Januari 2023 : 799 faillissementen

Ondernemingen
Januari 2023 : 799 faillissementen

In januari 2023 registreerden de ondernemingsrechtbanken 799 faillissementen. Dit betekent een stabilisatie ten opzichte van december 2022 (800).

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert eveneens een uitgebreid rapport met de belangrijkste evoluties in de maandelijkse faillissementscijfers, dat u hier kunt raadplegen.

Het in januari 2023 aantal geregistreerde faillissementen ligt hoger in vergelijking met dezelfde maand in 2022 (+23,5%) maar ligt lager dan het aantal faillissementen in 2020 (-14,1%).

Op regionaal niveau steeg het aantal faillissementen ten opzichte van december 2022 in het Waalse Gewest (+4,7%) en in het Vlaamse Gewest (+1,1%) maar daalde in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (-12,7%). Alleen in het Vlaamse Gewest betekent dit aantal (466) ook een toename ten opzichte van januari 2020 (+5,4%). Het volstaat echter om terug te gaan tot oktober 2022 om een groter aantal faillissementen in deze laatste regio terug te vinden (503).

Het in januari 2023 aantal geregistreerde faillissementen nam ten opzichte van december 2022 toe in de horeca (+18,9%), in de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (+14,8%) en in vervoer en opslag (+11,1%). Geen van deze drie sectoren telde meer faillissementen in januari 2023 dan in januari 2020.

Het aantal banen dat in januari 2023 verloren ging ten gevolge van faillissementen bedroeg 3.944. Dit betekent een stijging met 94,6% in vergelijking met december 2022. Dit betekent ook toenames met respectievelijk 133,4% en 64,4% ten opzichte van januari 2022 en januari 2020. Dit hoge aantal verloren banen komt vooral voort uit het faillissement van een grote onderneming uit de handelssector in het Vlaamse Gewest en betekent het hoogste aantal sinds september 2013 toen 4.128 arbeidsplaatsen verloren gingen. Wanneer deze onderneming uit de statistiek wordt geweerd, ligt het aantal verloren banen in januari 2023 lager ten opzichte van januari 2020 (-18,6%).

Hoewel het aantal verloren arbeidsplaatsen in januari 2023 in het Vlaamse Gewest (+155,2%) en het Waalse Gewest (+18,9%) een stijging ten opzichte van december 2022 betekent, telde enkel het Vlaamse Gewest met een verlies aan 3.029 jobs meer verloren arbeidsplaatsen in vergelijking met januari 2022 (+335,2%) en januari 2020 (+146,3%). Dit is het hoogste aantal verloren banen in de periode 2012-2023. Dit cijfer is met name hoger dan de 2.356 verloren arbeidsplaatsen in maart 2019 in deze regio. Wanneer het faillissement van de grote onderneming uit de cijfers van januari 2023 wordt geweerd, ligt het aantal banen dat in januari 2023 in het Vlaamse Gewest verloren ging ten gevolge van faillissementen lager dan in januari 2020 (-15,7%).

Het aantal verloren arbeidsplaatsen in januari 2023 ten gevolge van een faillissement steeg ten opzichte van december 2022 in vier activiteitssectoren. Onder deze sectoren telden enkel de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (298) en de handel (2.297) meer verloren banen in vergelijking met januari 2020. In de periode 2012-2023 hebben deze twee activiteitensectoren nooit zo'n omvangrijk banenverlies gekend. Het vorige hoogste aantal bedroeg respectievelijk 294 in juni 2013 in de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten en 1.326 in augustus 2020 in de handel. De uitsluiting van het faillissement van de grote onderneming uit deze cijfers, brengt echter mee dat het aantal verloren banen in de handel in januari 2023 lager ligt dan in december 2022 (-20,2%).

Samen met dit persbericht en het aanvullende rapport, publiceert Statbel ook meer gedetailleerde maandcijfers met bijkomende opdelingen op gemeenteniveau, op NACEBEL-klasse 2008 of met historische cijfers die teruggaan tot 2009. Deze faillissementscijfers zijn terug te vinden in be.STAT via het tabblad "Cijfers" van deze publicatie.

Bij de interpretatie van deze cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is de economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Bovendien werkten als gevolg van de Covid-19-crisis veel ondernemingsrechtbanken en griffies met verminderde capaciteit en waren hun activiteiten beperkt tot 18 mei 2020. Daarnaast was tot 17 juni 2020 een koninklijk besluit van kracht dat heeft geleid tot de bevriezing van de faillissementsprocedures voor de rechtbanken, om ondernemingen die voor 18 maart 2020 gezond waren, te beschermen tegen de gevolgen van de Covid-19-crisis.

Vervolgens heeft de regering op vrijdag 6 november 2020 een nieuw moratorium op faillissementen goedgekeurd tot 31 januari 2021 om bedrijven te beschermen die gedwongen waren hun deuren tijdelijk te sluiten op grond van het ministerieel besluit dat gepubliceerd werd op 1 november 2020 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 te beperken.

Om de stopzetting van dit tweede moratorium te compenseren, voerde de federale regering een drieledige hervorming uit om de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie flexibeler te maken. Ten eerste werd de procedure versoepeld door ondernemingen niet langer te verplichten vanaf het begin al 11 documenten in te dienen, maar slechts 3, waarbij de overige documenten tijdens de procedure kunnen worden verstrekt. Ten tweede is het volgens de procedure niet langer verplicht om in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Dit stelt de bemiddelaar in staat om de schuldeisers in volle discretie te ontmoeten en hen te overtuigen af te zien van een snelle terugbetaling van hun vorderingen alvorens een akkoord is bereikt. Ten derde moedigt men de procedure van gerechtelijke reorganisatie op basis van een minnelijke schikking aan met behulp van een belastingvrijstelling die tot dan toe enkel gold voor procedures van gerechtelijke reorganisatie die bij gerechtelijk vonnis werden verkregen. De bepalingen met betrekking tot de eerste twee pijlers van de hervorming zouden initieel maar van kracht zijn tot en met 30 juni 2021, maar werden bij koninklijk besluit van 24 juni 2021 tot verlenging van de artikelen 2, 4 tot 12 van de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 verlengd tot 16 juli 2022.

Tussen deze twee moratoria in, beslisten zowel de FOD Financiën als de RSZ om een feitelijk moratorium in te stellen, door bedrijven niet failliet te laten gaan als gevolg van schulden bij de belastingdiensten of de sociale zekerheid. Deze regeling bleef ook na 1 februari 2021 van kracht, totdat de RSZ vanaf oktober 2021 en de fiscus in verschillende provincies rond maart 2022 de dagvaardingen hervatten.

Daarnaast vindt in de maanden juli en augustus het gerechtelijk zomerreces plaats. Gedurende deze periode blijven de rechtbanken open, maar zijn er minder zittingen. Daarom liggen onze faillissementscijfers in deze periode lager.

Bovendien waren verschillende maatregelen van kracht – zowel op federaal, op gewestelijk als op lokaal niveau – om de ondernemingen te ondersteunen tijdens de Covid-19 crisisperiode. De RSZ kende bijvoorbeeld minnelijke afbetalingsplannen toe met een maximale duur van 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. En op het niveau van de RVA kon de volledige tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het coronavirus of het conflict in Oekraïne tot 30 juni 2022 worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid ten gevolge van overmacht corona.

Ten slotte ontstonden recentelijk nieuwe steunmaatregelen om bedrijven te ondersteunen tijdens de energiecrisis. Op het niveau van de RSZ kunnen ondernemingen onder meer een minnelijk afbetalingsplan aanvragen terwijl energie-intensieve bedrijven gebruik kunnen maken van een bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor energie-intensieve bedrijven.

Alle hierboven beschreven overheidsmaatregelen hadden een matigend effect op het aantal faillissementen dat uitgesproken werd sinds maart 2020.