Geharmoniseerde consumptieprijsindex – juni 2018

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex – juni 2018
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juni 2,6% ten opzichte van 2,3% in mei. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juni 1,7% ten opzichte van 1,6% in mei.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juni bedroeg 2,1% ten opzichte van 1,8% in mei. Het verschil in inflatie tussen de HICP en CPI is grotendeels te wijten aan het grotere gewicht van energiedragers in de HICP en het niet gebruiken van een voortschrijdend gemiddelde voor huisbrandolie in de HICP. Meer informatie over het verschil tussen HICP en CPI is terug te vinden in de technische toelichting achteraan.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn motorbrandstoffen, huisbrandolie, tabak en gas.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, telecommunicatie, elektriciteit en kleding.
  • De geharmoniseerde consumptieprijsindex van juni voor de EU-landen wordt op 18 juli gepubliceerd door Eurostat.

hicp2018-06a_nl.png

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juni 2,6% ten opzichte van 2,3% in mei. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in juni 2,5% ten opzichte van 2,1% in mei. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in juni gemeten voor “vervoer” (5,4%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “communicatie” (-0,4%).

De hoofdgroep die in juni de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “vervoer” met 0,4 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door de groepen “kleding en schoeisel”, “stoffering en huishoudelijke apparaten”, “gezondheid”, “communicatie”, “recreatie en cultuur”, “hotels, cafés en restaurants” en “diverse goederen en diensten”, telkens met -0,1 procentpunt.

Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
apr/18 mei/18 jun/18 jun/18 apr/18 mei/18 jun/18
0 Totaal bestedingen 1.000,0 1,6 2,3 2,6 2,5      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 164,1 1,9 2,6 2,8 2,6 0,1 0,1 0,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 48,8 4,6 4,6 4,7 1,1 0,2 0,1 0,1
3 Kleding en schoeisel 54,3 0,6 0,8 0,7 0,7 -0,1 -0,1 -0,1
4 Huisvesting, water en energie 165,9 1,7 3,2 4,2 5,2 0,0 0,2 0,3
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 74,8 0,3 0,8 1,1 1,1 -0,1 -0,1 -0,1
6 Gezondheid 77,2 1,9 1,6 1,5 1,5 0,0 -0,1 -0,1
7 Vervoer 122,2 2,6 4,3 5,4 4,5 0,1 0,3 0,4
8 Communicatie 32,0 -0,2 -0,5 -0,4 -0,4 -0,1 -0,1 -0,1
9 Recreatie en cultuur 90,7 0,4 0,9 1,2 1,2 -0,1 -0,1 -0,1
10 Onderwijs 5,1 1,7 1,7 1,7 1,7 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 79,6 1,0 2,2 2,0 2,0 0,0 0,0 -0,1
12 Diverse goederen en diensten 85,3 1,6 1,4 1,5 1,6 0,0 -0,1 -0,1

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • Voor de energiedragers stijgt de inflatie. Ze bedraagt in juni 11,3% ten opzichte van 8,2% in mei en 3,5% in april. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,9%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 5,5%.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in juni 3,7% ten opzichte van 3,5% in mei en 3,6% in april. Ten opzichte van mei stegen de prijzen gemiddeld met 0,4%.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in juni 2,2%, ze blijft hiermee stabiel ten opzichte van voorgaande maand. Ten opzichte van mei daalden de prijzen gemiddeld met 0,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 0,4%.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in juni 0,9%, ze stijgt hiermee ten opzichte van de 0,7% inflatie in mei. Ten opzichte van mei daalden de prijzen gemiddeld met 0,1%.
  • Voor de diensten bedraagt de inflatie in juni 1,6%, ze blijft hiermee stabiel ten opzichte van vorige maand. Ten opzichte van mei stegen de prijzen gemiddeld met 0,2%.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juni 1,7%, hiermee stijgt ze ten opzichte van de 1,6% inflatie die gemeten werd in mei. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld met 0,1%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
apr/18 mei/18 jun/18 jun/18 jun/18
Totaal bestedingen 1.000,0 1,5 1,6 2,3 1,8 0,4
Energiedragers 99,5 1,0 3,5 8,2 4,9 2,7
Bewerkte levensmiddelen 134,6 3,7 3,6 3,5 2,9 0,0
Niet-bewerkte levensmiddelen 78,3 0,3 0,6 2,2 0,1 -0,5
Niet-energetische industriële goederen 272,2 0,8 0,6 0,7 0,8 0,2
Diensten 415,4 1,6 1,3 1,6 1,7 0,1
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 822,2 1,7 1,5 1,6 1,6 0,1

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door motorbrandstoffen met een impact van 0,44 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,41 procentpunt. Tabak heeft een impact van 0,12 procentpunt. Gas heeft tot slot een impact van 0,07 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Sub-index Gewicht (‰) Impact op inflatie
2018 juni/2018
07.2.2 Motorbrandstoffen 33,4 0,44
04.5.3 Huisbrandolie 16,5 0,41
02.2.0 Tabak 29,3 0,12
04.5.2 Gas 16,3 0,07

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor woninghuur met een impact van -0,11 procentpunt. Telecommunicatie en elektriciteit hebben beide een impact van -0,10 procentpunt. Kleding tot slot heeft een impact van -0,09 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Sub-index Gewicht (‰) Impact op inflatie
2018 juni/2018
04.1.0 Woninghuur 62,3 -0,11
08.3.0 Telecommunicatie 30,0 -0,10
04.5.1 Elektriciteit 32,4 -0,10
03.1.2 Kleding 42,4 -0,09

Vergelijking van België met de buurlanden

Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand mei.

In mei bedroeg de inflatie in België 2,3%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,6% in april. Nederland tekende een inflatie van 1,9% in mei; ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,0% in april. In Frankrijk bedroeg de inflatie in mei 2,3%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,8% in april. In Duitsland bedroeg de inflatie in mei 2,2%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,4% in april.

hicp2018-06b_nl.png

De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in mei 2,1%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 1,5% in april. In Duitsland bedroeg deze inflatie 2,2%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 1,4% in april. In Frankrijk steeg deze inflatie naar 1,6% in mei, in april bedroeg ze 1,2%. In Nederland bedroeg deze inflatie in mei 1,5%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 0,7% in april.

hicp2018-06c_nl.png