Voorlopige sterftecijfers wijzen op matige stijging in 2021

Bevolking
Voorlopige sterftecijfers wijzen op matige stijging in 2021

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert een overzicht van de voorlopige sterftecijfers voor het jaar 2021, voor alle doodsoorzaken. De publicatie bevat voorlopige sterftecijfers voor alle Belgische gemeenten, en een eerste analyse van de sterfte per leeftijdscategorie, geslacht en per maand in 2021. Sciensano publiceert vandaag ook een gedetailleerde analyse, meer bepaald over de in 2021 waargenomen oversterfte ten opzichte van de volgens hun Be-MOMO-model verwachte sterfte. Ook in 2022 zal Statbel wekelijks op vrijdag de sterftecijfers updaten.

In deze publicatie worden de sterftecijfers voor 2021 vergeleken met de gemiddelde sterftecijfers voor de periode 2017-2019. Daarnaast vergelijken we ook de sterftecijfers voor de jaren 2020 en 2021, die door het coronavirus werden gekenmerkt. In deze publicatie wordt geen rekening gehouden met de bevolkingsstructuur. Verder wetenschappelijk onderzoek moet uitwijzen wat de impact is van de bevolkingsstructuur op de sterftecijfers[1].

Sterftecijfer stijgt met 2,5% tegenover gemiddelde 2017-2019

De impact van de COVID-19-pandemie op de Belgische sterftecijfers lijkt in 2021 een stuk minder groot dan in 2020. In 2021 werden voorlopig iets minder dan 112.500 overlijdens geregistreerd. Dit zijn zo’n 14.500 overlijdens minder dan in 2020, het eerste coronajaar. In vergelijking met het gemiddelde in de pre-coronaperiode 2017-2019, werd in 2021 een matige stijging gezien met ongeveer 2.700 (2,5%) overlijdens. Deze stijging is aanzienlijk lager dan vorig jaar. In 2020 was er een stijging met ongeveer 17.000 sterfgevallen (15,7%).

Sterfte in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest lager dan gemiddelde 2017-2019

Achter de algemene sterftecijfers zitten eerder beperkte regionale verschillen. Als we de voorlopige cijfers van 2021 vergelijken met het gemiddelde in 2017-2019, zien we een stijging van zo’n 3% in het Vlaamse en Waalse Gewest. In het Brussels Hoofdstedelijke Gewest is er een daling met -1,2% tegenover het gemiddelde.

In 2020 kende het Brussels Hoofdstedelijk Gewest echter de grootste relatieve stijging van het aantal sterfgevallen van alle gewesten, namelijk een stijging met 22,7% ten opzichte van de periode 2017-2019. Wanneer we het gemiddelde aantal overlijdens in de coronajaren 2020 en 2021 vergelijken met de pre-coronajaren 2017-2019 werd een stijging gezien in het aantal overlijdens in België met 9,1%. In het Vlaams gewest lag de stijging met 7,9% iets lager dan in het Waals en het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest waar dit 10,7% bedroeg.

Evolutie van het sterftecijfer van 2017 tot 2021

  2017 2018 2019 2020 2021 Evolutie 2020 t.o.v. 2017-2019 (in %) Evolutie 2021 t.o.v. 2017-2019 (in %) Evolutie 2020-2021 t.o.v. 2017-2019 (in %)
België 109.629 110.645 108.745 126.850 112.390 +15,7% +2,5% +9,1%
Vlaams Gewest 62.530 63.397 62.420 70.919 64.515 +13,0% +2,8% +7,9%
Waals Gewest 38.068 38.329 37.409 44.947 39.029 +18,5% +2,9% +10,7%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 9.031 8.919 8.916 10.984 8.846 +22,7% -1,2% +10,7%

Evolutie van het sterftecijfer per provincie en hoofdstad van 2017 tot 2021

Provincie Gemiddelde mortaliteit 2017-2019 Mortaliteit 2021 Evolutie 2021 t.o.v. 2017-2019 (in %)
Brussel Hoofdstedelijk Gewest 8.955 8.846 -1,2%
Provincie Antwerpen 17.270 17.569 +1,7%
Provincie Vlaams-Brabant 10.392 10.456 +0,6%
Provincie Waals-Brabant 3.564 3.669 +2,9%
Provincie West-Vlaanderen 12.889 13.470 +4,5%
Provincie Oost-Vlaanderen 14.562 14.819 +1,8%
Provincie Henegouwen 14.840 15.371 +3,6%
Provincie Luik 11.696 11.843 +1,3%
Provincie Limburg 7.670 8.201 +6,9%
Provincie Luxemburg 2.716 2.886 +6,3%
Provincie Namen 5.120 5.260 +2,7%
Hoofdstad provincie Gemiddelde mortaliteit 2017-2019 Mortaliteit 2021 Evolutie 2021 t.o.v. 2017-2019 (in %)
Brussel 1.196 1.182 -1,2%
Antwerpen 4.900 4.702 -4,0%
Leuven 827 789 -4,6%
Waver 351 366 +4,3%
Brugge 1.333 1.386 +4,0%
Gent 2.311 2.284 -1,2%
Bergen 1.010 1.011 +0,1%
Luik 2.142 2.117 -1,2%
Hasselt 762 826 +8,4%
Aarlen 224 254 +13,4%
Namen 1.221 1.244 +1,9%

Sterfte stijgt bij mannen

In de voorlopige sterftecijfers van 2021 zien we een stijging van het aantal overlijdens bij mannen (+5,8%) terwijl dat aantal bij vrouwen licht daalt (-0,7%) tegenover het gemiddelde 2017-2019. Dat terwijl in het jaar 2020 de sterftecijfers bij zowel mannen als vrouwen gelijkmatig waren gestegen tegenover hetzelfde gemiddelde: in beide groepen zo’n 15,5%.

Qua leeftijdsgroepen werden in 2021 vooral de 65-74-jarigen sterk getroffen (+11,2%) in vergelijking met het gemiddelde van 2017-2019. Op de andere leeftijdsgroepen was er in 2021 een kleinere impact. Bij de 85-plussers werd zelfs een terugkeer gezien naar de pre-coronaperiode qua aantal overlijdens.

In 2020 waren het vooral de oudere leeftijdsgroepen die sterk werden getroffen in vergelijking met hetzelfde gemiddelde. De 85-plussers (20,8%) werden het hardst getroffen, gevolgd door de 75-84-jarigen (+15,5%) en de 65-74-jarigen (+15,2%). Bij de jongere leeftijdsgroepen was er weinig tot geen impact.

Evolutie van het sterftecijfer per leeftijdsklasse van 2017 tot 2021

  2017 2018 2019 2020 2021 Evolutie 2020 t.o.v. 2017-2019 (in %) Evolutie 2021 t.o.v. 2017-2019 (in %)
1-24 jaar* 621 567 531 515 565 -10,1% -1,4%
25-44 jaar 2.259 2.192 2.129 2.175 2.334 -0,8% +6,4%
45-64 jaar 13.681 13.639 13.139 13.950 13.469 +3,4% -0,1%
65-74 jaar 17.208 17.615 17.690 20.170 19.470 +15,2% +11,2%
75-84 jaar 29.575 29.334 28.244 33.562 30.054 +15,5% +3,5%
85+ jaar 45.858 46.857 46.586 56.106 46.301 +20,8% -0,3%
* De registratie van het aantal overlijdens bij personen jonger dan 1 jaar in 2021 is nog te onvolledig om correct sterftecijfers te kunnen vergelijken in de leeftijdsgroep 0-24 jaar, vandaar de keuze om de leeftijdsgroep te beperken tot de 1-24 jarigen.

Vooral vierde golf zorgt voor matige stijging

Het vergelijken van de overlijdens per maand toont dat in de periode januari tot en met september 2021 een gelijkaardig aantal overlijdens werd geregistreerd als in dezelfde maanden in de referentieperiode 2017-2019. Een ondersterfte in februari en maart werd gecompenseerd door iets hogere sterftecijfers, hoofdzakelijk in april en mei.

In oktober 2021 lag het aantal sterfgevallen voor het eerst zelfs boven het gemiddelde van de voorgaande jaren (+11,4%). Vervolgens lag ook in november (+17,6%) en december 2021 (+14,3%) het aantal overlijdens hier sterk boven het gemiddelde. Het lijkt dus vooral de vierde coronagolf te zijn die aanleiding heeft gegeven tot een matige stijging van 2,7% in het aantal overlijdens in vergelijking met de referentieperiode.

Evolutie van het sterftecijfer per maand van 2017 tot 2021

  2017 2018 2019 2020 2021 Evolutie 2020 t.o.v. 2017-2019 (in %) Evolutie 2021 t.o.v. 2017-2019 (in %)
Januari 11.828 10.360 10.468 10.217 10.753 -6,1% -1,2%
Februari 10.516 10.089 9.766 9.387 8.979 -7,3% -11,3%
Maart 9.419 12.202 9.998 11.586 9.373 +9,9% -11,1%
April 8.459 8.971 8.901 15.449 9.509 +76,0% +8,3%
Mei 9.097 8.559 8.829 9.449 9.212 +7,0% +4,3%
Juni 8.221 7.793 8.276 7.992 8.156 -1,3% +0,7%
Juli 8.227 8.918 8.755 8.004 8.464 -7,3% -2,0%
Augustus 8.236 8.499 8.242 9.847 8.266 +18,3% -0,7%
September 8.108 8.044 8.003 8.189 8.312 +1,7% +3,2%
Oktober 8.769 8.666 8.888 10.752 9.773 +22,5% +11,4%
November 8.638 8.729 8.867 14.035 10.288 +60,5% +17,6%
December 10.111 9.815 9.752 11.943 11.305 +20,7% +14,3%

Situering in historische data

Statbel beschikt over historische data met sterftecijfers per jaar sinds 1841 en per maand sinds 1919. In de historische dataset kunnen we verder ook de brutosterftecijfers vergelijken. Dit wordt berekend als de verhouding tussen het aantal overlijdens en de totale bevolking. Het brutosterftecijfer vertoont over het algemeen een dalende tendens. Deze trend werd onderbroken door de coronapandemie (2020 en 2021). Van de 181 jaren die werden geobserveerd sinds 1841 staat 2021 met een brutosterftecijfer van 9,8 promille op plaats 171, wat een stuk beter is dan de 147ste plaats van 2020 met 11,0 promille. Het is belangrijk om op te merken dat de 10 jaar (plaats 172 tot 181) die een lager brutosterftecijfer dan 2021 hadden zich allen situeren in de laatste 15 jaar. De dalende trend in het brutosterftecijfer lijkt dus nog niet volledig hersteld te zijn.


[1] Het best gekende voorbeeld is de leeftijdsverdeling. Deze is aan verandering doorheen de jaren onderhevig en heeft bijgevolg een invloed op het aantal overlijdens in de bevolking.