De inflatie bedraagt 4,08%

Consumptieprijsindex van januari 2025
- In januari gaat de inflatie van 3,16% naar 4,08%.
- De consumptieprijsindex stijgt deze maand met 1,85 punt of met 1,39%.
- De inflatie op basis van de gezondheidsindex stijgt van 3,24% naar 4,09%.
- De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in januari 131,18 punten. De spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 130,67 punten, werd hierbij overschreden.
- De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 3,14% in januari tegenover 2,91% in december.
- De belangrijkste prijsstijgingen in januari werden geregistreerd voor elektriciteit, huishoudelijke diensten, zuivelproducten, aardgas, alcoholische en alcoholvrije dranken, brood en granen, vlees, groenten (inclusief aardappelen) en de bijdrage voor riolering en afvalwaterzuivering. Mobiele telefoondiensten, hotelkamers, buitenlandse reizen en citytrips hadden daarentegen een verlagend effect op het indexcijfer.
De inflatie in januari bedraagt 4,08%, tegenover 3,16% in december en 3,20% in november. De inflatie op basis van de gezondheidsindex bedraagt deze maand 4,09%, tegenover 3,24% in december en 3,63% in november. De inflatie zonder energieproducten bedraagt in januari 3,03%, tegenover 2,79% in december en 2,59% in november. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 3,14% in januari, tegenover 2,91% in december en 2,80% in november.
Toelichting over de inflatie
Wat energie betreft, bedraagt de inflatie deze maand 15,89% ten opzichte van 7,40% in december en 9,44% in november. Voor elektriciteit bedraagt de inflatie momenteel 26,7% tegenover 12,6% vorige maand. Voor aardgas gaat de inflatie van 59,2% in december naar 93,3% in januari. De prijs van aardgas is ten opzichte van vorige maand met 2,7% gestegen en die van elektriciteit met 8,8%. De hoge inflatie van de laatste maanden is het gevolg van het uitdovend effect van de impact van het basispakket voor elektriciteit en aardgas. Het laatste effect van het basispakket is uit het indexcijfer verdwenen in maart 2024. Het verdwijnen van het basispakket zal nog tot en met februari 2025 een verhogend effect hebben op de inflatie. De prijs van huisbrandolie is, afgevlakt over 12 maanden, met 7,6% gedaald in één jaar tijd. De prijzen van motorbrandstoffen lagen 0,1% lager dan in januari vorig jaar en stegen deze maand met 1,4% ten opzichte van vorige maand.
De inflatie voor de diensten stijgt van 3,94% naar 4,13%. De inflatie voor huur daalt van 4,22% naar 3,41%. De inflatie voor voedingsmiddelen (inclusief alcoholische dranken) bedraagt deze maand 2,54% tegenover 1,85% vorige maand.
De inflatie voor energie gaat van 7,40% in december naar 15,89% in januari en draagt 1,32 procentpunt bij tot de totale inflatie. Voeding, met een inflatie van 2,54%, levert een bijdrage van 0,48 procentpunt.
De prijs voor aardgas steeg in januari met 2,7% ten opzichte van de voorgaande maand. De prijs van elektriciteit is deze maand gemiddeld met 8,8% gestegen.
Enkele producten en diensten die ten opzichte van januari vorig jaar sterk in prijs stegen, zijn:
Stijgend: | Inflatie |
---|---|
Aardgas | 93,3% |
Andere tabaksproducten (o.a. roltabak) | 27,4% |
Sigaretten | 27,4% |
Elektriciteit | 26,7% |
Huishoudelijke diensten | 22,9% |
Andere brandstoffen (LPG) | 21% |
Olijfolie | 20,5% |
Verse zeevruchten | 19,5% |
Enkele producten en diensten die ten opzichte van januari vorig jaar sterk in prijs zijn gedaald, zijn:
Dalend: | Inflatie |
---|---|
Mobiele telefoondiensten | -19,8% |
Computers (laptops) | -17,5% |
Videoapparatuur (televisie) | -16,5% |
Koelkasten en diepvriezers | -13,3% |
Wasmachines, droogkasten, vaatwasmachines | -12,7% |
Keukenfornuizen, kookplaten en ovens | -10,2% |
Smartphones | -8,7% |
Huisbrandolie | -7,6% |
Huisvesting, water en energie is de hoofdgroep die de grootste positieve impact[i] had op de inflatie in januari met 1,26 procentpunt. De groep voeding en alcoholvrije dranken heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -0,44 procentpunt.
De hoofdgroep met de grootste bijdrage[ii] tot de inflatie is meubelen en huishoudartikelen met 1,71 procentpunt. De groep communicatie leverde de kleinste bijdrage tot de inflatie met -0,03 procentpunt.
De eerste inflatieraming volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP flash estimate) voor België bedraagt 4,4% in januari 2025.
Toelichting over de indexniveaus
In januari is de consumptieprijsindex met 1,85 punt of met 1,39% gestegen tot 135,39 punten, tegenover 133,54 punten in december (2013 = 100). De gezondheidsindex steeg in januari met 1,79 punt en bedraagt 135,52 punten tegenover 133,73 punten in december. De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in januari 131,18 punten en overschrijdt daarmee de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 130,67 punten. De volgende spilindex ligt op 133,28. Dit betekent dat de sociale uitkeringen en de pensioenen in februari met 2% worden verhoogd. De wedden in de openbare sector worden in maart met 2% geïndexeerd.
De belangrijkste prijsstijgingen die in januari werden geregistreerd, hebben betrekking op elektriciteit, huishoudelijke diensten, zuivelproducten, aardgas, alcoholische dranken, brood en granen, vlees, alcoholvrije dranken, groenten (inclusief aardappelen) en de bijdrage voor riolering en afvalwaterzuivering. Mobiele telefoondiensten, hotelkamers en buitenlandse reizen en citytrips hadden daarentegen een verlagend effect op het indexcijfer.
De belangrijkste bewegingen die deze maand vastgesteld werden, zijn:
Stijgend: | Invloed: | Dalend: | Invloed: |
---|---|---|---|
Elektriciteit | +0,360 punt | Mobiele telefoondiensten | -0,090 punt |
Huishoudelijke diensten | +0,315 punt | Hotelkamer | -0,075 punt |
Melk, kaas en eieren | +0,150 punt | Buitenlandse reizen en citytrips | -0,075 punt |
Aardgas | +0,140 punt | ||
Alcoholische dranken | +0,120 punt | ||
Brood en granen | +0,095 punt | ||
Vlees | +0,085 punt | ||
Alcoholvrije dranken | +0,085 punt | ||
Groenten, incl. aardappelen | +0,075 punt | ||
Bijdrage voor riolering en afvalwaterzuivering | +0,065 punt |
Elektriciteit steeg deze maand gemiddeld met 8,8%. Huishoudelijke diensten stegen met 20,7%, voornamelijk door de prijsstijging van dienstencheques in Vlaanderen en de afschaffing van de belastingvermindering op de aankoop ervan. Zuivelproducten stegen met 5,6%. De prijzen voor aardgas stegen met 2,7%. De prijzen van alcoholische en alcoholvrije dranken stegen gemiddeld met respectievelijk 5,1% en 3,9%. Brood en granen werden gemiddeld 2,4% duurder ten opzichte van vorige maand. Voor vlees bedroeg de gemiddelde prijsstijging 1,7%. De prijzen van groenten (inclusief aardappelen) stegen gemiddeld met 2,9%. De bijdrage voor riolering en afvalwaterzuivering steeg met 10,5%.
Mobiele telefoondiensten werd gemiddeld 17,2% goedkoper. De prijzen van hotelkamers daalden gemiddeld met 6,6% ten opzichte van vorige maand. De prijzen van buitenlandse reizen en citytrips daalden gemiddeld met 2,6%.
2013 = 100 | oktober | november | december | januari |
---|---|---|---|---|
Consumptieprijsindex | 132,79 | 133,01 | 133,54 | 135,39 |
Inflatie | 3,2% | 3,2% | 3,16% | 4,08% |
Gezondheidsindex | 132,96 | 133,22 | 133,73 | 135,52 |
Afgevlakte gezondheidsindex* | 130,13 | 130,22 | 130,42 | 131,18 |
* bepaald in de wet van 23.04.2015 tot verbetering van de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 27.04.2015) |
[i] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van die productgroep in de berekening van de CPI. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de productgroep, maar ook met het feit of de inflatie van de productgroep hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale CPI).
[ii] De bijdrage tot de inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.
Doel en korte beschrijving
Het indexcijfer van de consumptieprijzen is een economische indicator, die tot hoofdtaak heeft op objectieve wijze de prijsevolutie in de tijd weer te geven van een korf van goederen en diensten die door de gezinnen worden aangekocht en als representatief voor hun verbruiksgewoonten worden beschouwd. Het indexcijfer meet niet zozeer het prijsniveau van deze korf voor een bepaalde periode, maar wel de schommeling van dit niveau tussen twee periodes, waarbij de eerste periode als vergelijkingsbasis geldt. Deze verandering in het prijsniveau wordt bovendien niet in absolute, maar in relatieve waarde gemeten. Het indexcijfer van de consumptieprijzen kan worden bepaald als honderd maal de verhouding tussen de waargenomen prijzen van een waaier van goederen en diensten op een gegeven ogenblik en de prijzen van dezelfde goederen en diensten, waargenomen onder dezelfde omstandigheden in de loop van de referentieperiode, die als vergelijkingsbasis wordt gekozen. De prijswaarnemingen vinden steeds plaats in dezelfde regio's.
Sinds 2014 is de consumptieprijsindex een kettingindex waarbij de wegingsreferentieperiode regelmatig wordt opgeschoven en de prijzen en hoeveelheden niet meer vergeleken worden tussen de huidige periode en een vaste referentieperiode, maar de huidige periode vergeleken wordt met een tussenliggende periode. Door deze korte-termijn indices te vermenigvuldigen met elkaar - en dus een ketting vormen - ontstaat een lange-termijn reeks met een vaste referentieperiode.
Frequentie
Maandelijks.
Timing publicatie
De resultaten zijn beschikbaar op de voorlaatste werkdag van de referentieperiode.
Definities
Gewicht (CPI): Het gewicht representeert het belang van de goederen en diensten opgenomen in de CPI in het totale uitgavenpatroon van de gezinnen. De gewichten worden bepaald op basis van het huishoudbudgetonderzoek.
Consumptieprijsindex (CPI): Het indexcijfer van de consumptieprijzen is een economische indicator, die tot hoofdtaak heeft op objectieve wijze de prijsevolutie in de tijd weer te geven van een korf van goederen en diensten die door de gezinnen worden aangekocht en als representatief voor hun verbruiksgewoonten worden beschouwd.
Gezondheidsindex: Het gezondheidsindexcijfer is afgeleid uit het indexcijfer van de consumptieprijzen en is gepubliceerd sinds januari 1994. De actuele waarde van dit indexcijfer wordt bekomen door een aantal producten uit de korf van het indexcijfer van de consumptieprijzen te weren, met name alcoholische dranken (in de winkel gekocht of in een café geconsumeerd ), tabakswaren en motorbrandstoffen (met uitzondering van LPG).
Inflatie: Inflatie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de waarde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van een gegeven maand en het indexcijfer van dezelfde maand het jaar voordien. De inflatie meet dus het tempo waarin het algemene niveau van de prijzen evolueert.
Consumptieprijsindex zonder petroleum producten: Dit indexcijfer wordt berekend door de volgende producten uit het indexcijfer van de consumptieprijzen te halen : butaan, propaan, vloeibare brandstoffen en motorbrandstoffen.
Consumptieprijsindex zonder energieproducten: Dit indexcijfer wordt berekend door de volgende producten uit het indexcijfer van de consumptieprijzen te halen : elektriciteit, aardgas, butaan, propaan, vloeibare brandstoffen, vaste brandstoffen en motorbrandstoffen.
Afgevlakte index: De afgevlakte index komt overeen met het rekenkundige gemiddelde van de gezondheidsindex van de laatste 4 maanden vermenigvuldigd met een factor 0,98. De afgevlakte index wordt gebruikt als basis voor de indexering van pensioenen, sociale uitkeringen en sommige lonen en wedden. De indexaanpassing van overheidswedden en sociale uitkeringen gebeurt wanneer de afgevlakte index een bepaalde waarde bereikt, de zogenaamde spilindex. Als de afgevlakte index de spilindex bereikt, stijgen de uitkeringen met 2% in de maand volgend op het bereiken van de spilindex. De lonen in de publieke sector stijgen ook met 2%, twee maanden na het bereiken van de spilindex.
De spilindex is een vooraf vastgelegde drempelwaarde, waarmee de afgevlakte gezondheidsindex vergeleken wordt. Als de spilindex bereikt of overschreden wordt, volgt een indexering van het loon of de uitkering. Deze indexering gebeurt evenredig met het percentage tussen twee spilindexen. Voor de overheidssector en de sociale uitkeringen liggen de spilindexen telkens 2% uit elkaar en volgt er, telkens bij het bereiken van de spilindex, een indexering van 2%. Er zijn ook CAO's waar de spilindexen 1% of 1.5% uit elkaar liggen.Het bereiken van een spilindex resulteert dan uiteraard in een indexering van 1 of 1.5%.
Zie ook: https://bosa.belgium.be/nl/themas/werken-bij-de-overheid/verloning-en-voordelen/loonwedde/indexatie/indexatie-algemene
Een impact op de inflatie toont de wijziging op inflatie door het opnemen van die productgroep in de berekening van de CPI. De impact neemt niet alleen het gewicht van de productgroep in rekening, maar ook of de inflatie van de productgroep hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale CPI).
De bijdrage tot de inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.
Metadata
- Consumptieprijsindexen.pdf
- Huishoudbudgetonderzoek.pdf
- Maandelijkse opname van consumptieprijzen door enquêteurs in winkels .pdf
- Enquête 'Private huur'.pdf
- Enquête 'sociale huur'.pdf
- Pre-release beleid van Statbel inzake de consumptieprijsindex (CPI)
Index-phone
02/277.56.40