Overlijdens in 2024 vergelijkbaar met het gemiddeld aantal overlijdens in 2021-2023

In 2024 werden 112.029 overlijdens geregistreerd in België. Dat is vergelijkbaar met 2023 waar er 111.255 overlijdens waren. Concreet komt dit neer op een bescheiden stijging van 0,7% tegenover 2023.
Wanneer we vergelijken met een bredere referentieperiode (i.e., 2021, 2022 en 2023) vertaalt zich dit in een lichte daling van 1,1%.
Er zijn geen opmerkelijke verschillen in trend waar te nemen tussen de gewesten. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische Statistiekbureau.
In deze publicatie wordt het aantal overlijdens gedurende 2024 vergeleken met het gemiddeld aantal overlijdens in de periode 2021-2022-2023. Op die manier blijft 2020 buiten beschouwing; het jaar waarin de coronapandemie een uitzonderlijke invloed had op de overlijdens (cf. figuur).
Overlijdens dalen met 1,1% tegenover gemiddelde 2021-2023
Met 112.029 overlijdens in 2024 is er een stijging van 0,7% tegenover 2023. Maar een vergelijking met een ruimere referentieperiode is interessanter. Het aantal overlijdens schommelt immers jaar na jaar door verschillende factoren, zoals de intensiteit van het griepseizoen, de temperaturen in de zomer of luchtvervuiling. Het gemiddelde voor de jaren 2021, 2022 en 2023 ligt op 113.309 overlijdens. Als we vergelijken met dat gemiddelde ligt het aantal overlijdens in 2024 iets lager: 1.280 overlijdens lager, hetgeen neerkomt op een daling van 1,1%.
Daling in het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest; stagnatie in het Vlaams Gewest
Achter de daling van het aantal overlijdens in België schuilen regionale verschillen. In vergelijking met 2023 daalde het aantal overlijdens in 2024 met 1,0% in Brussel en steeg het met 1,2% in Vlaanderen en met 0,2% in Wallonië. Voor de ruimere referentieperiode (2021-2023) zien we een lichte daling van het aantal overlijdens in 2024 (-1,1%). De daling is het meest uitgesproken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-3,2%) en is ook zichtbaar in het Waals Gewest (-2,3%). In het Vlaams Gewest is niet echt sprake van een daling, maar eerder van een stagnatie in het aantal overlijdens (-0,2%).
Tabel 1: Evolutie van het aantal overlijdens in België en de Gewesten van 2019 tot 2024.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Evolutie 2024 t.o.v. 2023 | Evolutie 2024 t.o.v. 2021-2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
België | 108.745 | 126.850 | 112.291 | 116.380 | 111.255 | 112.029 | +0,7% | -1,1% |
Vlaams Gewest | 62.420 | 70.919 | 64.508 | 67.528 | 64.670 | 65.468 | +1,2% | -0,2% |
Waals Gewest | 37.409 | 44.947 | 38.934 | 39.938 | 38.002 | 38.061 | +0,2% | -2,3% |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 8.916 | 10.984 | 8.849 | 8.914 | 8.583 | 8.500 | -1,0% | -3,2% |
In vergelijking met de periode 2021-2023 stijgt het aantal overlijdens bij de 85-plussers
Wanneer we leeftijdsgroepen vergelijken zien we voornamelijk bij 85-plussers een stijging. Tegenover het gemiddelde van 2021-2023 steeg het aantal overlijdens in 2024 bij 85-plussers met 1,3%. Ook bij de leeftijdsgroep 0-24 jaar zien we een stijging, hoewel deze erg klein is (0,5%). In alle andere leeftijdsgroepen stellen we een daling vast: -4,9% bij de 25-44 jarigen, -6,4% bij de 45-64 jarigen, -3,3% bij de 65-74 jarigen en -1,2% bij de 75-84 jarigen.
De veranderende bevolkingsstructuur speelt een belangrijke rol bij de stijging van het aantal overlijdens bij de 85-plussers in 2024. Het aantal 85-plussers zit namelijk al een heel aantal jaren in de lift. Tussen 01/01/2018 en 01/01/2024 was er een stijging van het aantal 85-plussers met 9,2%. Dit verklaart deels waarom het aantal overlijdens bij de 85-plussers stijgt. Diepgaandere analyses zijn nodig om het effect van de veranderende bevolkingssamenstelling op het aantal overlijdens in functie van de leeftijd uit te klaren .
Tabel 2: Evolutie van het aantal overlijdens per leeftijdsgroep van 2019 tot 2024
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Evolutie 2024 t.o.v. 2023 | Evolutie 2024 t.o.v. 2021-2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0-24 jaar | 957 | 887 | 897 | 901 | 845 | 885 | +4,7% | +0,5% |
25-44 jaar | 2.129 | 2.175 | 2.275 | 2.199 | 2.125 | 2.092 | -1,6% | -4,9% |
45-64 jaar | 13.139 | 13.950 | 13.373 | 13.096 | 12.365 | 12.122 | -2,0% | -6,4% |
65-74 jaar | 17.690 | 20.170 | 19.421 | 19.103 | 18.057 | 18.240 | +1,0% | -3,3% |
75-84 jaar | 28.244 | 33.562 | 30.035 | 30.240 | 29.219 | 29.479 | +0,9% | -1,2% |
85+ jaar | 46.586 | 56.106 | 46.290 | 50.841 | 48.644 | 49.211 | +1,2% | +1,3% |
Vooral minder sterfte in het voorjaar en de hoge zomer
Als we de sterfte per maand vergelijken, dan zien we duidelijke effecten van periodiciteit. Historisch zien we een lager aantal overlijdens in de periode rond mei-oktober. De overlijdens per maand in 2024 — aangegeven aan de hand van de rode bollen — sluiten aan bij dat is een historische patroon.
Tabel 3: Evolutie van het aantal overlijdens per maand van 2018 tot 2024
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Januari | 10.360 | 10.468 | 10.217 | 10.698 | 10.452 | 11.176 | 11.217 |
Februari | 10.089 | 9.766 | 9.387 | 8.952 | 9.847 | 9.363 | 9.780 |
Maart | 12.202 | 9.998 | 11.586 | 9.349 | 10.519 | 10.239 | 9.551 |
April | 8.971 | 8.901 | 15.449 | 9.468 | 10.310 | 8.797 | 9.095 |
Mei | 8.559 | 8.829 | 9.449 | 9.201 | 9.137 | 8.876 | 8.654 |
Juni | 7.793 | 8.276 | 7.992 | 8.150 | 8.726 | 8.635 | 8.757 |
Juli | 8.918 | 8.755 | 8.004 | 8.467 | 9.004 | 8.231 | 8.821 |
Augustus | 8.499 | 8.242 | 9.847 | 8.274 | 9.196 | 8.413 | 8.683 |
September | 8.044 | 8.003 | 8.189 | 8.309 | 8.613 | 8.439 | 8.439 |
Oktober | 8.666 | 8.888 | 10.752 | 9.772 | 9.646 | 9.096 | 9.389 |
November | 8.729 | 8.867 | 14.035 | 10.304 | 9.010 | 9.248 | 9.123 |
December | 9.815 | 9.752 | 11.943 | 11.347 | 11.920 | 10.742 | 10.520 |
Situering in historische data
Statbel beschikt over historische data met het aantal overlijdens per jaar sinds 1841 en per maand sinds 1919. In de historische dataset kunnen we verder ook de brutosterftecijfers vergelijken. Dat wordt berekend als de verhouding tussen het aantal overlijdens en de totale bevolking. Het brutosterftecijfer vertoont over het algemeen een dalende tendens. Deze trend werd onderbroken door de coronapandemie. Van de 184 jaren die werden geobserveerd sinds 1841 staat 2024 met een brutosterftecijfer van 9,5 promille op plaats 180. Dat is een stuk beter dan de 147ste plaats van het coronajaar 2020 met 11,0 promille.
Doel en korte beschrijving
De sterftestatistiek wordt opgesteld uitgaande van gegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen (RRNP). Hiermee kan de statistiek van de doodsoorzaken, waarvan de bron wordt gevormd door de formulieren van de burgerlijke stand, worden geconsolideerd. Deze statistiek splitst de overlijdens van in België verblijvende personen uit volgens geslacht, gemeente van verblijf (arrondissement, provincie en gewest), maand van overlijden, burgerlijke staat en nationaliteit (Belgische of vreemde). Voorts kan hiermee het bruto-sterftecijfer worden berekend, d.i. de verhouding tussen het aantal overlijdens tijdens het jaar en het inwonertal halverwege dat jaar..
Populatie
Inwoners van België
Frequentie
Jaarlijks
Timing publicatie
Resultaten beschikbaar 9 maanden na de referentieperiode
Definities
Leeftijd : Leeftijd gemeten in verlopen jaren op 1 januari.
Maand van overlijden : Maand van overlijden, gehaald uit de overlijdensdatum
Sterftecijfer : Bruto-sterftecijfer (Verhouding tussen het aantal overlijdens en het gemiddelde bevolkingscijfer van het beschouwde jaar)
Geslacht ; Geslacht van de overledene
Nationaliteit : Nationaliteit (Belgische of vreemde) van de overleden persoon (op 1 januari van het beschouwde jaar).
Burgerlijke staat : Burgerlijke staat van de overledene