Tussen 2023 en 2024 vond 1 op de 3 werklozen een job

Werk & Opleiding
Tussen 2023 en 2024 vond 1 op de 3 werklozen een job

Tussen 2023 en 2024 bleef 94,4% van de werkenden aan het werk, 1,7% werd werkloos en 3,9% niet-beroepsactief. De werkenden die aan het werk blijven, blijven niet allemaal in dezelfde job: ongeveer 350.000 van hen veranderde van job, of 7,5% van degenen die op beide momenten aan het werk waren. Verder bleef 40,8% van de werklozen, werkloos, 31,3% vond een job en 28,0% werd niet-beroepsactief (d.w.z. was niet beschikbaar voor werk en/of zocht niet actief naar werk). Van de niet-beroepsactieven bleef 85,8% niet-beroepsactief, 9,6% ging aan het werk en 4,6% bleef werkloos. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau, over individuele veranderingen in het arbeidsmarktstatuut in 2024 vergeleken met een jaar eerder.

In dit nieuwsbericht ligt de focus op de transities op de arbeidsmarkt tussen 2023 en 2024, bij een bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar). Het longitudinale karakter van de Enquête naar de Arbeidskrachten laat toe om de dynamiek op de arbeidsmarkt te meten. Bijvoorbeeld, is iemand die op een bepaald moment aan het werk is, een jaar later nog steeds aan het werk of is die persoon ondertussen werkloos of niet-beroepsactief geworden?

Werken en van job veranderen

De transitiepercentages van de werkenden blijven ongeveer gelijk tegenover vorig jaar. Van de bijna 5 miljoen werkenden tussen 15 en 64 jaar in 2023, zijn er in 2024 nog ongeveer 4,7 miljoen aan het werk, 82.000 werkloos geworden en 195.000 niet-beroepsactief.

De werkenden die aan het werk blijven, blijven niet allemaal in dezelfde job: ongeveer 350.000 van hen veranderde van job. Dat is 7,5% van degenen die op beide momenten aan het werk waren. Die verandering van job kan zowel binnen hetzelfde als naar een ander bedrijf zijn, of door als werknemer een zaak op te starten. Dit percentage is vergelijkbaar met vorig jaar, maar duidelijk nog niet terug op het lagere pre-Covid-niveau van 5 à 6%. De jobmobiliteit is hoger bij jongeren, in het Brussels en Vlaams Gewest, hoogopgeleiden en deeltijds werkenden. Mannen en vrouwen veranderden tussen 2023 en 2024 in gelijke mate van job.  Hoewel het percentage dat van job verandert ongeveer stabiel blijft, neemt het percentage dat in dezelfde sector blijft af van 52,6% naar 49,6%. We zien dat in het onderwijs en de gezondheidszorg de mensen het vaakst in dezelfde sector blijven: meer dan 60% van zij die van job veranderen, blijft binnen dezelfde sector. Ook voor de bouwnijverheid, financiële activiteiten en binnen openbare besturen zijn meer dan de helft van de veranderingen binnen dezelfde sector.

Werkloos

De werklozen zijn de meest volatiele groep. We zien echter dat het percentage dat werkloos blijft, vrij hoog ligt (40,8%). Ook in absolute getalen is dit een grote groep: bijna 120.000 werkzoekenden uit 2023 zijn in 2024 nog steeds op zoek naar werk en beschikbaar om te beginnen werken. 31,3% is een jaar later aan het werk en 28,0% is niet-beroepsactief geworden.

Niet-beroepsactief

Bij de niet-beroepsactieven (15-64 jaar) is 85,8% in 2024 niet-beroepsactief gebleven. 9,6% is aan het werk gegaan en 4,6% is een jaar later werkloos geworden. Van de 2,2 miljoen niet-beroepsactieven van 2023 zijn er dus nog 1,9 miljoen niet-beroepsactief in 2024, waaronder een grote groep studenten die in de enquête aangeeft niet te werken.