Vanaf het einde van de jaren 2040 blijft de bevolkingsgroei alleen nog in het Vlaams Gewest positief
Demografische vooruitzichten 2023-2070
Het aantal inwoners blijft in België de komende jaren stijgen, met jaarlijks gemiddeld 25.000 bijkomende inwoners tot 2070 (een stijging van 10% tussen 2023 en 2070). Op regionaal vlak lopen de evoluties uiteen. De bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daalt tussen 2023 en 2070 met 4%. In Wallonië is de bevolkingsgroei tussen 2023 en 2070 met 2% erg laag; met een negatieve groei vanaf het einde van de jaren 2040. In het Vlaams Gewest blijft deze groei dynamischer en stijgt het aantal inwoners met 17% tegen 2070.
Auteurs: Marie Vandresse, vm@plan.be; Hendrik Nevejan, hn@plan.be; Nicole Fasquelle, nf@plan.be; Johan Duyck, jd@plan.be
Het migratiesaldo: de drijvende kracht achter de bevolkingsgroei in de projectie
De demografische groei van een land is het nettoresultaat van de instroom (geboorten en immigraties) en de uitstroom (sterfgevallen en emigraties) van de bevolking. Het natuurlijk saldo staat voor geboorten min sterfgevallen, terwijl het internationaal migratiesaldo staat voor immigraties min emigraties. Tot de jaren 1970 kon de demografische groei grotendeels verklaard worden door het natuurlijk saldo, dat hoger was dan het migratiesaldo. Nadien en tot het begin van de jaren 2000 droegen deze twee componenten bij aan de bevolkingsgroei. Vanaf de jaren 2000 wordt het internationaal migratiesaldo veel hoger dan het natuurlijk saldo. In de projectie is het migratiesaldo nog steeds de belangrijkste drijvende kracht achter de bevolkingsgroei. En vanaf 2040 is de positieve groei van het aantal inwoners in België enkel toe te schrijven aan het migratiesaldo, aangezien het natuurlijk saldo negatief wordt.
Jaarlijkse groei ruim een derde kleiner dan de sinds 1970 waargenomen groei
De gemiddelde groei van het aantal inwoners in België over de laatste 50 jaar (sinds 1970) bedraagt bijna 40.000 bijkomende personen per jaar. In de projectie bedraagt die groei bijna 25.000 personen per jaar. De Belgische bevolking blijft dus groeien, maar minder snel. In 2070 telt België 12,9 miljoen inwoners, of een toename van 1,2 miljoen inwoners tussen 2023 en 2070.
Deze cijfers zijn gebaseerd op een reeks hypothesen over de toekomstige trends in internationale migratie, sterfte en vruchtbaarheid (zie hieronder), rekening houdend met de onderliggende trends van deze drie factoren.
Bevolkingsgroei – België
Aantallen
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
In de projectie stabiliseert de immigratie zich
Het totale aantal immigraties is gestegen van iets minder dan 100.000 per jaar in 2000 tot 166.000 in 2010. Het afgelopen decennium schommelde dit cijfer tussen 150.000 en 160.000. Tegen 2070 blijft de immigratie relatief stabiel op ongeveer 160.000 personen. De emigratie volgt een vergelijkbare trend, maar op een lager niveau, en komt uit op ongeveer 130.000 personen per jaar.
Internationale immigratie en emigratie - België
Aantallen
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
In de projectie worden de immigratiestromen gestimuleerd door de bevolkingsgroei in de niet-EU-landen, maar afgeremd door een lagere bevolkingsgroei in de EU-landen. Het aanzuigeffect als gevolg van de uitbreiding van de EU tussen 2000 en 2010 leidde tot een belangrijke immigratie vanuit de nieuwe lidstaten, maar verdwijnt in de projectie. Deze elementen verklaren waarom de immigratie stabiel blijft in de projectie.
Internationale immigratie volgens nationaliteit bij aankomst (uitgezonderd Belgische nationaliteit) – België
Aantallen
Lage vruchtbaarheid, stijgende levensverwachting
Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw is één van de belangrijkste hypothesen om het aantal geboorten te bepalen. Op basis van de adviezen van nationale en internationale experts, gecombineerd met de resultaten van het ReNaissance microsimulatiemodel ontwikkeld door het Centre for Population, Familiy & Health van de Universiteit Antwerpen, is de vruchtbaarheidshypothese op lange termijn vastgesteld op 1,6 kinderen per vrouw vanaf 2035. In 2022 bedroeg het gemiddeld aantal kinderen per vrouw 1,5.
Het vruchtbaarheidscijfer stijgt dus licht in de projectie, maar het niveau van eind jaren 2000 wordt niet meer bereikt (1,9 kinderen per vrouw). Dit weerspiegelt een gedeeltelijk herstel van het aantal geboorten na de sinds 2010 waargenomen daling. De vele onzekerheden over de toekomstige ontwikkeling van onze samenleving lijken een (neerwaarts) effect te hebben op het aantal door koppels gewenste kinderen, en niet alleen op het tijdstip waarop kinderen worden gewenst.
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw - België
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
In vergelijking met de demografische projectie van januari 2023 is het vruchtbaarheidsniveau op lange termijn neerwaarts herzien (het bedroeg toen 1,7 kinderen per vrouw). De keuze voor deze herziening, evenals de impact ervan op de evolutie van het aantal geboorten en de demografische groei, worden voorgesteld in het samenvattend artikel.
In het gekozen demografisch scenario zet de dalende evolutie van de sterftekansen op elke leeftijd zich voort, wat wordt weerspiegeld in een stijging van de levensverwachting (88,9 jaar in 2070 vergeleken met 81,7 jaar in 2022 – mannen en vrouwen samen).
Levensverwachting bij de geboorte - België
Jaren
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
De vergrijzing van de bevolking heeft invloed op het aantal huishoudens
In de komende jaren zal de Belgische bevolking verder vergrijzen, als gevolg van de stijgende levensverwachting en de lage vruchtbaarheid, maar vooral, en in het bijzonder in de komende 20 jaar, door de babyboomgeneratie die geleidelijk leidt tot een aanzienlijke toename van het aantal 66-plussers.
Evolutie van de bevolking per leeftijdsgroep – België
Aantallen
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
In 2070 telt België 2,4 personen tussen 18 en 66 jaar voor elke 67-plusser. Op 1 januari 2023 bedroeg die verhouding 3,6 personen tussen 18 en 66 jaar voor elke 67-plusser.
Deze verandering in de leeftijdsstructuur van de bevolking heeft gevolgen voor de huishoudensgrootte, die daalt van gemiddeld 2,3 personen per huishouden in 2023 tot 2,1 personen in 2070. De vergrijzing van de bevolking verklaart grotendeels deze dalende trend in de huishoudensgrootte. Het aantal ouderen dat in een eenpersoonshuishouden woont, neemt aanzienlijk toe. Andere verklarende factoren achter deze dalende trend in de huishoudensgrootte houden verband met de evolutie van de levenswijzen (toenemend aantal echtscheidingen en scheidingen, hogere leeftijd waarop personen samenwonen, enz.)
Projectie van de huishoudensgrootte - België
Aantal personen per huishouden
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
Rekening houdend met deze evoluties stijgt het aantal huishoudens van 5,1 miljoen in 2023 tot 5,9 miljoen in 2070, een stijging van 16%, terwijl de bevolking met 10% toeneemt.
Projectie van het aantal huishoudens - België
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
Regionale bevolkingsprojecties
Brussels Hoofdstedelijk Gewest – In de projectie groeit de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zeer traag tot 2040 (gemiddeld +500 inwoners per jaar) en wordt daarna negatief (gemiddeld -1.900 inwoners per jaar). Over de periode 2040-2070 wordt het negatief intern migratiesaldo (meer uitstroom uit het Brussels Gewest naar de twee andere gewesten dan instroom uit deze twee gewesten) niet langer gecompenseerd door de bijdragen van de internationale migratie en het natuurlijk saldo. In 2070 bedraagt het aantal inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,195 miljoen, tegenover 1,240 miljoen in 2023 (-4%).
Bevolkingsgroei - Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Aantallen
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
Vlaams Gewest – In de projectie blijft de bevolkingsgroei in het Vlaams Gewest krachtig. De bevolking stijgt met gemiddeld 24.000 inwoners per jaar in de periode 2023-2070. Het Vlaams Gewest telt 7,9 miljoen inwoners in 2070, een stijging van 17% ten opzichte van 2023 (+ 1,1 miljoen inwoners). Het intern migratiesaldo wordt de belangrijkste factor van deze groei. Het natuurlijk saldo is negatief over de volledige projectieperiode. Er zijn minder geboorten dan sterfgevallen, vooral in de periode 2040-2070, wanneer de babyboomgeneratie de leeftijd bereikt waarop de sterftekansen het grootst zijn.
Bevolkingsgroei - Vlaams Gewest
Aantallen
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
Waals Gewest – De komende drie decennia blijft de groei van het aantal inwoners in het Waals Gewest positief, maar neigt geleidelijk naar nul. Vanaf eind de jaren 2040 leidt het natuurlijk saldo, dat zeer negatief wordt, tot een negatieve bevolkingsgroei in Wallonië. De positieve interne en internationale migratiesaldi kunnen niet langer het negatief natuurlijk saldo compenseren. In 2070 telt het Waals Gewest bijna 3,8 miljoen inwoners, een stijging van 2% ten opzichte van 2023 (+ 74.000 inwoners).
Bevolkingsgroei - Waals Gewest
Aantallen
Bronnen: 1948-2023: Statbel.
2023-2070: Demografische vooruitzichten 2023-2070, FPB.
Het Federaal Planbureau publiceert jaarlijks in samenwerking met Statbel demografische vooruitzichten (bevolking en huishoudens) voor België.
Bevolkingsvooruitzichten worden gebruikt in verschillende projecties van het FPB, met name de Economische begroting, de nationale en regionale economische vooruitzichten op middellange termijn en de budgettaire kosten van de vergrijzing en het armoederisico op lange termijn. Zij vormen ook de basis voor de langetermijn-vooruitzichten van de transportvraag en de energie-vooruitzichten.
Synthese van de demografische vooruitzichten 2023-2070 voor België en de gewesten 2023
2023 | 2030 | 2040 | 2050 | 2060 | 2070 | |
---|---|---|---|---|---|---|
België | ||||||
Bevolking | 11.697.557 | 11.989.901 | 12.317.892 | 12.544.313 | 12.682.362 | 12.857.728 |
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw | 1,5 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 |
Levensverwachting bij de geboorte - mannen | 80,4 | 81,7 | 83,5 | 85,2 | 86,7 | 88,1 |
Levensverwachting bij de geboorte - vrouwen | 84,6 | 85,4 | 86,6 | 87,7 | 88,8 | 89,8 |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | ||||||
Bevolking | 1.241.175 | 1.250.546 | 1.250.749 | 1.238.094 | 1.217.291 | 1.195.737 |
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw | 1,4 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 |
Levensverwachting bij de geboorte - mannen | 79,9 | 80,9 | 82,5 | 84,0 | 85,4 | 86,6 |
Levensverwachting bij de geboorte - vrouwen | 84,6 | 85,2 | 86,2 | 87,2 | 88,2 | 89,0 |
Vlaams Gewest | ||||||
Bevolking | 6.774.807 | 7.004.580 | 7.287.292 | 7.519.198 | 7.695.458 | 7.906.343 |
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw | 1,5 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 |
Levensverwachting bij de geboorte - mannen | 81,5 | 82,8 | 84,7 | 86,4 | 87,9 | 89,3 |
Levensverwachting bij de geboorte - vrouwen | 85,3 | 86,3 | 87,5 | 88,7 | 89,8 | 90,8 |
Waals Gewest | ||||||
Bevolking | 3.681.575 | 3.734.775 | 3.779.851 | 3.787.021 | 3.769.613 | 3.755.648 |
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw | 1,5 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 |
Levensverwachting bij de geboorte - mannen | 78,4 | 79,7 | 81,5 | 83,2 | 84,8 | 86,2 |
Levensverwachting bij de geboorte - vrouwen | 83,3 | 83,9 | 85,0 | 86,0 | 87,0 | 87,9 |
Bron : 1992-2023 : waarnemingen, Statbel; 2024-2071 : vooruitzichten FPB en Statbel |
België, gewesten en arrondissementen
- Particuliere huishoudens in België, op 1 januari 1992-2071
- Particuliere huishoudens per gewest, op 1 januari 1992-2071
- Particuliere huishoudens per arrondissement, op 1 januari 1992-2071
Beschikbare indicatoren
-
Gehuwde koppels zonder kind
-
Gehuwde koppels met kind(eren)
-
Ongehuwde samenwonende koppels zonder kind
-
Ongehuwde samenwonende koppels met kind(eren)
-
Eénpersoonshuishoudens
-
Eénoudergezinnen
-
Andere private huishoudenstypes
- Demografische indicatoren van België 1992-2070
- Demografische indicatoren per gewest 1992-2070
- Demografische indicatoren per provincie 1992-2070
- Demografische indicatoren van de Duitstalige Gemeenschap
- Demografische indicatoren per arrondissement 1992-2070
Beschikbare indicatoren
-
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw
-
Levensverwachting bij de geboorte
-
Levensverwachting op 65 jaar
-
Gemiddelde leeftijd
-
Vervanging der actieven in % (18-24)/(55-66)
-
Veroudering der actieven in % (40-66)/(18-39)
-
Veroudering in % (67+)/(0-17)
-
Intensiteit veroudering in % (80+)/(67+)
-
Afhankelijkheid in % [(0-17)+(67+)]/(18-66)
-
Afhankelijkheid der ouderen in % (67+)/(18-66)
-
Personen op actieve leeftijd per oudere (18-66)/(67+)
-
Afhankelijkheid in % [(0-14)+(65+)]/(15-64)
-
Afhankelijkheid der ouderen in % (65+)/(15-64)
-
Personen op actieve leeftijd per oudere (15-64)/(65+)
- Bevolking van België per leeftijd, op 1 januari 1992-2071
- Bevolking per gewest en leeftijd, op 1 januari 1992-2071
- Bevolking van de Duitstalige Gemeenschap per leeftijd, op 1 januari 1992-2071
- Bevolking per provincie en leeftijd, op 1 januari 1992-2071
- Bevolking per arrondissement en leeftijd, op 1 januari 1992-2071
- Loop van de bevolking van België 1992-2070
- Loop van de bevolking per gewest 1992-2070
- Loop van de bevolking van de Duitstalige Gemeenschap
- Loop van de bevolking per provincie 1992-2070
- Loop van de bevolking per arrondissement 1992-2070
Beschikbare indicatoren
-
Bevolking op 1 januari
-
Natuurlijk saldo
-
Saldo interne migraties
-
Saldo externe migraties
-
Aangroei van de bevolking
-
Bevolking op 31 december
De gegevens uit het bestand zijn het resultaat van de vooruitzichten berekend volgens de methode beschreven in WP 18-09 over de prospectieve sterftequotiënten per geslacht en uniseks :
- de rekenbladen QxObs-{F,M,U} bevatten de observaties van de sterftequotiënten in verstreken jaren, voor de vrouwen (F), de mannen (M) en uniseks (U)
- de rekenbladen ExObs-{F,M,U} bevatten de geobserveerde transversale levensverwachtingen voor de vrouwen (F), de mannen (M) en uniseks (U)
- de twee volgende rekenbladen (QxCalc-F en QxCalc-M) bevatten naast de berekende alfa's en beta's, de geprojecteerde sterftequotiënten per geslacht voor 1991 tot en met 2060
- het KxCalc-blad bevat de verhouding mannen in de bevolking tussen 1991 en 2060, berekend volgens de methode beschreven onder punt 4.3 van WP 18-09
- het QxCalc-U-rekenblad bevat de resultaten van de uniseks vooruitzichten berekend volgens de proportionele methode
- de rekenbladen ExCalc-{F,M,U} bevatten de geprojecteerde transversale levensverwachtingen, voor de vrouwen (F), de mannen (M) en uniseks (U)
- de rekenbladen EGxCalc-{F,M,U} bevatten de geprojecteerde longitudinale levensverwachtingen, voor de vrouwen (F), de mannen (M) en uniseks (U)
(*) Nota : de waarden van de longitudinale levensverwachtingen van de versie van maart 2014 (bladen EGxCalc-{F,M,U}) werden vervangen.
Doel en korte beschrijving
Op geregelde tijdstippen worden bevolkingsvooruitzichten opgesteld om de diverse spelers in het sociale, economische en politieke veld van ons land de gelegenheid te geven kennis te verkrijgen over de mogelijke evolutie van de bevolking en van de componenten ervan. Die vooruitzichten berusten op een uitgebreide kennis van de huidige demografische situatie en op hypothesen over de componenten van de loop van de bevolking: sterfte, vruchtbaarheid, interne migratie en internationale migratie. De recentste beschikbare bevolkingsvooruitzichten zijn die van 2019-2070. Zij zijn het resultaat van een nauwe samenwerking tussen het Federaal Planbureau (FPB) en Statbel. Zij werden gepubliceerd in 2020 en volgden op de vooruitzichten 2018-2070. Zij gaan uit van de waarnemingen op 1 januari 2019 en werden uitgewerkt per arrondissement, leeftijd, geslacht en twee groepen nationaliteiten. Ze worden aangevuld met huishoudensprognoses en met het berekenen van prospectieve sterftequotiënten.
Populatie
Inwoners in België
Frequentie
Driejaarlijks.
Timing publicatie
Resultaten beschikbaar 14 maanden na de referentieperiode
Definities
Leeftijd : Leeftijd gemeten in verlopen jaren op 1 januari.
Nationaliteit : De resultaten van de vooruitzichten zijn uitgesplitst in personen van Belgische nationaliteit en personen van vreemde nationaliteit (op 1 januari van dat jaar).
Administratieve entiteit: De resultaten van de vooruitzichten worden opgesteld per regio, provincie en arrondissement.
Natuurlijk saldo: verschil tussen het aantal geboorten en het aantal overlijdens.
Migratiesaldo: verschil tussen het aantal immigraties en het aantal emigraties.