Maandelijkse faillissementen

11.067 faillissementen in 2024: resultaten lopen uiteen tussen de regio’s

Ondernemingen
11.067 faillissementen in 2024: resultaten lopen uiteen tussen de regio’s

In 2024 werden 11.067 ondernemingen failliet verklaard in België. Dat is een stijging van 8,0% ten opzichte van 2023 (10.243 faillissementen) en het hoogste resultaat sinds 2013 (11.740).

December, met 1.002 faillissementen, of 9,3% meer dan dezelfde maand in 2023, bevestigt deze jaarlijkse trend. Het gedetailleerde verslag met deze maandelijkse cijfers kan hier worden geraadpleegd).

Deze bevindingen moeten echter per gewest worden genuanceerd.

 

 

De 6.323 faillissementen die in 2024 in het Vlaamse Gewest werden opgetekend, vertegenwoordigen het hoogste totaal voor de periode 2013-2024 en overtreffen met 7,0% het vorige record van 5.908 faillissementen in 2023.

Hoewel het aantal faillissementen in het Waalse Gewest met 6,2% is gestegen ten opzichte van 2023, vertegenwoordigen de 2.821 geregistreerde faillissementen slechts het 4e hoogste resultaat van de afgelopen twaalf jaar.

Wat betreft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest noteerde men 1.923 faillissementen, oftewel 14,5% meer dan in 2023. Daarmee kent 2024 het hoogste aantal faillissementen in de afgelopen vijf jaar, maar ligt dit totaal lager in vergelijking met de periode voor 2020.

SECTOREN

Met uitzondering van de horeca en landbouw en visserij, stijgt in alle andere sectoren het aantal faillissementen in 2024 ten opzichte van 2023. Dit aantal vormt een Belgisch record in twee activiteitssectoren :

  • de bouwnijverheid met 2.619 faillissementen, oftewel 17,4% hoger dan het vorige record in 2023 (2.230);
  • vervoer en opslag waar 724 faillissementen werden uitgesproken, hetgeen een toename met 11,7% betekent ten opzichte van het vorige record in 2023 (648).

Bovendien telde het Vlaamse Gewest voor vier sectoren het hoogste aantal faillissementen in de periode 2013-2024, namelijk:

  • de bouw met 1.640 faillissementen, of 18,5% meer dan in 2023 (tweede hoogste waarde van de periode met 1.384 faillissementen);
  • vervoer en opslag, waarin 431 faillissementen werden geregistreerd, oftewel een stijging met 16,2% ten opzichte van het vorige record van 2023 (371);
  • informatie en communicatie, waar 183 faillissementen werden geregistreerd, oftewel 4,6% meer dan in 2013 (175);
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten met 481 faillissementen, oftewel een stijging met 6,9% ten opzichte van het vorige record van 2023 (450).

In het Waalse Gewest vertegenwoordigen de 217 faillissementen die werden opgetekend in de sector van de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten de hoogste waarde voor de periode 2013-2024 en overtreffen ze de 199 faillissementen die in 2023 werden opgetekend. Dat was ook het geval voor de 35 faillissementen in landbouw en visserij, waarbij de 33 faillissementen werden overtroffen die in 2019 in deze sector werden opgetekend.

RECHTSVORM

In 2024 kende het aantal uitgesproken faillissementen in België bij zowel zelfstandigen (2.250 tegenover 2.347 in 2023, het huidige record) als BV’s (7.137 tegen 7.525 in 2013) het op één na hoogste aantal voor de periode 2013-2024. Records werden echter opgetekend bij zelfstandigen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (199 tegenover 164 faillissementen in 2022) en bij BV’s in het Vlaamse Gewest (4.074 in vergelijking met 3.595 faillissementen in 2023). 

BANENVERLIES

Wat het banenverlies betreft, ligt de waarde van 2024 (32.566) 18,3% hoger dan die van 2023 (27.517). Het gaat hier om het derde hoogste cijfer in de afgelopen twaalf jaar en dit na 2013 (36.384) en 2014 (34.065).

Op regionaal niveau kent het Vlaamse Gewest het hoogste banenverlies van de afgelopen twaalf jaar (19.179 tegen 18.488 in 2013, vorige record) en het Waalse Gewest het hoogste cijfer sinds 2015 (8.573 tegenover 9.982). Het banenverlies in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest behoort daarentegen tot de laagste van de afgelopen twaalf jaar (4.814).

Met uitzondering van de horeca, stijgt in alle andere sectoren het aantal verloren banen in 2024 ten opzichte van 2023. Dit aantal vormt in België een record in twee activiteitssectoren :

  • industrie en energie met 510 banenverlies, oftewel 20,6% hoger dan het vorige record in 2014 (4.570);
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten waar 1.872 banen verloren gingen, hetgeen een toename met 2,2% betekent ten opzichte van het vorige record in 2013 (1.831).

Naast dit persbericht en het bijkomend verslag publiceert Statbel op zijn website ook meer gedetailleerde maandcijfers, die kunnen worden uitgesplitst per gemeente, per NACEBEL-2008 classificatie of met historische cijfers die teruggaan tot het jaar 2000 wat betreft het aantal faillissementen en tot 2005 wat betreft het banenverlies. Deze cijfers zijn beschikbaar op be.STAT via het tabblad "Cijfers" van deze publicatie.

Bij de interpretatie van de cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is de economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Faillissementen
Jaren

Doel en korte beschrijving

Iedere maand berekent Statbel de faillissementscijfers van de voorgaande maand. De cijfers worden circa 15 dagen na de referentiemaand gepubliceerd. Op deze datum zijn de faillissementscijfers definitief. Aanvullend op de maandelijkse cijfers kan Statbel ook tussentijdse, wekelijkse ramingen maken. Deze weekcijfers maken het mogelijk om snel de eerste trends waar te nemen. Naast de cijfers over het aantal faillissementen berekent Statbel ook steeds het bijhorende banenverlies. Voor het banenverlies doet Statbel een beroep op de laatst beschikbare informatie bij de RSZ.

De door Statbel opgestelde faillissementsstatistieken zijn gebaseerd op gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en het statistisch ondernemingsregister. Bij de interpretatie van de cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is een economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Door de genomen maatregelen tijdens de Covid-19-crisis en de daarmee gepaard gaande lockdown, beperkten de ondernemingsrechtbanken en griffies hun activiteiten tot 18 mei 2020. Bovendien was tot 17 juni 2020 een tijdelijk moratorium van kracht om bedrijven die voor 18 maart 2020 in goede gezondheid verkeerden, te beschermen tegen de gevolgen van de COVID-19-crisis.

Vervolgens keurde de federale regering op vrijdag 6 november 2020 een nieuw moratorium op faillissementen goed. Dit moratorium was van kracht tot en met 31 januari 2021 en bood bescherming aan deze bedrijven die hun deuren verplicht moesten sluiten als gevolg van het ministerieel besluit van 1 november 2020 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 betreffende noodmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus COVID-19.

Om het einde van dit tweede moratorium te compenseren, hervormde de federale regering de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Deze hervorming, die de procedure flexibeler moet maken, bestaat uit drie lijnen. Vooreerst moeten ondernemingen bij aanvang van de procedure slechts 3 in plaats van 11 documenten indienen. De resterende documenten kunnen in de loop van de procedure worden ingediend. Vervolgens zou het niet langer verplicht zijn om de procedure in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Dit stelt de bemiddelaar in staat om de schuldeisers in volle discretie te ontmoeten en hen te overtuigen af te zien van een snelle terugbetaling van hun vorderingen alvorens een akkoord is bereikt. Ten slotte moedigt men de procedure voor gerechtelijke reorganisatie op basis van een minnelijke schikking aan, doordat deze procedure recht zal geven op een belastingvrijstelling die momenteel enkel geldt voor reorganisaties die bij gerechtelijk vonnis werden verkregen. De bepalingen met betrekking tot de eerste twee pijlers van de hervorming zouden initieel maar van kracht zijn tot en met 30 juni 2021, maar werden bij Koninklijk Besluit van 24 juni 2021 tot verlenging van de artikelen 2, 4 tot 12 van de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 verlengd tot 16 juli 2022.

Tussen deze twee moratoria in, beslisten zowel de FOD Financiën als de RSZ om een feitelijk moratorium in te stellen, door bedrijven niet failliet te laten gaan als gevolg van schulden bij de belastingdiensten of de sociale zekerheid. Deze regeling bleef ook na 1 februari 2021 van kracht, totdat de RSZ vanaf oktober 2021 en de fiscus in verschillende provincies rond maart 2022 de dagvaardingen hervatten.

Daarnaast vinden in de maanden juli en augustus het gerechtelijk zomerreces plaats. De rechtbanken blijven gedurende deze periode open, maar het aantal hoorzittingen word verminderd. Daarom liggen de faillissementscijfers in deze periode lager.

Bovendien waren verschillende maatregelen van kracht – zowel op federaal, op gewestelijk als op lokaal niveau – om de ondernemingen te ondersteunen tijdens de Covid-19 crisisperiode. De RSZ kende bijvoorbeeld minnelijke afbetalingsplannen toe met een maximale duur van 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. En op het niveau van de RVA kon de volledige tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het coronavirus of het conflict in Oekraïne tot 30 juni 2022 worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid ten gevolge van overmacht corona.

Ten slotte ontstonden recentelijk nieuwe steunmaatregelen om bedrijven te ondersteunen tijdens de energiecrisis. Op het niveau van de RSZ kunnen ondernemingen onder meer een minnelijk afbetalingsplan aanvragen terwijl energie-intensieve bedrijven gebruik kunnen maken van een bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor energie-intensieve bedrijven.

Alle hierboven beschreven overheidsmaatregelen hebben een matigend effect op het aantal faillissementen uitgesproken sinds maart 2020.

Populatie

Ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen”, in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad op 11 september 2017. Titel VI van Boek XX bevat de regeling van het faillissement.

Frequentie

Maandelijks.

Timing publicatie

De publicatie van de maandelijkse faillissementscijfers vindt circa 15 dagen na de referentiemaand plaats.

Definities

Faillissement

Een onderneming is failliet als twee voorwaarden zijn vervuld: enerzijds heeft de onderneming opgehouden te betalen, d.w.z. de onderneming betaalt haar schuldeisers niet meer. Anderzijds zijn ook de leningen aan de onderneming stopgezet. Met andere woorden, de onderneming heeft het vertrouwen van zijn schuldeisers verloren. De bank weigert dan bijvoorbeeld om haar een nieuwe lening te verstrekken. Een faillissement betreft steeds één bedrijf. Een juridische constructie waarbij meerdere personen een vennootschap hebben opgericht, zoals een vennootschap onder firma (VOF), kan dus slechts tot één faillissement leiden.

Banenverlies

Het verlies van voltijd- en deeltijdbanen is afkomstig van de RSZ. Het banenverlies wordt vastgesteld op basis van de laatst bekende situatie van de onderneming, d.w.z. op het tijdstip van het faillissement. Dit totale banenverlies bestaat uit de som van 3 afzonderlijke categorieën (verlies van voltijdbanen + verlies van deeltijdbanen + verlies van banen van loontrekkende werkgevers). Loontrekkende werkgevers zijn werkgevers die zichzelf een salaris uitbetalen. Informatie over het aantal loontrekkende werkgevers is niet beschikbaar bij de RSZ en bijgevolg moet Statbel hiervan een schatting maken. Hiervoor baseert Statbel zich op de schattingsregel die Eurostat aanhaalt in het document "OECD Manual on Business Demography Statistics » en dit voor de volgende 2 ondernemingscategorieën :

  • Zelfstandige (Type1): 1 loontrekkende werkgever
  • Partnerschap en andere rechtsvormen (Type3): 2 loontrekkende werkgevers

Op basis van de resultaten van januari 2022, na een grondige analyse van de in België beschikbare rechtsvormen besloot Statbel om, en dit in overeenstemming met de hierboven vermeldde internationale schattingsregel, 1 tot 3 loontrekkende werkgever(s) toe te kennen bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Type2). en dit met terugwerkende kracht, volgens de Belgische wettelijke voorschriften met betrekking tot de oprichting van een vennootschap (voorheen werden er “0” loontrekkende werkgevers toegewezen). Een identieke benadering wordt reeds toegepast in andere statistieken (bv. demografie van de ondernemingen, BTW-plichtige ondernemingen, ...).

Opmerking

bv/bvba: Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen op 1 mei 2019, waarbij nieuwe vennootschapsvormen werden ingevoerd, hadden de bvba's tot 1 januari 2024 de tijd om vrijwillig hun rechtsvorm te wijzigen voordat ze automatisch de rechtsvorm bv kregen. Sinds 1 januari 2024 worden daarom de bvba's bij deze juridische vorm meegeteld.

Metadata