Meer dan 1 miljoen Belgen is materieel en sociaal gedepriveerd: onverwachte uitgave en vakantie grootste struikelblokken

Huishoudens
Meer dan 1 miljoen Belgen is materieel en sociaal gedepriveerd: onverwachte uitgave en vakantie grootste struikelblokken

9,5% van de Belgische bevolking is materieel en sociaal gedepriveerd, dat komt neer op 1.083.000 personen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het over 17,5% van de bevolking, in het Waals Gewest over 14,4% en in het Vlaams Gewest over 5,4%. Dat blijkt uit de eerste resultaten van de enquête naar inkomens en levensomstandigheden in 2022 (EU-SILC). Meer dan 6.700 gezinnen werden bevraagd over dertien uitgaven die zij zich al dan niet kunnen veroorloven en over hun sociale contacten. Wie zich vijf van die aspecten niet kan veroorloven noemen we materieel en sociaal gedepriveerd. Wie zich zeven van die aspecten niet kan verloven is ernstig materieel en sociaal gedepriveerd. In 2022 bevond 5,8% van de bevolking zich in die laatste situatie.

Onmogelijkheid om ... België Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest
tijdig betalingen te kunnen doen 4,3% 6,8% 2,5% 6,7%
een week vakantie per jaar te nemen buitenshuis 20,8% 34,4% 12,3% 31,8%
minstens om de twee dagen vlees, kip of vis te eten 4,1% 8,3% 1,9% 6,7%
een onverwachte uitgave te doen 22,7% 39,1% 13,6% 34,0%
zich een eigen wagen te veroorloven 6,0% 17,3% 4,1% 5,7%
de woning degelijk te verwarmen 5,1% 7,9% 2,2% 9,5%
beschadigde of versleten meubels te vervangen 14,5% 24,3% 9,2% 20,9%
versleten kledij te vervangen door nieuwe kledij 7,5% 14,6% 4,8% 10,2%
twee paar schoenen in goede staat (waarvan één paar gesloten schoenen) 2,1% 1,7% 1,7% 3,1%
thuis toegang tot internet te hebben 1,2% 2,1% 0,7% 1,8%
minstens éénmaal per maand met vrienden of familie af te spreken om iets te eten of te drinken 8,6% 14,5% 5,8% 11,7%
regelmatig deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten zoals sport, film, concerten, enz. 10,6% 16,4% 6,5% 16,1%
wekelijks een bedrag uit te geven voor persoonlijke behoeften 11,1% 18,6% 5,6% 18,5%
SMSD - Ernstige materiële en sociale deprivatie (7 van de 13 items)  5,8% 11,6% 3,2% 8,7%
MSD - Materiële en sociale deprivatie (5 van de 13 items)  9,5% 17,5% 5,4% 14,4%

Onverwachte uitgave en vakantie zijn grootste struikelblokken

Een onverwachte uitgave van 1.300 euro is financieel onhaalbaar voor 22,7% van de Belgen. Bij werklozen (56,9%), huurders (52,8%), leden van eenoudergezinnen (54,8%) en de laagste inkomens (56,4%) gaat dit zelfs over meer dan de helft van de populatie. Ook jaarlijks minstens één week op vakantie gaan is om financiële redenen geen optie voor 20,8% van de landgenoten. Opnieuw zijn werklozen (52%), huurders (45,5%), leden van eenoudergezinnen (46,3%) en de laagste inkomens extra precair (50,7%). De cijfers tonen eveneens dat werk niet noodzakelijk beschermt tegen deze kwetsbaarheden: 12,1% van de werkenden kan zich geen week vakantie veroorloven en 14,6% heeft moeite met een onverwachte uitgave.

Verwarmen is moeilijk voor 5,1% van de Belgen

5,1% van de Belgen geeft aan dat ze onvoldoende financiële middelen hebben om hun huis voldoende te verwarmen. Dit is het hoogste percentage sinds 2019. In Wallonië gaat het over net geen tiende van de bevolking (9,5%), terwijl het in Brussel over 7,9% gaat en in Vlaanderen over 2,2%. Werklozen (14,6%), huurders (11,4%), leden van eenoudergezinnen (12,4%) en de laagste inkomens (11,9%) hebben het ook hier het moeilijkst. Belangrijke kanttekening hierbij is dat de gegevens verzameld werden tussen februari en augustus 2022 toen de energieprijzen hoog waren, maar de temperaturen overwegend ook.

Sociale activiteiten ook te duur voor meest kwetsbare groepen

Afspreken met vrienden of deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten zijn voor respectievelijk 8,6% en 10,6% van de Belgen onbetaalbaar. Dit gaat voor beide activiteiten over ongeveer 1 miljoen landgenoten. Deze vorm van kansarmoede situeert zich opnieuw bij de eerder genoemde kwetsbare groepen: werklozen (respectievelijk 25% en 33%), huurders (respectievelijk 21,6% en 25,3%), leden van eenoudergezinnen (respectievelijk 21,9% en 27,2%) en de laagste inkomens (respectievelijk 23,9% en 30,1%).

Subjectieve armoede verschilt ook naargelang de regio

Subjectieve armoede, ofwel de (grote) moeilijkheid om de eindjes aan elkaar te knopen, treft 16,9% van de bevolking. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het over 35,4%, in het Waals Gewest 23,7% en in het Vlaams Gewest 9,7%.