Woningprijzen - eerste semester 2024
Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert vandaag de Belgische woningprijzen voor het eerste semester 2024 op basis van de verkoopakten die werden geregistreerd door de FOD Financiën.
De belangrijkste resultaten:
- De Belgische mediaanprijs voor een huis in gesloten of halfopen bebouwing bedroeg 260.000 euro.
Voor een huis in open bebouwing betaalde men 370.000 euro. - Het Waals Gewest is het goedkoopste gewest met een mediaanprijs van 175.000 euro voor huizen in halfopen of gesloten bebouwing en 296.500 euro voor huizen in open bebouwing.
- Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het duurste gewest: huizen in gesloten of halfopen bebouwing kostten er 485.000 euro. Voor huizen in open bebouwing was dat 1.100.000 euro.
- Tussenin zit het Vlaams Gewest. Huizen in gesloten of halfopen bebouwing kostten er 298.000 euro, huizen in open bebouwing 410.000 euro.
- Vlaams-Brabant en Waals-Brabant zijn de duurste provincies. De goedkoopste Vlaamse provincie is Limburg, de goedkoopste Waalse provincie is Henegouwen.
- Voor huizen is Sint-Martens-Latem de duurste gemeente. In Froidchapelle liggen de goedkoopste huizen.
- De duurste appartementen bevinden zich in Knokke-Heist. De goedkoopste appartementen vindt men in Charleroi.
België
De mediaanprijs voor een huis in gesloten of halfopen bebouwing bedroeg 260.000 euro in het eerste semester van 2024. Voor een huis in open bebouwing betaalde men 370.000 euro. Appartementen kostten 240.000 euro:
BELGIE | 2022 | 2023 | 2024 | evolutie % | evolutie % |
---|---|---|---|---|---|
(S1) | (S1) | (S1) | 2023 (S1) / 2022 (S1) | 2024 (S1) / 2023 (S1) | |
Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 251.200 | 259.000 | 260.000 | +3,1% | +0,4% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 356.000 | 365.000 | 370.000 | +2,5% | +1,4% |
Appartementen | 225.000 | 237.000 | 240.000 | +5,3% | +1,3% |
Mediaanprijs (euro) |
Ten opzichte van het eerste semester van 2023 is de mediaanprijs van huizen in gesloten of halfopen bebouwing op nationaal niveau 0,4% toegenomen. De mediaanprijs van huizen in open bebouwing kende een klim van 1,4%. Appartementen werden 1,3% duurder.
(de grafiek toont de mediaanprijzen van het eerste semester van elk jaar)
De gewesten
Er zijn duidelijke regionale verschillen te noteren:
- Het Waals Gewest is het goedkoopste gewest. In het eerste semester van 2024 bleef de mediaanprijs van huizen in gesloten of halfopen bebouwing gelijk: 175.000 euro. Huizen in open bebouwing werden 4% duurder en kostten 296.500 euro. Appartementen werden 5.000 euro (2,8%) goedkoper en kostten 175.000 euro
WAALS GEWEST | 2022 | 2023 | 2024 | evolutie % | evolutie % |
---|---|---|---|---|---|
(S1) | (S1) | (S1) | 2023 (S1) / 2022 (S1) | 2024 (S1) / 2023 (S1) | |
Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 170.000 | 175.000 | 175.000 | +2,9% | 0,0% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 285.000 | 285.000 | 296.500 | 0,0% | +4% |
Appartementen | 172.000 | 180.000 | 175.000 | +4,7% | --2,8% |
Mediaanprijs (euro) |
- Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het duurste gewest voor alle types woningen. Huizen in gesloten of halfopen bebouwing kostten er 485.000 euro, een prijstoename van 2,1% tegenover dezelfde periode vorig jaar.
De mediaanprijs voor huizen in open bebouwing bedroeg 1.100.000 euro, wat neerkomt op een prijstoename van 21,9%, en herstelt zich dus na de prijsval van vorig jaar. De mediaanprijs voor appartementen klokte af op 260.000 euro, ofwel een prijstoename van opnieuw 2%:
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | 2022 | 2023 | 2024 | evolutie % | evolutie % |
---|---|---|---|---|---|
(S1) | (S1) | (S1) | 2023 (S1) / 2022 (S1) | 2024 (S1) / 2023 (S1) | |
Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 485.000 | 475.000 | 485.000 | -2,1% | +2,1% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 1.150.000 | 902.500 | 1.100.000 | -21,5% | +21,9% |
Appartementen | 250.000 | 255.000 | 260.000 | +2% | +2% |
Mediaanprijs (euro) |
- Tenslotte het Vlaams Gewest: Huizen in gesloten of halfopen bebouwing kostten daar 298.000 euro, een toename van 1% ten opzichte van het eerste semester van 2023.
Huizen in open bebouwing (410.000 euro) kenden een prijsstijging van 1,2%. Appartementen kostten 249.000 euro en zijn hiermee 1,6% duurder geworden:
VLAAMS GEWEST | 2022 | 2023 | 2024 | evolutie % | evolutie % |
---|---|---|---|---|---|
(S1) | (S1) | (S1) | 2023 (S1) / 2022 (S1) | 2024 (S1) / 2023 (S1) | |
Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 280.000 | 295.000 | 298.000 | +5,4% | +1% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 390.000 | 405.000 | 410.000 | +3,8% | +1,2% |
Appartementen | 230.000 | 245.000 | 249.000 | +6,5% | +1,6% |
Mediaanprijs (euro) |
De provincies
In het Vlaams Gewest waren huizen en appartementen in het eerste semester van 2024 het duurst in de provincie Vlaams-Brabant. Een huis in gesloten of halfopen bebouwing kostte er 350.000 euro, voor een huis in open bebouwing was de mediaanprijs er 460.000 euro. Voor een appartement bedroeg de mediaanprijs er 269.000 euro. De goedkoopste huizen in gesloten of halfopen bebouwing vond men terug in West-Vlaanderen (251.000 euro). Limburg was het goedkoopst voor huizen in open bebouwing (330.000 euro) en appartementen (235.000 euro).
In het Waals Gewest was de provincie Waals-Brabant het duurst: huizen in gesloten of halfopen bebouwing kostten er 305.000 euro, voor huizen in open bebouwing was de mediaanprijs 440.000 euro. De mediaanprijs voor appartementen bedroeg er 242.000 euro. Henegouwen was het goedkoopst voor de gesloten of halfopen bebouwingen (150.000 euro) en de appartementen (150.600 euro). Voor de goedkoopste open bebouwingen moest men in Namen zijn (270.000 euro).
De gemeenten
Huizen
In de tabellen hieronder volgt een rangschikking van de duurste en goedkoopste gemeenten per gewest gebaseerd op alle huizen in gesloten, halfopen of open bebouwing.
De duurste Vlaamse gemeente voor huizen was Sint-Martens-Latem met een mediaanprijs van 755.000 euro. De goedkoopste huizen in dit gewest waren te vinden in Wervik met een mediaanprijs van 183.250 euro.
De duurste Waalse huizen situeerden zich in Lasne (606.620 euro) en de goedkoopste waren terug te vinden in Froidchapelle (75.500 euro).
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kende de gemeente Elsene de hoogste mediaanprijs met 692.500 euro. De laagste mediaanprijs voor huizen in dit gewest was voor de gemeente Anderlecht (349.000 euro).
Huizen - duurste en goedkoopste gemeenten in het Vlaams Gewest :
duurste gemeenten | mediaanprijs | goedkoopste gemeenten | mediaanprijs | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | SINT-MARTENS-LATEM (48) | 755.000 | 1 | WERVIK (85) | 183.250 |
2 | KNOKKE-HEIST (99) | 741.000 | 2 | MENEN (231) | 193.600 |
3 | KRAAINEM (58) | 673.500 | 3 | LENDELEDE (32) | 210.000 |
4 | WEZEMBEEK-OPPEM (54) | 620.000 | 4 | RONSE (150) | 212.500 |
5 | HOVE (27) | 580.000 | 5 | AVELGEM (53) | 214.000 |
6 | LINT (22) | 537.500 | 6 | LEDEGEM (35) | 220.000 |
7 | SINT-GENESIUS-RODE (87) | 535.000 | 7 | HEUVELLAND (27) | 222.500 |
8 | TERVUREN (85) | 525.000 | 8 | LANGEMARK-POELKAPELLE (32) | 226.000 |
9 | SCHILDE (111) | 519.410 | 9 | HULSHOUT (39) | 240.000 |
10 | HULDENBERG (23) | 507.500 | 10 | DIKSMUIDE (78) | 240.925 |
Tussen haakjes wordt het aantal transacties vermeld |
Huizen - duurste en goedkoopste gemeenten in het Waals Gewest:
duurste gemeenten | mediaanprijs | goedkoopste gemeenten | mediaanprijs | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | LASNE (62) | 606.620 | 1 | FROIDCHAPELLE (28) | 75.500 |
2 | CHAUMONT-GISTOUX (37) | 500.000 | 2 | HASTIERE (49) | 80.000 |
3 | WATERLOO (124) | 495.000 | 3 | COLFONTAINE (118) | 96.751 |
4 | TERHULPEN (24) | 470.000 | 4 | ERQUELINNES (41) | 115.000 |
5 | BEVEKOM (29) | 435.000 | 5 | FRAMERIES (119) | 120.000 |
6 | RIXENSART (91) | 423.000 | QUIEVRAIN (37) | 120.000 | |
7 | OTTIGNIES-LOUVAIN-LA-NEUVE (60) | 395.000 | 7 | QUAREGNON (91) | 125.000 |
8 | CHASTRE (22) | 367.500 | 8 | VIROINVAL (31) | 127.500 |
9 | WAVER (92) | 361.000 | 9 | FARCIENNES (53) | 129.500 |
10 | GENEPIEN (63) | 359.000 | 10 | HENSIES (26) | 130.750 |
Tussen haakjes wordt het aantal transacties vermeld |
Huizen - duurste en goedkoopste gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
duurste gemeenten | mediaanprijs | goedkoopste gemeenten | mediaanprijs | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | ELSENE (42) | 692.500 | 1 | ANDERLECHT (83) | 349.000 |
2 | SINT-PIETERS-WOLUWE (78) | 661.000 | 2 | SINT-JANS-MOLENBEEK (28) | 357.000 |
3 | UKKEL (138) | 650.000 | 3 | GANSHOREN (17) | 375.000 |
4 | VORST (36) | 637.500 | 4 | EVERE (26) | 390.000 |
5 | SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE (57) | 620.000 | 5 | SINT-AGATHA-BERCHEM (26) | 411.250 |
Tussen haakjes wordt het aantal transacties vermeld |
Appartementen
In de tabellen hieronder volgt een rangschikking van de duurste en goedkoopste gemeenten per gewest voor de appartementen.
De duurste Vlaamse gemeente op de appartementenmarkt was Knokke-Heist met een mediaanprijs van 585.000 euro. De goedkoopste appartementen in dit gewest waren te vinden in Roeselare met een mediaanprijs van 170.000 euro.
De duurste Waalse appartementen situeerden zich in Waterloo (390.000 euro) en de goedkoopste waren terug te vinden in Charleroi (105.500 euro).
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was Sint-Pieters-Woluwe de gemeente met de hoogste mediaanprijs voor een appartement met 352.500 euro. De laagste mediaanprijs was voor de gemeente Anderlecht (197.000 euro).
Appartementen - duurste en goedkoopste gemeenten in het Vlaams Gewest :
duurste gemeenten | mediaanprijs | goedkoopste gemeenten | mediaanprijs | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | KNOKKE-HEIST (333) | 585.000 | 1 | ROESELARE (72) | 170.000 |
2 | HERENT (30) | 332.500 | 2 | DIEPENBEEK (35) | 172.000 |
3 | LINT (19) | 320.000 | 3 | RONSE (29) | 173.059 |
4 | BOECHOUT (19) | 315.000 | 4 | ZELZATE (19) | 177.500 |
5 | HOOGSTRATEN (29) | 312.500 | 5 | BREDENE (75) | 185.000 |
6 | NIJLEN (26) | 307.500 | 6 | TIENEN (65) | 186.500 |
7 | KORTENBERG (21) | 300.000 | 7 | DIKSMUIDE (18) | 190.000 |
MEISE (19) | 300.000 | 8 | LEOPOLDSBURG (34) | 192.500 | |
9 | ZOERSEL (28) | 293.550 | 9 | TIELT (16) | 194.000 |
10 | KALMTHOUT (18) | 290.750 | 10 | ZWEVEGEM (20) | 197.000 |
Tussen haakjes wordt het aantal transacties vermeld |
Appartementen - duurste en goedkoopste gemeenten in het Waals Gewest:
duurste gemeenten | mediaanprijs | goedkoopste gemeenten | mediaanprijs | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | WATERLOO (34) | 390.000 | 1 | CHARLEROI (253) | 105.500 |
2 | RIXENSART (18) | 300.000 | 2 | DURBUY (26) | 116.400 |
3 | CHAUDFONTAINE (22) | 297.500 | 3 | HERSTAL (43) | 140.000 |
4 | EIGENBRAKEL (49) | 259.000 | 4 | LA LOUVIERE (45) | 142.500 |
5 | AARLEN (52) | 250.000 | 5 | VERVIERS (70) | 146.500 |
6 | OTTIGNIES-LOUVAIN-LA-NEUVE (92) | 245.000 | 6 | SERAING (45) | 154.000 |
7 | WAVER (75) | 225.000 | 7 | DOORNIK (72) | 159.000 |
8 | GEMBLOUX (38) | 222.000 | 8 | LUIK (239) | 160.000 |
9 | TUBEKE (49) | 202.500 | 9 | MOESKROEN (43) | 165.000 |
10 | NIJVEL (70) | 201.500 | HOEI (39) | 165.000 | |
ANS (35) | 165.000 | ||||
Tussen haakjes wordt het aantal transacties vermeld |
Appartementen - duurste en goedkoopste gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
duurste gemeenten | mediaanprijs | goedkoopste gemeenten | mediaanprijs | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | SINT-PIETERS-WOLUWE (130) | 352.500 | 1 | ANDERLECHT (320) | 197.000 |
2 | SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE (271) | 340.000 | 2 | KOEKELBERG (75) | 205.000 |
3 | ELSENE (450) | 330.000 | 3 | SINT-AGATHA-BERCHEM (83) | 209.500 |
4 | UKKEL (411) | 320.000 | 4 | SINT-JANS-MOLENBEEK (354) | 210.000 |
5 | OUDERGEM (100) | 295.000 | GANSHOREN (99) | 210.000 | |
Tussen haakjes wordt het aantal transacties vermeld |
Bijlagen
Overzichtstabel mediaanprijzen
Mediaan (euro) | 2022 (S1) |
2023 (S1) |
2024 (S1) |
evolutie % 2023(S1) tov. 2022(S1) |
evolutie % 2024(S1) tov. 2023(S1) |
|
---|---|---|---|---|---|---|
BELGIE | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 251.200 | 259.000 | 260.000 | +3,1% | +0,4% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 356.000 | 365.000 | 370.000 | +2,5% | +1,4% | |
Appartementen | 225.000 | 237.000 | 240.000 | +5,3% | +1,3% | |
VLAAMS GEWEST | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 280.000 | 295.000 | 298.000 | +5,4% | +1,0% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 390.000 | 405.000 | 410.000 | +3,8% | +1,2% | |
Appartementen | 230.000 | 245.000 | 249.000 | +6,5% | +1,6% | |
WAALS GEWEST | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 170.000 | 175.000 | 175.000 | +2,9% | 0,0% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 285.000 | 285.000 | 296.500 | 0,0% | +4,0% | |
Appartementen | 172.000 | 180.000 | 175.000 | +4,7% | -2,8% | |
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 485.000 | 475.000 | 485.000 | -2,1% | +2,1% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 1.150.000 | 902.500 | 1.100.000 | -21,5% | +21,9% | |
Appartementen | 250.000 | 255.000 | 260.000 | +2,0% | +2,0% | |
PROVINCIE ANTWERPEN | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 310.000 | 325.000 | 335.000 | +4,8% | +3,1% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 420.000 | 425.000 | 449.000 | +1,2% | +5,6% | |
Appartementen | 230.000 | 240.000 | 245.000 | +4,3% | +2,1% | |
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 335.000 | 349.500 | 350.000 | +4,3% | +0,1% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 443.222 | 451.000 | 460.000 | +1,8% | +2,0% | |
Appartementen | 255.000 | 269.950 | 269.000 | +5,9% | -0,4% | |
PROVINCIE WAALS-BRABANT | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 310.000 | 320.000 | 305.000 | +3,2% | -4,7% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 467.000 | 460.000 | 440.000 | -1,5% | -4,3% | |
Appartementen | 250.000 | 255.000 | 242.000 | +2,0% | -5,1% | |
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 246.000 | 257.500 | 251.000 | +4,7% | -2,5% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 390.000 | 400.000 | 400.000 | +2,6% | 0,0% | |
Appartementen | 220.000 | 233.000 | 237.500 | +5,9% | +1,9% | |
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 277.000 | 285.000 | 289.500 | +2,9% | +1,6% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 415.000 | 420.000 | 420.000 | +1,2% | 0,0% | |
Appartementen | 240.000 | 253.500 | 255.000 | +5,6% | +0,6% | |
PROVINCIE HENEGOUWEN | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 150.000 | 155.000 | 150.000 | +3,3% | -3,2% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 265.000 | 265.000 | 270.000 | 0,0% | +1,9% | |
Appartementen | 145.000 | 155.000 | 150.600 | +6,9% | -2,8% | |
PROVINCIE LUIK | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 175.000 | 180.000 | 185.000 | +2,9% | +2,8% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 294.000 | 285.000 | 295.000 | -3,1% | +3,5% | |
Appartementen | 170.000 | 169.000 | 170.000 | -0,6% | +0,6% | |
PROVINCIE LIMBURG | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 236.014 | 246.500 | 255.000 | +4,4% | +3,4% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 300.000 | 327.000 | 330.000 | +9,0% | +0,9% | |
Appartementen | 215.000 | 229.000 | 235.000 | +6,5% | +2,6% | |
PROVINCIE LUXEMBURG | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 195.000 | 200.000 | 200.000 | +2,6% | 0,0% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 250.000 | 270.000 | 270.000 | +8,0% | 0,0% | |
Appartementen | 185.000 | 204.000 | 200.000 | +10,3% | -2,0% | |
PROVINCIE NAMEN | Huizen met 2 of 3 gevels (gesloten + halfopen bebouwing) | 186.000 | 190.500 | 202.750 | +2,4% | +6,4% |
Huizen met 4 of meer gevels (open bebouwing) | 247.500 | 250.000 | 270.000 | +1,0% | +8,0% | |
Appartementen | 170.500 | 189.000 | 175.000 | +10,9% | -7,4% |
Algemene situering
De statistiek van de vastgoedprijzen is gebaseerd op de verkoopakten die worden geregistreerd door de FOD Financiën, meer bepaald door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD), beter gekend als het Kadaster.
Tot 2004 werden de benodigde gegevens op papier overgemaakt aan Statbel. Vanaf 2005 werden de gegevens digitaal overgemaakt, op basis van het registratiesysteem CADNET/LOCO. Vanaf 2016 werd het systeem CADNET/LOCO bij de AAPD vervangen door het systeem STIPAD.
Dit document beschrijft de methodologie die wordt gebruikt voor de berekening van de vastgoedprijzen.
Onderhandse verkopen versus openbare verkopen
Bij een onderhandse verkoop van een onroerend goed komen koper en verkoper onderling een verkoopprijs overeen.
Bij een openbare verkoop wordt een onroerend goed verkocht volgens het systeem van het hoogste bod. Deze vindt doorgaans plaats onder leiding van een Notaris in een publieke ruimte (bv. een café) en wordt bv. aangekondigd in een lokaal dagblad. De vastgoedprijzen zoals berekend door Statbel zijn gebaseerd op zowel de onderhandse verkopen als de openbare verkopen.
Compromissen versus akten
Bij een onderhandse verkoop van een onroerend goed wordt eerst een compromis getekend tussen verkoper en koper. De ondertekening van de authentieke akte gebeurt binnen de 4 maand volgend op de datum van het compromis bij de Notaris (het verlijden van de akte).
Niet alle compromissen leiden tot een effectieve verkoop. Het kan zijn dat de koper na het ondertekenen van het compromis niet de nodige financiering vindt door bv. een weigering van de bank voor een hypothecair krediet.
De vastgoedprijzen zoals berekend door Statbel zijn gebaseerd op de akten die werden verleden bij de Notaris. Het betreft dus de effectieve verkopen, en niet de compromissen.
Verkoopprijs
Bovenop de overeengekomen verkoopprijs dient de koper ook nog extra kosten te betalen, zoals de registratierechten (of BTW in geval van nieuwbouw) alsook het ereloon van de Notaris voor het verlijden van de akte. Als men een hypothecaire lening aangaat komen hierbij nog de hypothecaire inschrijvingsrechten en eventuele dossierskosten bij de bank.
Voor de berekening van de vastgoedprijzen wordt enkel rekening gehouden met de overeengekomen verkoopprijs exclusief bijkomende kosten.
Type vastgoed
Residentieel vastgoed
In de dataset van het Kadaster waartoe Statbel van 2005 tot 2017 toegang had voor de berekening van de vastgoedprijzen is er sprake van volgende vastgoedcategorieën:
- woonhuizen
- villa’s
- appartementen
Deze categorieën zijn gebaseerd op de aard vermeld op het Kadasterplan. Deze aard wordt bepaald éénmaal een nieuw gebouw is afgewerkt. Nadien wordt deze aard niet steeds bijgewerkt als er een verandering van de bestemming van het gebouw plaatsvindt. De indeling ‘woonhuis’ versus ‘villa’ is gebaseerd op het (subjectieve) oordeel van de schatter van het Kadaster.
In het vervolg van dit document worden de vastgoedprijzen die zijn berekend volgens bovenstaande indeling aangeduid als de vastgoedprijzen volgens de “oude methodologie”.
Vanaf 2017 werd een uitgebreidere gegevensset ter beschikking gesteld aan Statbel, met een meer gedetailleerde omschrijving van het goed. Het gaat om twee extra variabelen: de aard volgens de verkoopakte en de constructiecode.
Dankzij deze extra infomatie kan de methodologie verder geoptimaliseerd worden:
- Voor de bepaling van het type gebouw wordt er niet meer gekeken naar de aard vermeld op het Kadasterplan, maar wel naar de aard vermeld in de verkoopakte. Deze is meer up-to-date, want deze wordt bij elke verkoop opnieuw vastgesteld (door de Notaris).
- Bij de huizen is er voortaan een objectieve onderverdeling volgens het aantal gevels: in de oude methode was er sprake van woonhuizen en villa's, maar deze kwalificatie is subjectief. In de aangepaste methodologie wordt voortaan een onderscheid gemaakt tussen huizen met 2 of 3 gevels en huizen met 4 of meer gevels.
In het vervolg van dit document worden de vastgoedprijzen die zijn berekend op basis van de aard volgens de verkoopakte aangeduid als de vastgoedprijzen volgens de “nieuwe methodologie”.
Bouwgronden
De extra geleverde variabelen laten niet toe om voor de bouwgronden referentieprijzen te berekenen. Reden hiervoor is dat een groot deel van de effectieve bouwgronden aan een restcategorie wordt toegewezen, waarin vanalles kan zitten: landbouwgrond, industrie, bouwgrond, etc. Het gaat om meer dan 50% van alle bouwgronden.
Overige types vastgoed
Ook voor niet-residentieel vastgoed (landbouw, handel, etc.) laat de databank van het Kadaster het niet toe om resultaten te berekenen. Onroerende goederen binnen deze categorie worden heel vaak in bundel verkocht, samen met andere percelen met verschillende bestemmingen voor één totaalprijs, zodat een prijs per afzonderlijk goed niet af te leiden is en bijgevolg geen mediaanprijzen per categorie kunnen berekend worden.
Nieuwbouw
In de oude methodologie werden alle transacties die in de beknopte dataset van het Kadaster zaten opgenomen in de berekening. Hierin zat ook een deel nieuwbouw. Dankzij de uitgebreidere dataset waarover Statbel sinds 2016 beschikt en na gezamenlijke analyse met het Kadaster is duidelijk geworden dat niet alle effectieve nieuwbouw wordt opgenomen in de databank, en dat de gegevens met betrekking tot de nieuwbouw die wel is opgenomen niet steeds accuraat zijn. De databank van het Kadaster laat het dus niet toe om een correct beeld te scheppen over de totale verkoop van nieuwbouw. Daarom wordt in de nieuwe, geoptimaliseerde methodologie enkel rekening gehouden met de secundaire vastgoedmarkt (herverkoop) en worden alle transacties in verband met nieuwbouw weggefilterd.
Zuivering van de datasets
De datasets die worden aangeleverd door het Kadaster worden op twee manieren gezuiverd.
Enerzijds worden alle transacties weggefilterd die niet behoren tot het universum van de statistiek. Deze transacties worden niet in rekening gebracht bij de berekening van de referentieprijs of het aantal transacties. Het gaat bijvoorbeeld om overdrachten ten gevolge van erfenissen. Bij de geoptimaliseerde methodologie wordt ook nieuwbouw weggefilterd.
Ook de transacties waarvan essentiële gegevens ongekend zijn - zoals bv. de verkoopdatum of het type van het onroerend goed - worden weggefilterd.
Anderzijds worden een aantal filters gebruikt waarbij ontbrekende data wordt gedetecteerd. De ontbrekende data laat in dit geval wel toe om de transacties in rekening te brengen voor de berekening van het aantal transacties, maar ze worden achterwege gelaten voor de berekening van de referentieprijs. Het gaat bv. om transacties waarvan enkel de prijs ontbreekt. Ook transacties waarbij meerdere onroerende goederen in een bundel worden doorverkocht aan een totaalprijs vallen in deze categorie.
Resultaten
Bij de oude methodologie bestaan de berekende resultaten uit de gemiddelde prijzen, mediaanprijzen, percentielprijzen, het aantal transacties, totale prijzen en totale oppervlakten.
Bij de nieuwe, geoptimaliseerde methodologie bestaan de berekende resultaten uit mediaanprijzen, percentielprijzen en het aantal transacties.
De resultaten worden gegroepeerd per jaar, semester of trimester, per woningtype en per lokaliteit (de gemeenten, de arrondissementen, de provincies, de gewesten en het Rijk).
Referentieprijs: gemiddelde prijs vs. mediaanprijs
Als men te maken heeft met statistische verdelingen die gekenmerkt zijn door observaties met extreme waarden (zoals bv. de verkoopprijs van vastgoed) dient men rekening te houden dat het gemiddelde als centrale maatstaf hiervan een grote invloed ondervindt: een extreme waarde zal het gemiddelde in belangrijke mate naar zich toe trekken.
Een beter geschikte centrale maatstaf is de mediaanprijs. Dit is de prijs waarbij 50% van de transacties goedkoper zijn en 50% duurder. De invloed van extreme waarden is voor deze maatstaf minimaal of zelf onbestaand: de mediaan verandert niet of nauwelijks als een extreme waarde wordt weggelaten of toegevoegd aan de berekening (in tegenstelling tot het gemiddelde). De mediaanprijs is dus een stabielere maatstaf dan de gemiddelde prijs.
In de publicaties van Statbel wordt de mediaanprijs als referentieprijs gebruikt.
Percentielprijzen
De percentielprijzen zijn extra maatstaven die samen met de mediaanprijs een beter beeld geven over de statistische verdeling van de prijzen. Het 25e percentiel (ook wel het eerste kwartiel genoemd = Q25) is de prijs waarbij 25% van de transacties even duur of goedkoper zijn en 75% van de transacties even duur of duurder zijn.
Het 75e percentiel (ook wel het derde kwartiel genoemd = Q75) is de prijs waarbij 75% van de transacties even duur of goedkoper zijn en 25% van de transacties even duur of duurder zijn.
Mediaanprijzen en percentielprijzen worden pas weergegeven vanaf 16 transacties met een geldige prijs per aggregaat, dit om een zekere representativiteit te bewerkstelligen alsook de confidentialiteit van de individuele gegevens te waarborgen. Soms zitten er in de databank van het Kadaster transacties zonder vermelding van een geldige prijs. Deze transacties worden meegeteld voor het totale aantal transacties, maar worden niet opgenomen in de prijsberekening. Indien er voor een aggregaat sprake is van één of meerdere transacties met een ongeldige prijs, zal het aantal transacties waarvoor de prijzen worden getoond hoger zijn dan de bovenvermelde grens van 16 transacties, overeenkomstig het aantal transacties met een ongeldige prijs.
Totale prijs
Ten gevolge van het relatief hoge aantal transacties waarvan de prijs ontbreekt (vooral sinds STIPAD) wordt geen totale prijs meer gepubliceerd bij de nieuwe geoptimaliseerde methodologie.
Metadata
- Overdrachten en prijzen van onroerende goederen (PDF, 67 Kb)