28,6% van Belgische kinderen uit éénoudergezinnen is materieel gedepriveerd

Huishoudens
28,6% van Belgische kinderen uit éénoudergezinnen is materieel gedepriveerd

12,8% van de Belgische kinderen is materieel gedepriveerd. Zij hebben bijvoorbeeld geen stevige schoenen, leeftijdsspecifiek speelgoed, krijgen onvoldoende gezonde voeding of kunnen niet op vakantie gaan. Dat meldt Statbel, het Belgische statistiekbureau, op basis van de kinderspecifieke materiële deprivatie indicator uit de SILC-enquête 2021 naar inkomens en levensomstandigheden.

De situatie is het meest precair bij kinderen die wonen in een huishouden dat huurt (33,6%) of waar slechts één ouder aanwezig is (28,6%). Voor kinderen wiens ouders laagopgeleid zijn (36,4%) en kinderen waarvan minstens één ouder niet in de EU is geboren (32,9%) vormt materiële deprivatie eveneens een groter risico. Ook de regionale verschillen zijn sterk uitgesproken: in Brussel gaat het over 21% van de kinderen, in Wallonië over 17,3% en in Vlaanderen over 8,5% van de kinderen.

De grootste moeilijkheden zijn één week per jaar op vakantie gaan, nieuwe kledij kopen en op regelmatige basis deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten, wat voor respectievelijk 17,5%, 8,9% en 5,6% van de Belgische kinderen financieel onhaalbaar is. Een kind wordt als materieel gedepriveerd beschouwd wanneer de financiële middelen ontoereikend zijn voor minstens drie van onderstaande levensomstandigheden: