- De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in januari 7,4% ten opzichte van 10,2% in december en 10,5% in november.
- De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in januari 8,2% ten opzichte van 7,1% in december.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand januari bedraagt 8,1% ten opzichte van 10,4% in december.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn zuivelproducten, brood en granen, vlees, groenten, niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten), lichaamsverzorgingsproducten, olie en vetten en suikerwaren.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn gas, elektriciteit, telecommunicatie, motorbrandstoffen, woninghuur, autoverzekering, audio- en videoapparatuur en meubelen.
- Eurostat zal op 23 februari de geharmoniseerde consumptieprijsindex van januari voor de EU-landen publiceren.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedraagt in januari 7,4% ten opzichte van 10,2% in december en 10,5% in november. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 8,8% in januari tegenover 11,7% in december. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de tijdelijke btw-verlaging voor elektriciteit en gas. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 8,2% in januari, tegenover 7,1% in december en 6,8% in november. De inflatie zonder energieproducten stijgt in januari tot 8,6% tegenover 7,5% in december en 7,1% in november.
De inflatie voor voeding bedraagt deze maand 18,8%, tegenover 15,4% vorige maand. Deze inflatie is de afgelopen maanden dus fors toegenomen. In januari 2022 was ze nog 2,5%. De inflatie van voornamelijk oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees is de afgelopen maanden sterk gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 34,7%. In januari van vorig jaar was ze nog 7,4%. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 29,1% ten opzichte van 2,5% in januari 2022. Vis heeft deze maand een inflatie van 17,2%. In januari van vorig jaar was ze 2,2%. Voor brood en granen is ze deze maand 20,4% ten opzichte van 3,9% in januari 2022. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 15,7% ten opzichte van 1,7% in januari vorig jaar.
De terugval van de inflatie kan toegeschreven worden aan de daling van de prijzen van energie. De bijdrage van energie tot inflatie is nu licht negatief en bedraagt -0,1%. Voeding levert een bijdrage van 3,1%.
Elektriciteit is nu 2,8% duurder dan een jaar geleden. Aardgas is 7,1% goedkoper op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is met 8,3% gestegen ten opzichte van vorig jaar.
Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in januari gemeten voor “voeding en alcoholvrije dranken” (18,8%). De laagste inflatie wordt genoteerd voor de groep “onderwijs” (1,6%).
De hoofdgroep die in januari de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “voeding en alcoholvrije dranken” met 2,1 procentpunt. De groep “huisvesting, water en energie” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -1,3 procentpunt.
Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen
Productgroep | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | Impact op inflatie (%-punt) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HICP | HICP-CT | ||||||||
nov/22 | dec/22 | jan/23 | jan/23 | nov/22 | dec/22 | jan/23 | |||
0 | Totaal bestedingen | 1.000,0 | 10,5 | 10,2 | 7,4 | 8,8 | |||
1 | Voeding en alcoholvrije dranken | 155,4 | 15,3 | 15,4 | 18,8 | 18,8 | 1,0 | 1,1 | 2,1 |
2 | Alcoholhoudende dranken en tabak | 47,4 | 7,1 | 7,7 | 8,4 | 5,8 | -0,2 | -0,1 | 0,0 |
3 | Kleding en schoeisel | 60,1 | 6,2 | 7,0 | 8,2 | 8,2 | -0,3 | -0,2 | 0,0 |
4 | Huisvesting, water en energie | 201,3 | 24,3 | 22,6 | 2,3 | 9,1 | 2,8 | 2,6 | -1,3 |
5 | Stoffering en huishoudelijke apparaten | 72,9 | 6,1 | 6,5 | 7,2 | 7,2 | -0,4 | -0,3 | 0,0 |
6 | Gezondheid | 70,6 | 2,6 | 2,7 | 4,8 | 4,8 | -0,7 | -0,6 | -0,2 |
7 | Vervoer | 105,9 | 10,1 | 7,3 | 6,4 | 8,0 | -0,1 | -0,4 | -0,1 |
8 | Communicatie | 32,2 | 0,2 | -0,3 | 2,0 | 2,0 | -0,4 | -0,4 | -0,2 |
9 | Recreatie en cultuur | 85,8 | 3,6 | 5,3 | 5,1 | 5,1 | -0,6 | -0,4 | -0,2 |
10 | Onderwijs | 5,4 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
11 | Hotels, cafés en restaurants | 82,7 | 6,4 | 7,3 | 8,1 | 8,1 | -0,3 | -0,2 | 0,1 |
12 | Diverse goederen en diensten | 80,4 | 5,4 | 5,4 | 6,7 | 6,7 | -0,5 | -0,4 | -0,1 |
Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
- De inflatie voor energieproducten is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in januari 0,9% ten opzichte van 33,0% in december en 37,8% in november. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 11,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 53,5% voor de laatste twaalf maanden.
- De inflatie van bewerkte levensmiddelen stijgt van 13,5% in december naar 16,3% in januari. In november bedroeg ze 13,1%. Tegenover vorige maand stegen de prijzen met gemiddeld 3,8%. De gemiddelde inflatie bedraagt 9,4% voor de laatste twaalf maanden.
- De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in januari 16,1% ten opzichte van 13,5% in december en 14,4% in november. Ten opzichte van december stegen de prijzen gemiddeld met 1,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraag 8,8% voor de laatste twaalf maanden.
- De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in januari 6,7%, een lichte stijging ten opzichte van december toen de inflatie voor dit aggregaat 6,4% bedroeg. Ten opzichte van de vorige maand daalden de prijzen gemiddeld met 4,4%, voornamelijk als gevolg van de solden.
- Voor diensten (inclusief huur) stijgt de inflatie van 4,8% in december naar 5,5% deze maand. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 4,0% voor de laatste twaalf maanden.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in januari 8,2%. Dit is een stijging ten opzichte van de 7,1% in december. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 5,4%. Ten opzichte van de vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat met 0,1%.
Inflatie volgens specifieke aggregaten
Specifieke aggregaten | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | 12 maandelijks gemiddelde (%) | Maandelijkse wijziging | ||
---|---|---|---|---|---|---|
nov/22 | dec/22 | jan/23 | jan/23 | jan/23 | ||
Totaal bestedingen | 1.000,0 | 10,5 | 10,2 | 7,4 | 10,2 | -1,6 |
Energiedragers | 146,8 | 37,8 | 33,0 | 0,9 | 53,5 | -11,1 |
Bewerkte levensmiddelen | 163,3 | 13,1 | 13,5 | 16,3 | 9,4 | 3,8 |
Niet-bewerkte levensmiddelen | 39,5 | 14,4 | 13,5 | 16,1 | 8,8 | 1,2 |
Niet-energetische industriële goederen | 248,9 | 6,0 | 6,4 | 6,7 | 4,7 | -4,4 |
Diensten | 401,5 | 4,5 | 4,8 | 5,5 | 4,0 | 1,0 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) | 813,7 | 6,8 | 7,1 | 8,2 | 5,4 | -0,1 |
Impact van subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door zuivelproducten met een impact van 0,42 procentpunt. Brood en granen hebben een positieve impact van 0,41 procentpunt. Vlees heeft een positieve impact van 0,36 procentpunt. Groenten hebben een impact van 0,21 procentpunt. Niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten) hebben een positieve impact van 0,15 procentpunt. Lichaamsverzorgingsproducten, oliën en vetten en suikerwaren hebben allemaal een impact van 0,09 procentpunt.
Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie
Subindex | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2023 | jan/23 | ||
01.1.4 | Zuivelproducten | 19,2 | 0,42 |
01.1.1 | Brood en granen | 30,4 | 0,41 |
01.1.2 | Vlees | 40,5 | 0,36 |
01.1.7 | Groenten | 14,5 | 0,21 |
05.6.1 | Niet-duurzame huishoudartikelen | 11,3 | 0,15 |
12.1.3 | Lichaamsverzorgingsproducten | 13,7 | 0,09 |
01.1.5 | Oliën en vetten | 3,4 | 0,09 |
01.1.8 | Suikerwaren | 11 | 0,09 |
De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor aardgas, met een impact van -0,71 procentpunt. Elektriciteit en telecommunicatie hebben beide een negatieve impact van -0,23 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een impact van -0,14 procentpunt. Woninghuur en autoverzekering hebben beide een negatieve impact van -0,12 procentpunt. Audio- en videoapparatuur en meubelen hebben een impact van respectievelijk -0,10 en -0,09 procentpunt.
Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie
Subindex | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2023 | jan/23 | ||
04.5.2 | Aardgas | 45,9 | -0,71 |
04.5.1 | Elektriciteit | 48,9 | -0,23 |
08.3.0 | Telecommunicatie | 29,4 | -0,23 |
07.2.2 | Motorbrandstoffen | 33,9 | -0,14 |
04.1.0 | Woninghuur | 68,3 | -0,12 |
12.5.4 | Autoverzekering | 12,1 | -0,12 |
09.1.1 | Audio- en videoapparatuur | 4,2 | -0,1 |
05.1.1 | Meubelen | 24,4 | -0,09 |
Vergelijking tussen België en de buurlanden
Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van januari. Deze inflatie bedroeg in januari in België 7,4%. Nederland tekende een inflatie op van 8,4% in januari. Dit is een daling ten opzichte van de 11,0% in december. In Frankrijk bedroeg de inflatie in januari 7,0%, een lichte stijging ten opzichte van de 6,7% in december. De eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van januari voor Duitsland was 9,2%, ook een lichte daling ten opzichte van december, toen de inflatie 9,6% bedroeg.
Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor januari nog niet publiceerde, is december de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in december 11,7%, ze daalde daarmee licht ten opzichte van de 11,8% in november. In december bedroeg deze inflatie in Duitsland 9,9%. Dit is een daling ten opzichte van november, waar de inflatie 11,7% bedroeg. In december is de inflatie in Frankrijk licht gedaald van 7,5% in november tot 7,2%. In Nederland is de inflatie gedaald tot 13,8% in december. In november bedroeg deze inflatie 14,1%.
[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.
Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:
- De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
- De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
- In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
- Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
- De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
- Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd
[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP. In deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.
[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.
[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).