Levensverwachting Belgische bevolking daalt naar 80,8 jaar in 2020

Bevolking
Levensverwachting Belgische bevolking daalt naar 80,8 jaar in 2020

In 2020 bedroeg de levensverwachting bij de geboorte in België 80,8 jaar voor de totale bevolking. Vrouwen hebben een levensverwachting van 83,1 jaar , voor mannen gaat het om78,5 jaar. Dat blijkt uit een analyse van de sterftecijfers door Statbel, het Belgische statistiekbureau.

De levensverwachting bij de geboorte daalde tegenover 2019 met één jaar voor de totale bevolking. Die daling is het directe gevolg van de sterftevoorwaarden in 2020. Er wordt namelijk berekend hoe een generatie zou uitsterven, als ze in de loop van haar hele bestaan wordt blootgesteld aan dezelfde sterftevoorwaarden per leeftijd als in dit jaar. Aangezien de COVID-19-pandemie een groot effect had op de mortaliteit, heeft ook die berekening met sterftetafels een groot effect op de levensverwachting. Het is daarom belangrijk om de cijfers van 2020 met de nodige voorzichtigheid te interpreteren. We verwachten dat dit effect opnieuw zal uitdoven in de komende jaren.

DALING BIJ MANNEN IETS GROTER

De levensverwachting bij de geboorte daalt zowel bij de mannen (-387,dagen, -1,06 jaar), als bij de vrouwen (-347 dagen, -0,95 jaar). De daling in de levensverwachting lijkt bij mannen dus net iets groter te zijn. Het verschil in levensverwachting bij de geboorte tussen mannen en vrouwen bedroeg 4,5 jaar in 2020. Ter vergelijking in 1998 bedroeg het verschil in levensverwachting tussen vrouwen en mannen nog 6,3 jaar.

Ten opzichte van 2019 is de levensverwachting bij de geboorte gedaald met 1 jaar voor de totale bevolking. Deze daling is toe te schrijven aan de veranderde sterftevoorwaarden in 2020, die voornamelijk het gevolg zijn van de COVID-19-pandemie. In 2020 werden in België 126.850 overlijdens geregistreerd. Dat zijn 18.105 overlijdens meer dan in 2019, of een stijging met 16,6%, wat zich onder andere vertaalt in deze gedaalde levensverwachting. De driejaarlijkse sterftetafels zijn iets minder onderhevig aan de effecten van de COVID-19 pandemie. De driejaarlijkse levensverwachting daalde met 0,2 jaar: van 81,6 jaar in de periode 2017-2019 naar 81,4 jaar in de periode 2018-2020.

HOOGSTE LEVENSVERWACHTING IN VLAAMS GEWEST

De levensverwachting bij de geboorte ligt in 2020 nog steeds het hoogst in het Vlaams Gewest met 82,0 jaar. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg de levensverwachting 79,6 jaar en in het Waals Gewest 78,9 jaar. In vergelijking met 2019 is in Brussel de levensverwachting het sterkst gedaald met ongeveer 2 jaar, gevolgd door Wallonië met een daling van -1,3 jaar. In Vlaanderen was deze daling het minst sterk met -0,7 jaar.

HOOGSTE LEVENSVERWACHTING IN PROVINCIE VLAAMS-BRABANT, LAAGSTE IN PROVINCIE HENEGOUWEN

  • In zes van de tien Belgische provincies ligt de levensverwachting bij de geboorte in de periode 2018-2020 boven de 82 jaar.
  • De provincie met de hoogste levensverwachting is Vlaams-Brabant (82,7 jaar), gevolgd door Limburg (82,5 jaar) en Waals-Brabant (82,3 jaar).
  • Daarna volgen West-Vlaanderen (82,3 jaar), Antwerpen (82,3 jaar) en Oost-Vlaanderen (82,0 jaar).
  • Vier provincies in Wallonië bevinden zich onder het nationale gemiddelde van 81,4 jaar voor de periode 2018-2020: Luxemburg (80,2 jaar), Namen (79,7 jaar), Luik (79,6 jaar) en Henegouwen (78,8 jaar).

METHODOLOGISCHE NOTA

De sterftetafels (als momenttabellen) die door Statbel worden berekend geven aan hoe een generatie zou uitsterven indien ze in de loop van haar hele bestaan wordt blootgesteld aan de dezelfde sterftevoorwaarden per leeftijd als in het beschouwde jaar. Bij een tijdelijke gezondheidscrisis met een effect op de mortaliteit, zoals de huidige COVID-19-pandemie kent de sterftetafel grote beperkingen. De kans is namelijk heel groot dat de sterftevoorwaarden in de nabije toekomst met het uitdoven van de pandemie, sterk zullen verschillen van deze die werden waargenomen in de loop van 2020. De levensverwachting voor 2020 moet dus met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Ook de driejaarlijkse sterftetafels zijn onderhevig aan dit effect, weliswaar in mindere mate, omdat dan ook sterftevoorwaarden van jaren waarin nog geen sprake was van COVID-19 mee in rekening worden genomen voor het berekenen van de levensverwachting.