Tijdsbudgetonderzoek

We slapen en rusten 9 uur per dag

Huishoudens
We slapen en rusten 9 uur per dag

Slapen en rusten is de activiteit die het grootste deel van ons leven inneemt. Gemiddeld doen we dat iets meer dan 9 uur per dag, of bijna 38% van onze tijd.

Arbeid staat bij velen centraal in het leven. Toch werken we gemiddeld maar iets meer dan 2 uur per dag (betaalde arbeid), nog geen 10% van de tijd.

Het voelt wellicht anders aan maar het aandeel vrije tijd is bijna dubbel zo groot: vier uur per dag zijn we bezig met onder andere sport, hobby’s, tv kijken en scrollen op sociale media.

Uiteraard zijn er grote  verschillen tussen individuen. Bovendien besteden we op een weekdag onze tijd heel anders dan in het weekend.

tus

Overzicht
Content
Dag van de week Weekdagen Zaterdag Zondag
duur per respondent (u/dag) duur per deelnemer (u/dag) participatiegraad duur per respondent (u/dag) duur per deelnemer (u/dag) participatiegraad duur per respondent (u/dag) duur per deelnemer (u/dag) participatiegraad
Betaald werk 02:44 07:21 37,2% 00:47 06:06 12,8% 00:25 04:53 8,5%
Huishoudelijk werk 02:29 02:53 86,0% 03:01 03:25 88,3% 02:18 02:42 85,1%
Kinderzorg en -opvoeding 00:22 01:32 23,6% 00:20 01:47 18,8% 00:21 01:45 19,6%
Persoonlijke verzorging, eten en drinken 02:23 02:23 100,0% 02:38 02:38 100,0% 02:35 02:35 100,0%
Slapen en rusten 08:48 08:48 100,0% 09:14 09:14 100,0% 10:08 10:08 100,0%
Opleiding 00:50 06:02 13,6% 00:18 03:46 7,8% 00:18 03:25 8,6%
Sociale participatie 01:15 01:47 69,4% 02:02 02:38 77,1% 01:53 02:24 78,8%
Vrije tijd 03:46 03:58 94,9% 04:21 04:37 94,3% 04:59 05:09 96,9%
Verplaatsingen 01:18 01:29 87,4% 01:15 01:28 84,4% 00:59 01:20 74,5%
Overige 00:05 00:39 12,4% 00:05 00:45 11,2% 00:05 00:39 12,0%

Tijdsbudgetonderzoek (TUS)

Doel en korte beschrijving

Het tijdsbudgetonderzoek probeert het alledaagse handelen van mensen op een zo getrouw mogelijke manier in kaart te brengen. In een tijdsbestedingsonderzoek wordt aan de respondenten gevraagd alle gestelde handelingen en hun tijdstippen te noteren. Daarnaast wordt ook nog extra informatie over de gestelde activiteit gevraagd, zoals met wie men de activiteit deed en waar de activiteit plaatsvond.

Statbel voerde deze enquête uit in 1999, 2005 en 2013.

Populatie

Leden van privéhuishoudens waarvan minstens één persoon zich in de leeftijdsklasse van 15 tot 76 jaar bevindt. Enkel personen vanaf de leeftijd van 10 jaar worden bevraagd.

Basis van de steekproef

Demografische gegevens van het Rijksregister.

Dataverzamelingsmethode

In het verleden werden gezinnen bezocht door een interviewer die instructies gaf over de enquête. De leden van het gezin werden gevraagd hun activiteiten te noteren in een dagboek voor 2 specifieke dagen (één weekdag en één dag in het weekend).

In de volgende enquête zullen de gegevens ingezameld worden via een digitaal platform, bestaande uit een webapplicatie en een smartphoneapplicatie. De veldwerkperiode is nog niet gekend.

Steekproefomvang

In 1999 hielden 8.382 respondenten van 12 jaar of ouder uit 4.275 gezinnen gedurende twee dagen hun tijdsbesteding bij. In 2005 waren het 6.400 respondenten van 12 jaar of ouder uit 3.474 gezinnen. In 2013 ten slotte, gaat het om 5.559 respondenten van 10 jaar of ouder uit 2.744 gezinnen.

Respons

De respons bedroeg 22,1% in 2013.

Frequentie

Vanaf 2030 maakt deze enquête deel uit van de IESS (Integrated European Social Statistics) en zal deze om de tien jaar voor Eurostat georganiseerd worden.

Timing publicatie

De resultaten zijn ten laatste vijftien maanden na het einde van de datacollectie beschikbaar. De meest recente resultaten zijn die van 2013.

Formulieren

 

Definities

Een huishouden bestaat ofwel uit een alleenstaande, meestal een alleenwonende, ofwel uit twee of meer personen die, al dan niet verwant aan elkaar, gewoonlijk in een en dezelfde woning verblijven en er gezamenlijk wonen.

De meest courante manier om tijdsbudgetgegevens voor te stellen, is door gebruik te maken van drie parameters:

  • De duur per respondent (dpr.): dit is de gemiddelde tijd besteed aan een bepaalde activiteit in een gegeven tijdsperiode, berekend voor alle deelnemers aan het onderzoek (respondenten).
  • De participatiegraad (part.): dit is het percentage respondenten dat een bepaalde activiteit verricht heeft in een gegeven tijdsperiode.
  • De duur per participant (dpp.): dit is de gemiddelde tijd besteed aan een bepaalde activiteit in een gegeven tijdsperiode, berekend voor alle deelnemers aan de activiteit.

De gegeven tijdsperiode is telkens een registratiedag (24 uur).

Deze drie parameters zijn niet onafhankelijk van elkaar. De duur per respondent is het product van de duur per participant en de participatiegraad (getal tussen 0 en 1 uitgedrukt als een percentage):

Duur per respondent = duur per deelnemer x participatiegraad

Deze regel gaat op voor zover men de parameters bekijkt voor de registratiedagen (van maandag tot zondag) afzonderlijk, maar gaat niet op voor de geconstrueerde gemiddelde weekdag en weekenddag omdat we enkel beschikken over de registratie van één bepaalde weekdag en één bepaalde weekenddag per respondent.

De paramaters die gegeven worden voor de gemiddelde weekdag en de gemiddelde weekenddag, zijn schattingen. Er wordt daarbij rekening gehouden met het aantal respondenten dat een bepaalde dag heeft ingevuld voor respectievelijk de maandag tot de vrijdag voor de gemiddelde weekdag en voor de zaterdag en de zondag voor de gemiddelde weekenddag. Door middel van een wegingsprocedure wordt de afwijking in de relatie tussen de duur per respondent, de participatiegraad en de duur per deelnemer tot een minimum beperkt.

Een voorbeeld

Een voorbeeld kan de interpretatie van deze parameters verduidelijken:

Op een weekdag besteden de deelnemers aan het onderzoek gemiddeld 2.44 uur aan de activiteit ‘werk’ (= duur per respondent).

Niet alle deelnemers aan het onderzoek hebben echter gewerkt op de weekdagen dat ze hun dagboekjes bijhielden. 37,2% van de respondenten heeft effectief de activiteit ‘werk’ verricht op de geregistreerde weekdagen (= participatiegraad).

De respondenten die effectief gewerkt hebben op de geregistreerde weekdagen, besteden gemiddeld 7.21 uur aan de activiteit ‘arbeid' op een weekdag (= duur per deelnemer).

Duur per respondent = duur per deelnemer x participatiegraad

2u44’ = 7u21’ x 37,2%

HETUS-guideline

Eurostat voorziet in een richtlijn om het tijdsbestedingsonderzoek uit te voeren. Deze kan je hier vinden.

Rapporten en artikels

Technical report of the 2013 Belgian Time-Use Survey 

SourceTM in opdracht van EUROSTAT

SOURCE™ (Software Outreach and Redefinition to Collect E-data through MOTUS) is een project gecoördineerd door Statbel, in samenwerking met Destatis (het nationaal instituut voor de statistiek van Duitsland – das Statistische Bundesamt) en de VUB (de Vrije Universiteit Brussel), en met financiële steun van Eurostat.