Percentage voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding hoger bij jongens dan meisjes

Werk & Opleiding
Percentage voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding hoger bij jongens dan meisjes

Het percentage jongeren van 18 tot 24 jaar dat geen diploma secundair onderwijs heeft behaald en geen enkele vorm van onderwijs of opleiding meer volgt wordt in 2023 op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten geschat op 6,2%. Daarmee wordt de daling van de afgelopen jaren verder gezet. In vergelijking met begin de jaren 2000 is het cijfer meer dan gehalveerd. Toch is dit onvoldoende in het licht van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) die op vlak van kwaliteitsonderwijs werden vooropgesteld door de Verenigde Naties. Via die doelstelling streeft men ernaar dat alle jongeren op een kwaliteitsvolle manier lager en middelbaar onderwijs kunnen afwerken. Het doel is daarom om het aandeel voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding (vroegere benaming: ‘vroegtijdig schoolverlaters’) tegen 2030 terug te brengen tot 0%.

Al sinds het begin van de meting van de indicator voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding bestaat er een vrij grote kloof tussen mannen en vrouwen. In 2023 bedraagt het percentage 4,4% bij vrouwen ten opzichte van 7,9% bij mannen. Het is een verschil dat we in elk van de drie regio’s zien, maar het verschil blijkt wel opmerkelijk groter in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen. Terwijl de kloof tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen slechts 2,5 procentpunt bedraagt, zien we in Wallonië een kloof van 4,7 procentpunt en in Brussel een kloof van 5,6 procentpunt.