Geharmoniseerde consumptieprijsindex - maart 2023

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - maart 2023
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in maart 4,9% ten opzichte van 5,4% in februari en 7,4% in januari.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in maart 8,6% ten opzichte van 8,5% in februari.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand maart bedraagt 6,7% ten opzichte van 6,6% in februari.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn brood en granen, vlees, zuivelproducten, groenten, restaurants en cafés, niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten), tabak en suikerwaren.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn gas, huisbrandolie, brandstoffen, elektriciteit en telecommunicatie.
  • Eurostat zal op 19 april de geharmoniseerde consumptieprijsindex van maart voor de EU-landen publiceren.

De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1]  bedraagt in maart 4,9% ten opzichte van 5,4% in februari en 7,4% in januari. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) [2] bedraagt in maart 5,6% tegenover 6,8% in februari. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de tijdelijke btw-verlaging voor elektriciteit en gas. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedroeg 8,6% in maart, tegenover 8,5% in februari en 8,2% in januari. De inflatie zonder energieproducten stijgt tot 9,0% in maart ten opzichte van 8,8% in februari en 8,6% in januari.

De inflatie voor voeding bedraagt deze maand 20,3%, tegenover 19,4% vorige maand. Deze inflatie is de afgelopen maanden dus fors toegenomen. In maart 2022 was ze nog 4,7%. De inflatie van voornamelijk oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen, alsook vlees is de afgelopen maanden sterk gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 31,3%. In maart van vorig jaar was ze nog 13,0%. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 31,0% ten opzichte van 5,9% in maart 2022. Vis heeft deze maand een inflatie van 17,2%. In maart van vorig jaar was ze nog 5,5%. Voor brood en granen is ze deze maand 22,0% ten opzichte van 5,3% in maart 2022. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 16,8% ten opzichte van 3,1% in maart vorig jaar.

De terugval van de inflatie kan toegeschreven worden aan de daling van de prijzen van energie. De bijdrage van energie tot de inflatie  is nu negatief en bedraagt -2,9%. Voeding levert een bijdrage van 3,2%.

Elektriciteit is nu 2,3% goedkoper dan een jaar geleden. Aardgas is 45,6% goedkoper op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is met 32,3% gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in januari gemeten voor “voeding en alcoholvrije dranken” (20,3%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “Huisvesting, water en energie” (-9,7%). De hoofdgroep die in maart de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “voeding en alcoholvrije dranken” met 2,8 procentpunten. De groep “huisvesting, water en energie” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -3,6 procentpunten.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
jan/23 feb/23 mrt/23 mrt/23 jan/23 feb/23 mrt/23
0 Totaal bestedingen 1.000,0 7,4 5,4 4,9 5,6      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 155,4 18,8 19,4 20,3 20,3 2,1 2,6 2,8
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 47,4 8,4 8,9 8,9 6,6 0,0 0,2 0,2
3 Kleding en schoeisel 60,1 8,2 5,3 6,3 6,3 0,0 0,0 0,1
4 Huisvesting, water en energie 201,3 2,3 -8,1 -9,7 -6,6 -1,3 -3,3 -3,6
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 72,9 7,2 7,5 7,4 7,4 0,0 0,2 0,2
6 Gezondheid 70,6 4,8 4,9 4,8 4,8 -0,2 -0,1 0,0
7 Vervoer 105,9 6,4 5,9 2,5 3,1 -0,1 0,1 -0,3
8 Communicatie 32,2 2,0 2,4 1,9 1,9 -0,2 -0,1 -0,1
9 Recreatie en cultuur 85,8 5,1 5,2 5,4 5,4 -0,2 0,0 0,1
10 Onderwijs 5,4 1,6 1,6 1,6 1,6 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 82,7 8,1 8,3 8,6 8,6 0,1 0,3 0,3
12 Diverse goederen en diensten 80,4 6,7 7,0 7,1 7,1 -0,1 0,1 0,2

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in maart -19,2% ten opzichte van -14,7% in februari en 0,9% in januari. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 2,9%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 39,8% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen stijgt licht van 16,9% in februari naar 17,6% in maart. In januari bedroeg ze 16,3%. Tegenover vorige maand stegen de prijzen met gemiddeld 1,1%. De gemiddelde inflatie bedraagt 11,5% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in maart 17,5% ten opzichte van 16,6% in februari en 16,1% in januari. Ten opzichte van februari stegen de prijzen gemiddeld met 5,0%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 11,0% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in maart 7,0%, dat is een lichte stijging ten opzichte van februari. Ten opzichte van de vorige maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,4%.
  • Voor diensten (inclusief huur) blijft de inflatie stabiel met 5,9% in februari tot deze maand. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 4.5% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in maart 8,6%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 8,5% die werd geregistreerd in februari. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 6,2%. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 0,4%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
jan/23 feb/23 mrt/23 mrt/23 mrt/23
Totaal bestedingen 1.000,0 7,4 5,4 4,9 9,5 0,2
Energiedragers 146,8 0,9 -14,7 -19,2 39,8 -2,9
Bewerkte levensmiddelen 163,3 16,3 16,9 17,6 11,5 1,1
Niet-bewerkte levensmiddelen 39,5 16,1 16,6 17,5 11,0 5,0
Niet-energetische industriële goederen 248,9 6,7 6,7 7,0 5,2 0,4
Diensten 401,5 5,5 5,9 5,9 4,5 0,1
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 813,7 8,2 8,5 8,6 6,2 0,4

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door brood en granen met 0,52 procentpunt. Vlees heeft een positieve impact van 0,50 procentpunt. Zuivelproducten hebben een positieve impact van 0,49 procentpunt. Groenten hebben een impact van 0,31 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een positieve impact van 0,26 procentpunt. Niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten) hebben een positieve impact van 0,17 procentpunt. Tabak en suikerwaren hebben beide een impact van 0,14 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2023 mar/23
01.1.1 Brood en granen 30,4 0,52
01.1.4 Zuivelproducten 40,5 0,50
01.1.2 Vlees 19,2 0,49
01.1.7 Groenten 14,5 0,31
11.1.1 Restaurants en cafés 71 0,26
05.6.1 Niet-duurzame huishoudartikelen 11,3 0,17
02.2.0 Tabak 30,5 0,14
01.1.8 Suikerwaren 11 0,14

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor aardgas, met een impact van -2,10 procentpunten. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,73 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een negatieve impact van -0,53 procentpunt. Elektriciteit heeft een negatieve impact van -0,34 procentpunt. Ten slotte, heeft de telecommunicatie een negatieve impact van -0,14 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2023 mar/23
04.5.2 Gas 45,9 -2,1
04.5.3 Huisbrandolie 17,3 -0,73
07.2.2 Motorbrandstoffen 33,9 -0,53
04.5.1 Elektriciteit 48,9 -0,34
08.3.0 Telefoon- en faxdiensten 29,4 -0,14

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van maart. Deze inflatie bedroeg in maart in België 4,9%. Nederland tekende een inflatie op van 4,5% in maart. Dit is een daling ten opzichte van de 8,9% in februari. In Frankrijk bedroeg de inflatie in maart 6,6%, een lichte daling ten opzichte van de 7,3% in februari. De eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van maart voor Duitsland was 7,8%, een lichte daling ten opzichte van februari toen de inflatie 9,3% bedroeg.

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor maart nog niet publiceerde, is februari de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in februari 6,8%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 8,8% in januari. In februari bedroeg deze inflatie in Duitsland 9,6%. Dat is een lichte stijging ten opzichte van januari, toen de inflatie 9,5% bedroeg. In februari is de inflatie in Frankrijk licht gedaald van 7,5% in januari tot 7,3%. In Nederland steeg deze inflatie naar 9,1% in februari. In januari bedroeg deze inflatie 8,5%.


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).