Onverwachte uitgaven doen is moeilijk voor meer dan een Belg op vijf

Huishoudens
Onverwachte uitgaven doen is moeilijk voor meer dan een Belg op vijf

Cijfers herzien op 19.09.2022

Wegens een correctie van één van onze administratieve databestanden m.b.t. inkomens 2020, is een herziening van SILC 2021 noodzakelijk.


Naast vakantie buitenshuis nemen is ook onverwachte uitgaven doen moeilijk voor een vijfde van de Belgen (22,3%). In Brussel en Wallonië was respectievelijk 35,7% en 32,9% van de bevolking niet in staat om een onverwachte uitgave te doen, terwijl dat in Vlaanderen 14% was.

Bovendien kon meer dan een Belg op tien het zich niet veroorloven om beschadigde of versleten meubels te vervangen (14,4%), om regelmatig deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten (11,1%) of om wekelijks een bedrag uit te geven voor persoonlijke behoeften (11,9%).

Ook achter die cijfers zitten regionale verschillen. In Brussel en Wallonië geeft 18,9% en 17,9% van de inwoners aan niet wekelijks een bedrag te kunnen uitgeven voor persoonlijke behoeften. In Vlaanderen gaat het om 7,3%. Voor Brusselaars blijkt het bovendien financieel moeilijk om een wagen te bezitten (17,4%). Dat is minder vaak het geval in Wallonië (5,3%) en in Vlaanderen (3,9%).

In vergelijking met 2020 valt een daling op van het aantal personen dat zich bepaalde aspecten uit het sociale leven niet kunnen veroorloven, zoals ‘regelmatig deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten’ en ‘minstens één keer per maand met vrienden of familie afspreken om iets te eten of te drinken’. De resultaten tonen inderdaad dat in 2021 meer mensen hebben aangegeven dat ze dit niet deden om andere redenen dan een gebrek aan financiële middelen. Hierin hebben de sluitingen van de horeca en de culturele sector tijdens de COVID-19-restricties een belangrijke rol gespeeld.

Andere aspecten blijken minder problematisch voor de meeste Belgen: 1,8% kon zich thuis geen internetverbinding veroorloven, 3,2% kon zich geen twee paar schoenen veroorloven, 3,5% was niet in staat om het huis voldoende te verwarmen en 3,7% van de Belgen had onvoldoende financiële middelen om minstens om de twee dagen vlees, vis of een vegetarisch alternatief te eten.

Meest kwetsbaar: werklozen, huurders, leden van eenoudergezinnen en mensen met de laagste inkomens

De meest kwetsbare groepen voor materiële en sociale deprivatie zijn werklozen, huurders, Belgen in een eenoudergezin en mensen met de laagste inkomens.

  • Werklozen:
    • Meer dan de helft (53,2%) was niet in staat om een onverwachte uitgave te doen
    • 45,4% was niet in staat om één week vakantie buitenshuis te betalen
    • 36,8% had niet de middelen om beschadigde of versleten meubels te vervangen
    • 34,5% kon niet wekelijks een bedrag uitgeven voor persoonlijke behoeften
    • 33,7% was niet in staat om regelmatig deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten
    • 30,1% kon het zich niet veroorloven of minstens éénmaal per maand af te spreken met vrienden of familie om iets te eten of te drinken
  • Ook huurders:
    • Meer dan de helft (50,5%) was niet in staat om een onverwachte uitgave te doen
    • 43,6% was niet in staat om één week vakantie buitenshuis te betalen
    • 33,8% had niet de middelen om beschadigde of versleten meubels te vervangen
    • 27,8% kon niet wekelijks een bedrag uitgeven voor persoonlijke behoeften
    • 26,9% was niet in staat om regelmatig deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten
    • 22,7% kon het zich niet veroorloven of minstens éénmaal per maand af te spreken met vrienden of familie om iets te eten of te drinken
  • Leden van eenoudergezinnen:
    • Meer dan de helft (50,3%) was niet in staat om een onverwachte uitgave te doen
    • 41,5% was niet in staat om één week vakantie buitenshuis te betalen
    • 30,7% had niet de middelen om beschadigde of versleten meubels te vervangen
    • 27,6% kon niet wekelijks een bedrag uitgeven voor persoonlijke behoeften
    • 24% was niet in staat om regelmatig deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten
    • 19,5% kon het zich niet veroorloven of minstens éénmaal per maand af te spreken met vrienden of familie om iets te eten of te drinken
  • Belgen die zich in de laagste inkomensgroep bevinden:
    • Meer dan de helft (54,1%) was niet in staat om een onverwachte uitgave te doen
    • 51,2% was niet in staat om één week vakantie buitenshuis te betalen
    • 36,1% had niet de middelen om beschadigde of versleten meubels te vervangen
    • 34,8% kon niet wekelijks een bedrag uitgeven voor persoonlijke behoeften
    • 33,3% was niet in staat om regelmatig deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten
    • 28,7% kon het zich niet veroorloven of minstens éénmaal per maand af te spreken met vrienden of familie om iets te eten of te drinken

Meer over dit thema....