Maandelijkse faillissementen

Juni 2025: 1.134 faillissementen

Ondernemingen
Juni 2025: 1.134 faillissementen

In juni 2025 registreerden de ondernemingsrechtbanken 1.134 faillissementen. Dit betekent een stijging met 28,0% ten opzichte van mei 2025 (886).

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert eveneens een uitgebreid rapport met de belangrijkste evoluties in de maandelijkse faillissementscijfers, dat u hier kunt raadplegen.

Het aantal geregistreerde faillissementen in juni 2025 ligt hoger in vergelijking met dezelfde maand in 2024 (+4,2%) en in 2023 (+3,8%). Dit is de hoogste waarde voor een maand juni in België sinds het vorige record in 2023 (1.092).

Op regionaal niveau steeg het aantal faillissementen in elke regio ten opzichte van mei 2025. Enkel in het Vlaamse Gewest steeg dit aantal in vergelijking met zowel juni 2024 (+10,4%) als juni 2023 (+8,3%). Dit is trouwens het hoogste aantal faillissementen voor een maand juni in het Vlaamse Gewest sinds het vorige record in 2023 (666 tegen 615).

Sinds begin dit jaar hebben de ondernemingsrechtbanken 3.521 faillissementen in het Vlaamse Gewest uitgesproken. Dit cijfer ligt 4,6% hoger dan het vorige record uit 2024 (3.365).

Het aantal in juni 2025 geregistreerde faillissementen nam ten opzichte van mei 2025 toe in alle activiteitssectoren. Vijf sectoren telden ook een groter aantal faillissementen in vergelijking met zowel juni 2024 als juni 2023:

  • de bouwnijverheid waar 288 faillissementen werden uitgesproken, oftewel de hoogste waarde voor een maand juni sinds het vorige record in 2024 (248);
  • de overige diensten met 178 faillissementen, waar men moet teruggaan tot 2022 om voor deze maand een groter aantal te vinden (209);
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten met 107 faillissementen, hetgeen het hoogste aantal faillissementen betekent voor een maand juni aangezien het vorige record 100 faillissementen in juni 2015 betrof;
  • informatie en communicatie waar 36 faillissementen werden uitgesproken, oftewel de hoogste waarde voor een maand juni sinds 2017 (40);
  • landbouw en visserij met 10 faillissementen, waar men moet teruggaan tot 2022 om voor deze maand een gelijk aantal te vinden.

Na zes maanden in 2025 vormt het aantal faillissementen in België een record in twee activiteitssectoren:

  • de bouwnijverheid met 1.481 faillissementen, oftewel 10,4% hoger dan het vorige record in 2024 (1.342);
  • vervoer en opslag waar 403 faillissementen werden uitgesproken, hetgeen een toename met 8,6% betekent ten opzichte van het vorige record in 2024 (371).

Het aantal banen dat in juni 2025 verloren ging ten gevolge van faillissementen bedroeg 2.649. Dit betekent een stijging met 51,7% in vergelijking met mei 2025 (1.746). Dit betekent ook een toename met 10,8% ten opzichte van juni 2024 en met 10,1% ten opzichte van juni 2023. Men moet teruggaan tot juni 2020 om voor deze maand een groter aantal verloren arbeidsplaatsen in België terug te vinden (2.930).

Het aantal verloren arbeidsplaatsen in juni 2025 ligt in elke regio hoger ten opzichte van mei 2025. In het Vlaamse Gewest en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest steeg het banenverlies in vergelijking met zowel juni 2024 als juni 2023. Men moet teruggaan tot 2020 om een groter aantal verloren arbeidsplaatsen in juni in het Vlaamse Gewest te vinden (2.165 tegen 1.398) en tot 2021 om meer verloren banen in juni in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te vinden (588 tegen 573).

Na zes maanden in 2025 gingen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 3.179 banen verloren ten gevolge van faillissementen. Dit aantal overtreft met 3,1% het vorige record van 2019 (3.084).

Het aantal verloren arbeidsplaatsen in juni 2025 ten gevolge van een faillissement steeg ten opzichte van mei 2025 in acht activiteitssectoren. Vier van deze sectoren telden een groter banenverlies in vergelijking met zowel juni 2024 als juni 2023:

  • de bouwnijverheid met 564 banenverlies, hetgeen de hoogste waarde betekent voor deze maand sinds 2015 (606);
  • de overige diensten met 524 verloren arbeidsplaatsen, waar men moet teruggaan tot 2022 om voor deze maand een groter aantal te vinden (545);
  • de horeca waar 478 banen verloren gingen, oftewel het hoogste aantal voor een maand juni sinds het vorige record in 2014 (470);
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten met 213 banenverlies, hetgeen de hoogste waarde betekent voor deze maand sinds 2013 (279).

Ten slotte, sinds begin dit jaar bedroeg het aantal verloren banen 3.173 in de horeca. Dit cijfer ligt 16,4% hoger dan het vorige record in 2016 (2.727).

Naast dit persbericht en het bijkomend verslag, die beide slaan op de periode 2013-2025, publiceert Statbel op zijn website ook meer gedetailleerde maandcijfers, die kunnen worden uitgesplitst per gemeente, per NACEBEL-2008 classificatie of met historische cijfers die teruggaan tot het jaar 2000 wat betreft het aantal faillissementen en tot 2005 wat betreft het banenverlies. Deze cijfers zijn beschikbaar op be.STAT via het tabblad "Cijfers" van deze publicatie.

Bij de interpretatie van deze cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is de economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Faillissementen
Jaren

Doel en korte beschrijving

Iedere maand berekent Statbel de faillissementscijfers van de voorgaande maand. De cijfers worden circa 15 dagen na de referentiemaand gepubliceerd. Aanvullend op de maandelijkse cijfers kan Statbel ook tussentijdse, wekelijkse ramingen maken. Deze weekcijfers maken het mogelijk om snel de eerste trends waar te nemen. Naast de cijfers over het aantal faillissementen berekent Statbel ook steeds het bijhorende banenverlies. Voor het banenverlies doet Statbel een beroep op de laatst beschikbare informatie bij de RSZ.

De door Statbel opgestelde faillissementsstatistieken zijn gebaseerd op gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en het statistisch ondernemingsregister. Bij de interpretatie van de cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is een economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Door de genomen maatregelen tijdens de Covid-19-crisis en de daarmee gepaard gaande lockdown, beperkten de ondernemingsrechtbanken en griffies hun activiteiten tot 18 mei 2020. Bovendien was tot 17 juni 2020 een tijdelijk moratorium van kracht om bedrijven die voor 18 maart 2020 in goede gezondheid verkeerden, te beschermen tegen de gevolgen van de COVID-19-crisis.

Vervolgens keurde de federale regering op vrijdag 6 november 2020 een nieuw moratorium op faillissementen goed. Dit moratorium was van kracht tot en met 31 januari 2021 en bood bescherming aan deze bedrijven die hun deuren verplicht moesten sluiten als gevolg van het ministerieel besluit van 1 november 2020 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 betreffende noodmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus COVID-19.

Om het einde van dit tweede moratorium te compenseren, hervormde de federale regering de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Deze hervorming, die de procedure flexibeler moet maken, bestaat uit drie lijnen. Vooreerst moeten ondernemingen bij aanvang van de procedure slechts 3 in plaats van 11 documenten indienen. De resterende documenten kunnen in de loop van de procedure worden ingediend. Vervolgens zou het niet langer verplicht zijn om de procedure in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Dit stelt de bemiddelaar in staat om de schuldeisers in volle discretie te ontmoeten en hen te overtuigen af te zien van een snelle terugbetaling van hun vorderingen alvorens een akkoord is bereikt. Ten slotte moedigt men de procedure voor gerechtelijke reorganisatie op basis van een minnelijke schikking aan, doordat deze procedure recht zal geven op een belastingvrijstelling die momenteel enkel geldt voor reorganisaties die bij gerechtelijk vonnis werden verkregen. De bepalingen met betrekking tot de eerste twee pijlers van de hervorming zouden initieel maar van kracht zijn tot en met 30 juni 2021, maar werden bij Koninklijk Besluit van 24 juni 2021 tot verlenging van de artikelen 2, 4 tot 12 van de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 verlengd tot 16 juli 2022.

Tussen deze twee moratoria in, beslisten zowel de FOD Financiën als de RSZ om een feitelijk moratorium in te stellen, door bedrijven niet failliet te laten gaan als gevolg van schulden bij de belastingdiensten of de sociale zekerheid. Deze regeling bleef ook na 1 februari 2021 van kracht, totdat de RSZ vanaf oktober 2021 en de fiscus in verschillende provincies rond maart 2022 de dagvaardingen hervatten.

Daarnaast vinden in de maanden juli en augustus het gerechtelijk zomerreces plaats. De rechtbanken blijven gedurende deze periode open, maar het aantal hoorzittingen word verminderd. Daarom liggen de faillissementscijfers in deze periode lager.

Bovendien waren verschillende maatregelen van kracht – zowel op federaal, op gewestelijk als op lokaal niveau – om de ondernemingen te ondersteunen tijdens de Covid-19 crisisperiode. De RSZ kende bijvoorbeeld minnelijke afbetalingsplannen toe met een maximale duur van 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. En op het niveau van de RVA kon de volledige tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het coronavirus of het conflict in Oekraïne tot 30 juni 2022 worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid ten gevolge van overmacht corona.

Ten slotte ontstonden recentelijk nieuwe steunmaatregelen om bedrijven te ondersteunen tijdens de energiecrisis. Op het niveau van de RSZ kunnen ondernemingen onder meer een minnelijk afbetalingsplan aanvragen terwijl energie-intensieve bedrijven gebruik kunnen maken van een bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor energie-intensieve bedrijven.

Alle hierboven beschreven overheidsmaatregelen hebben een matigend effect op het aantal faillissementen uitgesproken sinds maart 2020.

Populatie

Ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen”, in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad op 11 september 2017. Titel VI van Boek XX bevat de regeling van het faillissement.

Frequentie

Maandelijks.

Timing publicatie en revisie

De publicatie van de maandelijkse faillissementscijfers vindt circa 15 dagen na de referentiemaand plaats. Bij iedere publicatie worden de cijfers van de drie voorgaande maanden gereviseerd. De cijfers voor januari 2025 worden echter niet gereviseerd.

Definities

Faillissement

Een onderneming is failliet als twee voorwaarden zijn vervuld: enerzijds heeft de onderneming opgehouden te betalen, d.w.z. de onderneming betaalt haar schuldeisers niet meer. Anderzijds zijn ook de leningen aan de onderneming stopgezet. Met andere woorden, de onderneming heeft het vertrouwen van zijn schuldeisers verloren. De bank weigert dan bijvoorbeeld om haar een nieuwe lening te verstrekken. Een faillissement betreft steeds één bedrijf. Een juridische constructie waarbij meerdere personen een vennootschap hebben opgericht, zoals een vennootschap onder firma (VOF), kan dus slechts tot één faillissement leiden.

Banenverlies

Het verlies van voltijd- en deeltijdbanen is afkomstig van de RSZ. Het banenverlies wordt vastgesteld op basis van de laatst bekende situatie van de onderneming, d.w.z. op het tijdstip van het faillissement. Dit totale banenverlies bestaat uit de som van 3 afzonderlijke categorieën (verlies van voltijdbanen + verlies van deeltijdbanen + verlies van banen van loontrekkende werkgevers).

Loontrekkende werkgevers zijn werkgevers die zichzelf een salaris uitbetalen. De informatie over dit aantal loontrekkende werkgevers is niet beschikbaar bij de RSZ en Statbel moet hier een schatting van maken.

Om de nieuwe berekeningsregels die gebruikt worden in de statistieken over faillissementen van ondernemingen te harmoniseren met de regels die gebruikt worden in de andere statistieken die Statbel publiceert (bv. bedrijvendemografie, btw-plichtige ondernemingen, enz.), wordt het aantal werkgevers in loondienst nu geschat op basis van de methode uit de ESR 2010-verordening, die gevolgd wordt door Eurostat, voor de volgende categorieën van ondernemingen:

Zelfstandig: 1 loontrekkende werkgever

Partnerschap en andere rechtsvormen: 2 loontrekkende werkgevers

Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: 1 loontrekkende werkgever wanneer er geen dienstverband is bij de RSZ

Opmerking

bv/bvba: Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen op 1 mei 2019, waarbij nieuwe vennootschapsvormen werden ingevoerd, hadden de bvba's tot 1 januari 2024 de tijd om vrijwillig hun rechtsvorm te wijzigen voordat ze automatisch de rechtsvorm bv kregen. Sinds 1 januari 2024 worden daarom de bvba's bij deze juridische vorm meegeteld.

Metadata