- De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juni 2,6% ten opzichte van 2,3% in mei. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juni 1,7% ten opzichte van 1,6% in mei.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juni bedroeg 2,1% ten opzichte van 1,8% in mei. Het verschil in inflatie tussen de HICP en CPI is grotendeels te wijten aan het grotere gewicht van energiedragers in de HICP en het niet gebruiken van een voortschrijdend gemiddelde voor huisbrandolie in de HICP. Meer informatie over het verschil tussen HICP en CPI is terug te vinden in de technische toelichting achteraan.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn motorbrandstoffen, huisbrandolie, tabak en gas.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, telecommunicatie, elektriciteit en kleding.
- De geharmoniseerde consumptieprijsindex van juni voor de EU-landen wordt op 18 juli gepubliceerd door Eurostat.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juni 2,6% ten opzichte van 2,3% in mei. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in juni 2,5% ten opzichte van 2,1% in mei. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in juni gemeten voor “vervoer” (5,4%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “communicatie” (-0,4%).
De hoofdgroep die in juni de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “vervoer” met 0,4 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door de groepen “kleding en schoeisel”, “stoffering en huishoudelijke apparaten”, “gezondheid”, “communicatie”, “recreatie en cultuur”, “hotels, cafés en restaurants” en “diverse goederen en diensten”, telkens met -0,1 procentpunt.
Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen
Productgroep | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | Impact op inflatie (%-punt) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HICP | HICP-CT | ||||||||
apr/18 | mei/18 | jun/18 | jun/18 | apr/18 | mei/18 | jun/18 | |||
0 | Totaal bestedingen | 1.000,0 | 1,6 | 2,3 | 2,6 | 2,5 | |||
1 | Voeding en alcoholvrije dranken | 164,1 | 1,9 | 2,6 | 2,8 | 2,6 | 0,1 | 0,1 | 0,0 |
2 | Alcoholhoudende dranken en tabak | 48,8 | 4,6 | 4,6 | 4,7 | 1,1 | 0,2 | 0,1 | 0,1 |
3 | Kleding en schoeisel | 54,3 | 0,6 | 0,8 | 0,7 | 0,7 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
4 | Huisvesting, water en energie | 165,9 | 1,7 | 3,2 | 4,2 | 5,2 | 0,0 | 0,2 | 0,3 |
5 | Stoffering en huishoudelijke apparaten | 74,8 | 0,3 | 0,8 | 1,1 | 1,1 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
6 | Gezondheid | 77,2 | 1,9 | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 0,0 | -0,1 | -0,1 |
7 | Vervoer | 122,2 | 2,6 | 4,3 | 5,4 | 4,5 | 0,1 | 0,3 | 0,4 |
8 | Communicatie | 32,0 | -0,2 | -0,5 | -0,4 | -0,4 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
9 | Recreatie en cultuur | 90,7 | 0,4 | 0,9 | 1,2 | 1,2 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
10 | Onderwijs | 5,1 | 1,7 | 1,7 | 1,7 | 1,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
11 | Hotels, cafés en restaurants | 79,6 | 1,0 | 2,2 | 2,0 | 2,0 | 0,0 | 0,0 | -0,1 |
12 | Diverse goederen en diensten | 85,3 | 1,6 | 1,4 | 1,5 | 1,6 | 0,0 | -0,1 | -0,1 |
Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
- Voor de energiedragers stijgt de inflatie. Ze bedraagt in juni 11,3% ten opzichte van 8,2% in mei en 3,5% in april. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,9%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 5,5%.
- De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in juni 3,7% ten opzichte van 3,5% in mei en 3,6% in april. Ten opzichte van mei stegen de prijzen gemiddeld met 0,4%.
- De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in juni 2,2%, ze blijft hiermee stabiel ten opzichte van voorgaande maand. Ten opzichte van mei daalden de prijzen gemiddeld met 0,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 0,4%.
- De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in juni 0,9%, ze stijgt hiermee ten opzichte van de 0,7% inflatie in mei. Ten opzichte van mei daalden de prijzen gemiddeld met 0,1%.
- Voor de diensten bedraagt de inflatie in juni 1,6%, ze blijft hiermee stabiel ten opzichte van vorige maand. Ten opzichte van mei stegen de prijzen gemiddeld met 0,2%.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juni 1,7%, hiermee stijgt ze ten opzichte van de 1,6% inflatie die gemeten werd in mei. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld met 0,1%.
Inflatie volgens specifieke aggregaten
Specifieke aggregaten | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | 12 maandelijks gemiddelde (%) | Maandelijkse wijziging | ||
---|---|---|---|---|---|---|
apr/18 | mei/18 | jun/18 | jun/18 | jun/18 | ||
Totaal bestedingen | 1.000,0 | 1,5 | 1,6 | 2,3 | 1,8 | 0,4 |
Energiedragers | 99,5 | 1,0 | 3,5 | 8,2 | 4,9 | 2,7 |
Bewerkte levensmiddelen | 134,6 | 3,7 | 3,6 | 3,5 | 2,9 | 0,0 |
Niet-bewerkte levensmiddelen | 78,3 | 0,3 | 0,6 | 2,2 | 0,1 | -0,5 |
Niet-energetische industriële goederen | 272,2 | 0,8 | 0,6 | 0,7 | 0,8 | 0,2 |
Diensten | 415,4 | 1,6 | 1,3 | 1,6 | 1,7 | 0,1 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) | 822,2 | 1,7 | 1,5 | 1,6 | 1,6 | 0,1 |
Impact van subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door motorbrandstoffen met een impact van 0,44 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,41 procentpunt. Tabak heeft een impact van 0,12 procentpunt. Gas heeft tot slot een impact van 0,07 procentpunt.
Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie | |
---|---|---|---|
2018 | juni/2018 | ||
07.2.2 | Motorbrandstoffen | 33,4 | 0,44 |
04.5.3 | Huisbrandolie | 16,5 | 0,41 |
02.2.0 | Tabak | 29,3 | 0,12 |
04.5.2 | Gas | 16,3 | 0,07 |
De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor woninghuur met een impact van -0,11 procentpunt. Telecommunicatie en elektriciteit hebben beide een impact van -0,10 procentpunt. Kleding tot slot heeft een impact van -0,09 procentpunt.
Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie | |
---|---|---|---|
2018 | juni/2018 | ||
04.1.0 | Woninghuur | 62,3 | -0,11 |
08.3.0 | Telecommunicatie | 30,0 | -0,10 |
04.5.1 | Elektriciteit | 32,4 | -0,10 |
03.1.2 | Kleding | 42,4 | -0,09 |
Vergelijking van België met de buurlanden
Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand mei.
In mei bedroeg de inflatie in België 2,3%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,6% in april. Nederland tekende een inflatie van 1,9% in mei; ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,0% in april. In Frankrijk bedroeg de inflatie in mei 2,3%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,8% in april. In Duitsland bedroeg de inflatie in mei 2,2%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,4% in april.
De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in mei 2,1%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 1,5% in april. In Duitsland bedroeg deze inflatie 2,2%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 1,4% in april. In Frankrijk steeg deze inflatie naar 1,6% in mei, in april bedroeg ze 1,2%. In Nederland bedroeg deze inflatie in mei 1,5%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 0,7% in april.