Geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)

Geharmoniseerde consumptieprijsindex - mei 2025

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - mei 2025
  • In België bedroeg de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) 2,8% in mei ten opzichte van 3,1% in april en 3,6% in maart.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedroeg 2,8% in mei ten opzichte van 3,0% in april.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand mei bedroeg 2,01% ten opzichte van 2,55% in april.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn tabak, elektriciteit, aardgas, huishoudelijke diensten, evenals restaurants en cafés.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn motorbrandstoffen, kleding en huisbrandolie.
  • Eurostat zal op 18 juni de geharmoniseerde consumptieprijsindex van de EU-landen voor de maand mei publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg 2,8% in mei ten opzichte van 3,1% in april en 3,6% in maart. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 2,4% in mei tegenover 2,6% in april en 2,8% in maart. Het inflatieverschil tussen de HICP en de HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op tabak. Met deze wijzigingen van de belastingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 2,8% in mei, tegenover 3,0% in april en 3,1% in maart. De inflatie zonder energieproducten daalt tot 2,7%, tegenover 3,0% in april.

De inflatie voor voeding en alcoholvrije dranken bedroeg deze maand 2,6%, tegenover 2,7% vorige maand. De inflatie van olie bedroeg deze maand 4,3% tegenover 6,1% in april. Voor zuivelproducten daalde de inflatie naar 3,2% tegenover 3,6% vorige maand. De inflatie voor vis bedroeg deze maand 0,0% tegenover 0,2% in april. De inflatie van brood en granen bedroeg 2,5% in mei, een lichte daling ten opzichte van de 2,6% die in april werd opgetekend. De inflatie van vlees bedroeg deze maand 3,2% tegenover 2,4% in april.

De bijdrage van energie tot de inflatie bedraagt nu 0,4%, een daling ten opzichte van vorige maand (0,5%). Voedingsmiddelen leveren ook een bijdrage van 0,4%.

Elektriciteit is nu 16,0% duurder dan een jaar geleden. Aardgas vertoont een inflatie van 10,1% ten opzichte van mei vorig jaar. De prijs van huisbrandolie is met 17,8% gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Inflatie en impact van de 12 hoofdgroepen op de inflatie

De opsplitsing in 12 hoofdgroepen toont aan dat de hoogste inflatie in mei gemeten werd voor de groep “alcoholische dranken en tabak” (11,0%). De laagste inflatie werd gemeten voor de groep “kleding en schoeisel” (-2,3%). De groep “huisvesting, water en energie” was met 0,7 procentpunt de belangrijkste groep met de grootste positieve impact op de inflatie in mei. De groep ‘Vervoer’ had de grootste negatieve impact met -0,5 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op de inflatie (procentpunt)
HICP HICP-CT
mrt/25 apr/25 mei/25 mei/25 mrt/25 apr/25 mei/25
0 Totaal bestedingen 1.000,0 3,6 3,1 2,8 2,4      
1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 146,2 2,4 2,7 2,6 2,6 -0,2 -0,1 -0,1
2 Alcoholische dranken en tabak 55,6 15,9 12,5 11,0 2,0 0,7 0,5 0,5
3 Kleding en schoeisel 63,6 -3,3 -2,0 -2,3 -2,3 -0,5 -0,4 -0,3
4 Huisvesting, water en energie 165,4 8,9 7,3 6,2 6,2 1,1 0,8 0,7
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 60,3 2,5 2,5 2,5 2,5 -0,1 -0,1 -0,1
6 Gezondheidsuitgaven 94,8 2,5 2,5 2,5 2,5 -0,1 0,0 0,0
7 Vervoer 109,6 -0,8 -1,3 -1,0 -1,0 -0,5 -0,5 -0,5
8 Communicatie 30,6 -1,2 -1,4 0,6 0,6 -0,2 -0,2 -0,1
9 Recreatie en cultuur 92,8 1,7 0,6 0,6 0,6 -0,2 -0,3 -0,2
10 Onderwijs 4,9 1,6 1,6 1,6 1,6 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 88,7 4,7 4,7 3,9 3,9 0,1 0,2 0,1
12 Diverse goederen en diensten 87,4 3,4 3,7 3,0 3,0 0,0 0,1 0,0

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten, die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt 2,9% in mei ten opzichte van 4,3% in april en 8,5% in maart. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 3,3%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 13,6% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt 5,5% in mei ten opzichte van 5,9% in april en 6,9% in maart. In vergelijking met de voorgaande maand zijn de prijzen gemiddeld met 0,3% gestegen. De gemiddelde inflatie bedraagt 6,3% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedroeg 1,3% in mei tegenover 1,9% in april en 0,7% in maart. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 1,8% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedroeg -0,1% in mei tegenover 0,2% in april en -0,1% in maart. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen met gemiddeld 0,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 0,5% voor de laatste twaalf maanden.
  • Voor diensten (inclusief huur) daalt de inflatie deze maand licht en bedraagt 3,5% in mei ten opzichte van 3,6% in april en maart. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 3,9% voor de laatste twaalf maanden. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,4%.

In mei bedroeg de kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) 2,8%. Dat is een daling ten opzichte van de 3,0% die werd geregistreerd in april. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden bedraagt 3,4%. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met gemiddeld 0,2%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12-maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
mrt/25 apr/25 mei/25 mei/25 mei/25
Totaal bestedingen 1.000,0 3,6 3,1 2,8 4,3 -0,1
Energieproducten 94,3 8,5 4,3 2,9 13,6 -3,3
Bewerkte levensmiddelen 164,0 6,9 5,9 5,5 6,3 0,3
Niet-bewerkte levensmiddelen 37,8 0,7 1,9 1,3 1,8 0,1
Niet-energetische industriële goederen 260,8 -0,1 0,2 -0,1 0,5 -0,1
Diensten 443,1 3,6 3,6 3,5 3,9 0,4
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 867,8 3,1 3,0 2,8 3,4 0,2

Impact van de subindices op de inflatie

Tabak heeft met 0,51 procentpunt de grootste positieve impact op de inflatie. Elektriciteit en aardgas hebben een positieve impact van respectievelijk 0,45 en 0,24 procentpunt. Huishoudelijke diensten hebben een positieve impact van 0,14 procentpunt. Restaurants en cafés hebben ten slotte een positieve impact van 0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op de inflatie (procentpunt)
2025 mei/25
02.2.0 Tabak 37,9 0,51
04.5.1 Elektriciteit 32,5 0,45
04.5.2 Gas 23,4 0,24
05.6.2 Huishoudelijke diensten 6,9 0,14
11.1.1 Restaurants en cafés 80,2 0,12

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor motorbrandstoffen, met een impact van -0,36 procentpunt. Kleding had een negatieve impact van -0,29 procentpunt. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,24 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op de inflatie (procentpunt)
2025 mei/25
03.1.2 Motorbrandstoffen en smeermiddelen 28 -0,36
07.2.2 Kleding 46,7 -0,29
04.5.3 Vloeibare brandstoffen 9,5 -0,24

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP van onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van mei. In België bedroeg de HICP 2,8% in mei: een daling ten opzichte van de 3,1% die in april werd opgetekend. Nederland tekende een inflatie op van 3,0% in mei, wat overeenkomt met een daling ten opzichte van de 4,1% in april. In Frankrijk daalde de inflatie in mei naar 0,6%, tegenover 0,9% in april. De eerste snelle inflatieraming van de HICP van Duitsland bedroeg 2,1% in mei, een lichte daling ten opzichte van de 2,2% in april.

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor mei nog niet gepubliceerd heeft, is april de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in april 2,6%; ze daalde daarmee ten opzichte van de 2,8% in maart. In Duitsland bedraagt de inflatie in april, net als in maart, 2,1%. De inflatie in Frankrijk bleef in april eveneens stabiel op 0,6%, net als in maart. In Nederland is de inflatie fors gestegen van 2,7% in maart tegenover 3,5% in april.


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

Tabel 1
Grafiek
Content
Tabel 2
Tabel 3
Tabel 4

Doel en korte beschrijving

De geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) is een economische indicator die als doel heeft de prijsevolutie van goederen en diensten, gekocht door huishoudens, doorheen de tijd te meten. De HICP maakt dan ook een vergelijkbare meting van inflatie mogelijk in de eurozone, de EU, de Europese Economische Ruimte en voor alle andere landen inclusief kandidaat Lidstaten voor de Europese Unie. De HICP wordt berekend op een geharmoniseerde wijze en op basis van gemeenschappelijke concepten. De HICP is de officiële maatstaf van de inflatie in de eurozone om de Europese Centrale Bank in staat te stellen haar monetair beleid te voeren.

Populatie

Uiteindelijke gezinsuitgaven van gezinnen die op Belgisch grondgebied wonen.

Frequentie

Maandelijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar 15 dagen na de referentieperiode

Definities

Geharmoniseerde prijsindex (HICP) : Het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP) werd in 1997 opgericht om over een vergelijkbare meting van de inflatie tussen de deelnemende landen uit de toekomstige eurozone te beschikken. Sinds het begin van de euro is het HICP één van de belangrijkste meetinstrumenten van de Europese Centrale Bank (ECB) bij het voeren van haar monetaire beleid. De opgenomen prijzen zijn de prijzen zoals ze werkelijk door de consumenten worden gedragen inclusief bv. de belastingen op de producten, zoals de belasting op de toegevoegde waarde, en houden rekening met de koopjesperiodes.

Inflatie : Inflatie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de waarde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van een gegeven maand en het indexcijfer van dezelfde maand het jaar voordien. De inflatie meet dus het tempo waarin het algemene niveau van de prijzen evolueert.

COICOP ; COICOP is een nomenclatuur ontwikkeld door de Verenigde Naties welke tot doel heeft om individuele consumptie uitgaven van gezinnen te classificeren volgens gebruiksdoel.

Geharmoniseerd indexcijfer met constante belastingvoeten : Het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen met constante belastingvoeten is afgeleid van de HICP en wordt berekend door het niveau van indirecte belastingen (hoofdzakelijk accijnzen en BTW) constant te houden ten opzichte van het niveau dat in december van het jaar voordien werd waargenomen. Dit indexcijfer laat toe het maximum effect op de inflatie te meten bij wijzigingen in de belastingen door te veronderstellen dat deze rechtstreeks en integraal worden doorberekend op de eindprijs die wordt betaald door de consumenten.

Weging : Gewicht in de korf van goederen en diensten bepaald door de resultaten van de nationale rekeningen (uitgaven optiek) en die van het huishoudbudgetonderzoek.

Inflatie met constante belastingvoeten : Inflatie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de waarde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van een gegeven maand en het indexcijfer van dezelfde maand het jaar voordien. De inflatie meet dus het tempo waarin het algemene niveau van de prijzen evolueert.

Metadata