- De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in mei 2,3% ten opzichte van 1,6% in april. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in mei 1,6% ten opzichte van 1,5% in april.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand mei bedroeg 1,8% ten opzichte van 1,5%. Het verschil in toename van de inflatie tussen de HICP en CPI is grotendeels te wijten aan het grotere gewicht van energiedragers in de HICP en het niet gebruiken van een voortschrijdend gemiddelde voor huisbrandolie in de HICP. Meer informatie over het verschil tussen HICP en CPI is terug te vinden in de technische toelichting achteraan.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn huisbrandolie, motorbrandstoffen, tabak, fruit en zuivelproducten.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn elektriciteit, telecommunicatie, groenten, woninghuur en kleding.
- De geharmoniseerde consumptieprijsindex van mei voor de EU-landen wordt op 15 juni gepubliceerd door Eurostat.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in mei 2,3% ten opzichte van 1,6% in april. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in mei 2,1% ten opzichte van 1,5% in april. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in mei gemeten voor “alcoholhoudende dranken en tabak” (4,6%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “communicatie” (-0,5%).
De hoofdgroep die in mei de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “vervoer” met 0,3 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door de groepen “kleding en schoeisel”, “stoffering en huishoudelijke apparaten”, “communicatie”, “recreatie en cultuur” en “diverse goederen en diensten” telkens met
-0,1 procentpunt.
Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen
Productgroep | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | Impact op inflatie (%-punt) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HICP | HICP-CT | ||||||||
mrt/18 | apr/18 | mei/18 | mei/18 | mrt/18 | apr/18 | mei/18 | |||
0 | Totaal bestedingen | 1.000,0 | 1,5 | 1,6 | 2,3 | 2,1 | |||
1 | Voeding en alcoholvrije dranken | 164,1 | 1,7 | 1,9 | 2,6 | 2,4 | 0,0 | 0,1 | 0,1 |
2 | Alcoholhoudende dranken en tabak | 48,8 | 5,0 | 4,6 | 4,6 | 1,0 | 0,2 | 0,2 | 0,1 |
3 | Kleding en schoeisel | 54,3 | 0,2 | 0,6 | 0,8 | 0,8 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
4 | Huisvesting, water en energie | 165,9 | 0,9 | 1,7 | 3,2 | 4,1 | -0,1 | 0,0 | 0,2 |
5 | Stoffering en huishoudelijke apparaten | 74,8 | 0,5 | 0,3 | 0,8 | 0,8 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
6 | Gezondheid | 77,2 | 2,3 | 1,9 | 1,6 | 1,6 | 0,1 | 0,0 | -0,1 |
7 | Vervoer | 122,2 | 1,8 | 2,6 | 4,3 | 3,6 | 0,0 | 0,1 | 0,3 |
8 | Communicatie | 32,0 | -0,1 | -0,2 | -0,5 | -0,5 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
9 | Recreatie en cultuur | 90,7 | 0,4 | 0,4 | 0,9 | 0,9 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
10 | Onderwijs | 5,1 | 1,7 | 1,7 | 1,7 | 1,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
11 | Hotels, cafés en restaurants | 79,6 | 2,6 | 1,0 | 2,2 | 2,2 | 0,1 | 0,0 | 0,0 |
12 | Diverse goederen en diensten | 85,3 | 1,6 | 1,6 | 1,4 | 1,5 | 0,0 | 0,0 | -0,1 |
Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
- Voor de energiedragers stijgt de inflatie. Ze bedraagt in mei 8,2% ten opzichte van 3,5% in april en 1,0% in maart. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 2,7%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 4,9%.
- De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in mei 3,5% ten opzichte van 3,6% in april en 3,7% in maart. Ten opzichte van april bleven de prijzen gemiddeld ongewijzigd.
- De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in mei 2,2% ten opzichte van 0,6% voorgaande maand. Ten opzichte van april daalden de prijzen gemiddeld met 0,5%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 0,1%.
- De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in mei 0,7%, ze stijgt hiermee ten opzichte van de 0,6% inflatie in april. Ten opzichte van april stegen de prijzen gemiddeld met 0,2%.
- Voor de diensten stijgt de inflatie in mei tot 1,6% ten opzichte van 1,3% in april. Ten opzichte van april stegen de prijzen gemiddeld met 0,1%.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in mei 1,6%, hiermee stijgt ze ten opzichte van de 1,5% inflatie die gemeten werd in april. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld met 0,1%.
Inflatie volgens specifieke aggregaten
Specifieke aggregaten | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | 12 maandelijks gemiddelde (%) | Maandelijke wijziging | ||
---|---|---|---|---|---|---|
mrt/18 | apr/18 | mei/18 | mei/18 | mei/18 | ||
Totaal bestedingen | 1.000,0 | 1,5 | 1,6 | 2,3 | 1,8 | 0,4 |
Energiedragers | 99,5 | 1,0 | 3,5 | 8,2 | 4,9 | 2,7 |
Bewerkte levensmiddelen | 134,6 | 3,7 | 3,6 | 3,5 | 2,9 | 0,0 |
Niet-bewerkte levensmiddelen | 78,3 | 0,3 | 0,6 | 2,2 | 0,1 | -0,5 |
Niet-energetische industriële goederen | 272,2 | 0,8 | 0,6 | 0,7 | 0,8 | 0,2 |
Diensten | 415,4 | 1,6 | 1,3 | 1,6 | 1,7 | 0,1 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) | 822,2 | 1,7 | 1,5 | 1,6 | 1,6 | 0,1 |
Impact van subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door huisbrandolie en motorbrandstoffen, beide met een impact van 0,32 procentpunt. Tabak heeft een impact van 0,13 procentpunt. Fruit heeft een impact van 0,09 procentpunt. Melk, kaas en eieren hebben tot slot een impact van 0,07 procentpunt.
Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2018 | mei/2018 | ||
04.5.3 | Huisbrandolie | 16,5 | 0,32 |
07.2.2 | Motorbrandstoffen | 33,4 | 0,32 |
02.2.0 | Tabak | 29,3 | 0,13 |
01.1.6 | Fruit | 10,9 | 0,09 |
01.1.4 | Melk, kaas en eieren | 20,0 | 0,07 |
De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor elektriciteit met een impact van -0,12 procentpunt. Telecommunicatie en groenten hebben beide een impact van -0,09 procentpunt. Woninghuur heeft een impact van
-0,08 procentpunt. Kleding tot slot heeft een impact van -0,07 procentpunt.
Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2018 | mei/2018 | ||
04.5.1 | Elektriciteit | 32,4 | -0,12 |
08.3.0 | Telecommunicatie | 30,0 | -0,09 |
01.1.7 | Groenten | 15,8 | -0,09 |
04.1.0 | Woninghuur | 62,3 | -0,08 |
03.1.2 | Kleding | 42,4 | -0,07 |
Vergelijking van België met de buurlanden
Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand april.
In april bedroeg de inflatie in België 1,6%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,5% in maart. Nederland tekende een inflatie van 0,7% in april; ze daalde daarmee ten opzichte van de 1,0% in maart. In Frankrijk bedroeg de inflatie in april 1,8%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,7% in maart. In Duitsland bedroeg de inflatie in april 1,4%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 1,5% in maart.
De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in april 1,5%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 1,4% in maart. In Duitsland bedroeg deze inflatie 1,4%, ze daalde hiermee ten opzichte van de 1,5% in maart. In Frankrijk steeg deze inflatie naar 1,2% in april, in maart bedroeg ze 1,1%. In Nederland bedroeg deze inflatie in april 0,4%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 0,8% in maart.