.2 Huishoudelijke diensten 6,9 0,13
11.1.1 Restaurants en cafés 80,2 0,12

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor kleding, namelijk -0,40 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een negatieve impact van -0,36 procentpunt. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,22 procentpunt. Telecommunicatie heeft een negatieve impact van -0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2025 mrt/25
03.1.2 Kleding 46,7 -0,4
07.2.2 Motorbrandstoffen 28 -0,36
04.5.3 Vloeibare brandstoffen 9,5 -0,22
08.3.0 Telecommunicatie 28 -0,12

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieveHICP van onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van maart. In België bedroeg de HICP 3,6% in maart, ze daalde daarmee ten opzichte van de 4,4% in februari. Nederland tekende een inflatie op van 3,4% in maart, een lichte daling ten opzichte van de 3,5% in februari. In Frankrijk stabiliseerde de inflatie in maart op 0,9%. De eerste snelle inflatieraming van de HICP van Duitsland bedroeg 2,3% in maart, een daling ten opzichte van de 2,6% in februari.

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor maart nog niet publiceerde, is februari de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. In België bedroeg de inflatie op basis van de HICP-CT 3,6% in februari, een lichte stijging ten opzichte van de 3,5% in januari. In Duitsland bedroeg deze inflatie 2,4% in februari, een lichte daling ten opzichte van de 2,5% in januari. De inflatie in Frankrijk daalde van 1,5% in januari naar 0,4% in februari. In Nederland steeg de inflatie van 2,4% in januari naar 2,9% in februari.


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

Tabel 1
Grafiek
Content
Tabel 2
Tabel 3
Tabel 4

Doel en korte beschrijving

De geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) is een economische indicator die als doel heeft de prijsevolutie van goederen en diensten, gekocht door huishoudens, doorheen de tijd te meten. De HICP maakt dan ook een vergelijkbare meting van inflatie mogelijk in de eurozone, de EU, de Europese Economische Ruimte en voor alle andere landen inclusief kandidaat Lidstaten voor de Europese Unie. De HICP wordt berekend op een geharmoniseerde wijze en op basis van gemeenschappelijke concepten. De HICP is de officiële maatstaf van de inflatie in de eurozone om de Europese Centrale Bank in staat te stellen haar monetair beleid te voeren.

Populatie

Uiteindelijke gezinsuitgaven van gezinnen die op Belgisch grondgebied wonen.

Frequentie

Maandelijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar 15 dagen na de referentieperiode

Definities

Geharmoniseerde prijsindex (HICP) : Het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP) werd in 1997 opgericht om over een vergelijkbare meting van de inflatie tussen de deelnemende landen uit de toekomstige eurozone te beschikken. Sinds het begin van de euro is het HICP één van de belangrijkste meetinstrumenten van de Europese Centrale Bank (ECB) bij het voeren van haar monetaire beleid. De opgenomen prijzen zijn de prijzen zoals ze werkelijk door de consumenten worden gedragen inclusief bv. de belastingen op de producten, zoals de belasting op de toegevoegde waarde, en houden rekening met de koopjesperiodes.

Inflatie : Inflatie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de waarde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van een gegeven maand en het indexcijfer van dezelfde maand het jaar voordien. De inflatie meet dus het tempo waarin het algemene niveau van de prijzen evolueert.

COICOP ; COICOP is een nomenclatuur ontwikkeld door de Verenigde Naties welke tot doel heeft om individuele consumptie uitgaven van gezinnen te classificeren volgens gebruiksdoel.

Geharmoniseerd indexcijfer met constante belastingvoeten : Het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen met constante belastingvoeten is afgeleid van de HICP en wordt berekend door het niveau van indirecte belastingen (hoofdzakelijk accijnzen en BTW) constant te houden ten opzichte van het niveau dat in december van het jaar voordien werd waargenomen. Dit indexcijfer laat toe het maximum effect op de inflatie te meten bij wijzigingen in de belastingen door te veronderstellen dat deze rechtstreeks en integraal worden doorberekend op de eindprijs die wordt betaald door de consumenten.

Weging : Gewicht in de korf van goederen en diensten bepaald door de resultaten van de nationale rekeningen (uitgaven optiek) en die van het huishoudbudgetonderzoek.

Inflatie met constante belastingvoeten : Inflatie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de waarde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van een gegeven maand en het indexcijfer van dezelfde maand het jaar voordien. De inflatie meet dus het tempo waarin het algemene niveau van de prijzen evolueert.

Metadata