Geharmoniseerde consumptieprijsindex - juli 2025

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - juli 2025
  • In België bedroeg de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) 2,6% in juli ten opzichte van 2,9% in juni en 2,8% in mei.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedroeg 2,6% in juli ten opzichte van 2,9% in juni.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juli bedroeg 1,92% ten opzichte van 2,15% in juni.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn tabak, elektriciteit, restaurants en cafés, woninghuur, huishoudelijke diensten en vlees.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn motorbrandstoffen, kleding, huisbrandolie, pakketreizen, accommodatie, en audio- en videoapparatuur.
  • Eurostat zal op 20 augustus de geharmoniseerde consumptieprijsindex van de EU-landen voor de maand juli publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg 2,6% in juli ten opzichte van 2,9% in juni en 2,8% in mei. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 2,4% in juli net zoals in juni. Het inflatieverschil tussen de HICP en de HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op tabak. Met deze wijzigingen van de belastingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 2,6% in juli, tegenover 2,9% in juni en 2,8% in mei. De inflatie zonder energieproducten bedraagt 2,6%, tegenover 2,9% in juni.

De inflatie voor voeding en alcoholvrije dranken bedroeg deze maand 2,9%, tegenover 3,0% vorige maand. De inflatie van olie bedroeg deze maand 2,0% tegenover 3,9% in juni. Voor zuivelproducten daalde de inflatie naar 2,5% tegenover 3,3% vorige maand. De inflatie voor vis bedroeg deze maand 1,1% tegenover 1,5% in juni. De inflatie van brood en granen bedroeg 2,4% in juli, een stijging ten opzichte van de 2,1% die in juni werd opgetekend. De inflatie van vlees bedroeg deze maand 5,5% tegenover 4,4% in juni.

De bijdrage van energie tot de inflatie bedraagt nu 0,3%, overeenkomstig met vorige maand. Voedingsmiddelen leveren een bijdrage van 0,4%.

Elektriciteit is nu 11,8% duurder dan een jaar geleden. Aardgas vertoont een inflatie van 3,0% ten opzichte van juli vorig jaar. De prijs van huisbrandolie is met 9,5% gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Inflatie en impact van de 12 hoofdgroepen op de inflatie

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen werd de hoogste inflatie in juli gemeten voor de groep “Alcoholische dranken en tabak” (8,2%). De laagste inflatie werd gemeten voor de groep “Vervoer”
(-0,4%). De groep “Huisvesting, water en energie” was met 0,5 procentpunt de hoofdgroep met de grootste positieve impact op de inflatie in juli. De groep “Vervoer” had de grootste negatieve impact met -0,4 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
mei/25 jun/25 jul/25 jul/25 mei/25 jun/25 jul/25
0 Totaal bestedingen 1.000,0 2,8 2,9 2,6 2,4      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 146,2 2,6 3,0 2,9 2,9 -0,1 0,0 0,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 55,6 11,0 10,9 8,2 2,8 0,5 0,4 0,3
3 Kleding en schoeisel 63,6 -2,3 -2,4 4,0 4,0 -0,3 -0,4 -0,2
4 Huisvesting, water en energie 165,4 6,2 5,4 5,2 5,2 0,7 0,5 0,5
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 60,3 2,5 2,7 2,3 2,3 -0,1 0,0 0,0
6 Gezondheid 94,8 2,5 2,5 2,5 2,5 0,0 0,0 0,0
7 Vervoer 109,6 -1,0 -0,1 -0,4 -0,3 -0,5 -0,4 -0,4
8 Communicatie 30,6 0,6 -0,2 0,5 0,5 -0,1 -0,1 -0,1
9 Recreatie en cultuur 92,8 0,6 0,7 -0,2 -0,2 -0,2 -0,2 -0,3
10 Onderwijs 4,9 1,6 1,6 1,6 1,6 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 88,7 3,9 4,4 3,4 3,4 0,1 0,2 0,0
12 Diverse goederen en diensten 87,4 3,0 3,1 3,3 3,3 0,0 0,0 0,1

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten, die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is licht gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt 2,1% in juli ten opzichte van 2,2% in juni en 2,9% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 9,8% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt 4,6% in juli ten opzichte van 5,5% in juni en mei. In vergelijking met de voorgaande maand zijn de prijzen gemiddeld met 0,6% gestegen. De gemiddelde inflatie bedraagt 6,4% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt 2,9% in juli tegenover 3,0% in juni en 1,3% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand bleven de prijzen stabiel met gemiddeld 0,0%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 2,1% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedroeg 0,5% in juli tegenover 0,0% in juni en
    -0,1% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen met gemiddeld 6,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 0,3% voor de laatste twaalf maanden.
  • Voor diensten (inclusief huur) bedraagt de inflatie 3,2% in juli tegenover 3,5% in juni. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 3,8% voor de laatste twaalf maanden. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,1%.

In juli bedroeg de kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) 2,6%. Dat is een daling ten opzichte van de 2,9% die werd geregistreerd in juni. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden bedraagt 3,2%. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat met gemiddeld 1,1%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
mei/25 jun/25 jul/25 jul/25 jul/25
Totaal bestedingen 1.000,0 2,8 2,9 2,6 3,8 -0,8
Energiedragers 94,3 2,9 2,2 2,1 9,8 1,2
Bewerkte levensmiddelen 164,0 5,5 5,5 4,6 6,4 0,6
Niet-bewerkte levensmiddelen 37,8 1,3 3,0 2,9 2,1 0,0
Niet-energetische industriële goederen 260,8 -0,1 0,0 0,5 0,3 -6,1
Diensten 443,1 3,5 3,5 3,2 3,8 1,1
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 867,8 2,8 2,9 2,6 3,2 -1,1

Impact van de subindices op de inflatie

Tabak heeft met 0,33 procentpunt de grootste positieve impact op de inflatie. Elektriciteit heeft een positieve impact van 0,32 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een positieve impact van 0,14 procentpunt. Woninghuur en huishoudelijke diensten hebben een positieve impact van respectievelijk 0,13 en 0,12 procentpunt. Vlees heeft ten slotte een positieve impact van 0,08 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2025 jul/25
02.2.0 Tabak 37,9 0,33
04.5.1 Elektriciteit 32,5 0,32
11.1.1 Restaurants en cafés 80,2 0,14
04.1.0 Woninghuur 78,6 0,13
05.6.2 Huishoudelijke diensten 6,9 0,12
01.1.2 Vlees 32,6 0,08

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor motorbrandstoffen, met een impact van -0,25 procentpunt. Kleding heeft een negatieve impact van -0,19 procentpunt. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,17 procentpunt. Pakketreizen heeft een negatieve impact van -0,10 procentpunt. Ten slotte hebben zowel  Accommodatie als Audio- en videoapparatuur een negatieve impact van -0,09 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2025 jul/25
07.2.2 Motorbrandstoffen 28 -0,25
03.1.2 Kleding 46,7 -0,19
04.5.3 Huisbrandolie 9,5 -0,17
09.6.0 Pakketreizen 10,6 -0,1
11.2.0 Accomodatie 7,1 -0,09
09.1.1 Audio-en videoapparatuur 4,6 -0,09

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP van onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van juli. In België bedroeg de HICP 2,6% in juli: een daling ten opzichte van 2,9% in juni. Nederland tekende een inflatie op van 2,5% in juli, een daling ten opzichte van de 2,8% in juni. In Frankrijk bleef de inflatie stabiel: zowel in juli als juni tekende ze 0,9% op. De eerste snelle inflatieraming van de HICP van Duitsland bedroeg 1,8% in juli, een lichte daling ten opzichte van de 2,0% in juni.

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor juli nog niet gepubliceerd heeft, is juni de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in juni 2,4%; ze stabiliseerde daarmee ten opzichte van mei. In Duitsland bedraagt de inflatie in juni 1,9%, een lichte daling ten opzichte van de 2,0% geobserveerd in mei. De inflatie in Frankrijk steeg in juni naar 0,6% ten opzichte van 0,3% in mei. In Nederland is de inflatie gestegen van 2,3% in mei naar 2,6% in juni.


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).