- De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in maart 2,2% ten opzichte van 2,0% in februari. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in maart 1.5%.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand maart bedroeg 2,3% ten opzichte van 2,2% in februari.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn elektriciteit, motorbrandstoffen, huisbrandolie, buitenlandse reizen, tabak en gas.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, vlees, telecommunicatie en kleding.
- De geharmoniseerde consumptieprijsindex van maart voor de EU-landen wordt op 17 april gepubliceerd door Eurostat.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in maart 2,2% ten opzichte van 2,0% in februari. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in maart 2,0% ten opzichte van 1,7% in februari. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in maart gemeten voor “huisvesting, water en energie” (4,2%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “communicatie” (0,2%).
De hoofdgroep die in maart de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 0,4 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door de groep “voeding en alcoholvrije dranken” met -0,2 procentpunt.
Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen
Productgroep | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | Impact op inflatie (%-punt) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HICP | HICP-CT | ||||||||
jan/19 | feb/19 | mrt/19 | mrt/19 | jan/19 | feb/19 | mrt/19 | |||
0 | Totaal bestedingen | 1.000,0 | 1,8 | 2,0 | 2,2 | 2,0 | |||
1 | Voeding en alcoholvrije dranken | 165,0 | 1,0 | 0,7 | 1,0 | 1,0 | -0,1 | -0,2 | -0,2 |
2 | Alcoholhoudende dranken en tabak | 49,7 | 4,6 | 4,1 | 2,9 | 1,1 | 0,1 | 0,1 | 0,0 |
3 | Kleding en schoeisel | 53,2 | 0,4 | 0,6 | 0,7 | 0,7 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
4 | Huisvesting, water en energie | 162,8 | 3,1 | 3,6 | 4,2 | 4,1 | 0,3 | 0,3 | 0,4 |
5 | Stoffering en huishoudelijke apparaten | 74,1 | 0,8 | 0,8 | 0,6 | 0,6 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
6 | Gezondheid | 81,5 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
7 | Vervoer | 123,6 | 1,7 | 2,6 | 3,5 | 2,8 | 0,0 | 0,1 | 0,2 |
8 | Communicatie | 32,9 | 0,4 | 0,6 | 0,2 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | -0,1 |
9 | Recreatie en cultuur | 87,8 | 2,3 | 3,3 | 2,8 | 2,8 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
10 | Onderwijs | 5,0 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
11 | Hotels, cafés en restaurants | 80,7 | 1,0 | 1,0 | 2,0 | 2,0 | -0,1 | -0,1 | 0,0 |
12 | Diverse goederen en diensten | 83,7 | 2,1 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
- Voor de energiedragers stijgt de inflatie. Ze bedraagt in maart 8,6% ten opzichte van 6,2% in februari. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,6%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 10,1%.
- De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in maart 1,7% ten opzichte van 1,9% in februari en 2,2% in januari. Ten opzichte van februari stegen de prijzen gemiddeld met 0,2%.
- De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in maart 0,2% ten opzichte van -0,2% in februari en 0,4% in januari. Ten opzichte van februari stegen de prijzen gemiddeld met 2,7%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 1,9%.
- De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in maart 1,0% net zoals in februari. Ten opzichte van februari bleven de prijzen gemiddeld ongewijzigd.
- Voor de diensten bedraagt de inflatie in maart 1,8%, ze blijft daarmee stabiel ten opzichte van februari. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen gemiddeld met 0,2%.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in maart 1,5%, een lichte daling ten opzichte van de 1,6% in februari. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 1,6%. Ten opzichte van vorige maand bleven de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld stabiel.
Inflatie volgens specifieke aggregaten
Specifieke aggregaten | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | 12 maandelijks gemiddelde (%) | Maandelijkse wijziging | ||
---|---|---|---|---|---|---|
jan/19 | feb/19 | mrt/19 | mrt/19 | mrt/19 | ||
Totaal bestedingen | 1.000,0 | 1,8 | 2,0 | 2,2 | 2,4 | 0,2 |
Energiedragers | 97,4 | 4,3 | 6,2 | 8,6 | 10,1 | 1,6 |
Bewerkte levensmiddelen | 171,5 | 2,2 | 1,9 | 1,7 | 2,6 | 0,2 |
Niet-bewerkte levensmiddelen | 43,2 | 0,4 | -0,2 | 0,2 | 1,9 | 2,7 |
Niet-energetische industriële goederen | 267,2 | 0,9 | 1,0 | 1,0 | 0,9 | 0,0 |
Diensten | 420,8 | 1,7 | 1,8 | 1,8 | 1,6 | -0,2 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) | 859,4 | 1,6 | 1,6 | 1,5 | 1,6 | 0,0 |
Impact van subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door elektriciteit met een impact van 0,21 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een impact van 0,20 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,17 procentpunt. Buitenlandse reizen hebben een impact van 0,09 procentpunt. Tot slot hebben tabak en gas een impact van respectievelijk 0,08 en 0,07 procentpunt.
Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2019 | mrt/19 | ||
04.5.1 | Elektriciteit | 31,9 | 0,21 |
07.2.2 | Motorbrandstoffen | 34,9 | 0,20 |
04.5.3 | Huisbrandolie | 12,5 | 0,17 |
09.6.0 | Buitenlandse reizen | 13,9 | 0,09 |
02.2.0 | Tabak | 30,5 | 0,08 |
04.5.2 | Gas | 17,2 | 0,07 |
De negatieve impact op de inflatie is het grootst voor woninghuur met een impact van -0,08 procentpunt. Vlees, telecommunicatie en kleding hebben telkens een impact van -0,07 procentpunt.
Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2019 | mrt/19 | ||
04.1.0 | Woninghuur | 62,7 | -0,08 |
01.1.2 | Vlees | 41,9 | -0,07 |
08.3.0 | Telecommunicatie | 30,8 | -0,07 |
03.1.2 | Kleding | 42,1 | -0,07 |
Vergelijking van België met de buurlanden
Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand februari.
In februari bedroeg de inflatie in België 2,0%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,8% in januari. Nederland tekende een inflatie op van 2,6% in februari; ze steeg daarmee ten opzichte van de 2,0% in januari. In Frankrijk bedroeg de inflatie in februari 1,6%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,4% in januari. In Duitsland bedroeg de inflatie in februari 1,7%, ze bleef daarmee stabiel ten opzichte van januari.
De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in februari 1,7%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 1,5% in januari. In Duitsland bedroeg deze inflatie 1,7%, identiek aan de gewone HICP inflatie. In Frankrijk steeg deze inflatie in februari naar 1,2% ten opzichte van de 1,1% in januari. In Nederland bedroeg deze inflatie in februari 1,1%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 0,5% in januari.