Minder huwelijken sinds de jaren ’70, steeds meer huwelijken in de zomer sinds WO II

Bevolking
Minder huwelijken sinds de jaren ’70, steeds meer huwelijken in de zomer sinds WO II

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert voor de eerste maal een historische reeks over de maandelijks afgesloten huwelijken in België van 1850 tot nu. De in dit persbericht gebruikte cijfers zijn tot en met 2013 gebaseerd op de formulieren van de burgerlijke stand; vanaf 2014 komen ze uit het Rijksregister[1].

In 2019 werden er 44.270 huwelijken afgesloten in België; dat zijn 3,9 huwelijken per 1000 inwoners. In het jaar 2020 lag dit een stuk lager (2,9) omwille van de COVID-19-crisis. Negentig jaar voordien, in 1929, trouwden er 71.811 Belgische koppels of 9,0 huwelijken per 1000 inwoners. In de jaren vlak na beide Wereldoorlogen piekten het aantal huwelijken: bijvoorbeeld 14,1 huwelijken per 1000 inwoners in 1920 en 10,9 in 1946.
Uit onderstaande grafiek blijkt bovendien dat sinds de jaren ‘70 het aantal huwelijken per 1.000 inwoners gestaag en systematisch achteruit gaat.

Huwelijken vroeger en nu

Tot voor WO II waren de huwelijken veel meer gespreid over het ganse jaar, met een kleine piek tijdens de maanden april en mei. Na de oorlog veranderde dit en werden de maanden juli en augustus steeds meer de favoriete trouwmaanden.

Sinds de jaren ‘70 van de vorige eeuw is er ook steeds meer een tendens om in juni en/of september te trouwen en wordt er minder in de maand april getrouwd. Tot slot valt het op dat er in de oorlogsjaren 40-45 tijdelijk meer in oktober, november en december werd getrouwd.


[1] Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de gegevens niet geproduceerd.