Geharmoniseerde consumptieprijsindex - januari 2022

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - januari 2022
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in januari 8,5% ten opzichte van 6,6% in december.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in januari 2,6% ten opzichte van 2,4% in december.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand januari bedraagt 7,6% ten opzichte van 5,7% in december.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn gas, elektriciteit, huisbrandolie, motorbrandstoffen.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, kleding, vlees, telecommunicatie, restaurants en cafés en verpleging in ziekenhuis.
  • Eurostat zal op 23 februari de geharmoniseerde consumptieprijsindex van januari voor de EU-landen publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg in januari 8,5% tegenover 6,6% in december. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 8,2% in januari tegenover 5,9% in december. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op tabak en de tijdelijke btw-verlaging in de horeca. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.  

Inflatie

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraag 2,6% in januari, tegenover 2,4% in december en 2,3% in november. De inflatie zonder energieproducten stijgt in januari tot 2,6% tegenover 2,3% in december en 2,1% in november.

Kerninflatie en inflatie zonder energie

De sterk toegenomen inflatie de afgelopen maanden is toe te schrijven aan de energieproducten. Energie heeft een bijdrage tot inflatie van 6,2%.

Bijdrage van energie tot de inflatie

Elektriciteit is nu 70,8% duurder dan een jaar geleden. Aardgas is 153,7% duurder op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is 54,1% gestegen ten opzichte van vorig jaar.  

Inflatie energie

Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in januari gemeten voor “huisvesting, water en energie” (34,5%). De laagste inflatie wordt genoteerd voor de groep “kleding” (0,0%).

De hoofdgroep die in januari de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 5,1 procentpunt. De groep “voeding en alcoholvrije dranken” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -1,3 procentpunt.

Inflatie[4] en impact[5] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
nov/21 dec/21 jan/22 jan/22 nov/21 dec/21 jan/22
0 Totaal bestedingen 1.000,0 7,1 6,6 8,5 8,2      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 168,6 0,3 1,4 2,5 2,5 -1,5 -1,2 -1,3
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 53,5 7,5 7,0 7,7 1,2 0,0 0,0 0,0
3 Kleding en schoeisel 58,8 0,4 0,7 0,0 0,0 -0,4 -0,3 -0,6
4 Huisvesting, water en energie 171,8 26,5 23,5 34,5 34,5 4,0 3,5 5,1
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 83,6 1,3 2,2 2,0 2,0 -0,5 -0,4 -0,6
6 Gezondheid 77,0 0,5 0,6 1,4 1,4 -0,6 -0,5 -0,6
7 Vervoer 107,4 10,5 8,8 9,4 9,4 0,5 0,3 0,1
8 Communicatie 40,0 0,4 0,5 0,1 0,1 -0,2 -0,2 -0,3
9 Recreatie en cultuur 82,9 3,4 2,5 2,7 2,7 -0,3 -0,4 -0,5
10 Onderwijs 5,2 1,0 1,0 1,0 1,0 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 67,3 3,6 4,0 3,7 3,8 -0,2 -0,2 -0,3
12 Diverse goederen en diensten 84,0 1,8 2,1 2,9 2,8 -0,5 -0,4 -0,5

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gestegen ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in januari 67,0% ten opzichte van 46,8% in december en 55,7% in november. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 17,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 29,0% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen stijgt van 3,2% in december naar 4,2% in januari.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in januari 1,8% ten opzichte van 0,6% in december en -1,9% in november. Ten opzichte van december daalden de prijzen gemiddeld met 1,0%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt -1,9% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in januari 1,3%, een daling ten opzichte van december toen de inflatie voor dit aggregaat 2,1% bedroeg. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 4,6%, voornamelijk als gevolg van de solden.
  • Voor diensten (inclusief huur) bedroeg de inflatie in januari 2,8%. Dit is een stijging ten opzichte van december, waar de inflatie 2,3% bedroeg. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraag 1,7% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in januari 2,6%, dit is een stijging ten opzichte van de 2,4% in december. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 1,5%. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat met 1,1%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
nov/21 dec/21 jan/22 jan/22 jan/22
Totaal bestedingen 1.000,0 7,1 6,6 8,5 3,9 0,9
Energiedragers 107,5 55,7 46,8 67,0 29,0 17,2
Bewerkte levensmiddelen 178,0 2,9 3,2 4,2 2,0 1,3
Niet-bewerkte levensmiddelen 44,0 -1,9 0,6 1,8 -1,9 -1,0
Niet-energetische industriële goederen 271,6 1,4 2,1 1,3 0,8 -4,6
Diensten 398,9 2,5 2,3 2,8 1,7 0,3
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 848,5 2,3 2,4 2,6 1,5 -1,1

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door gas met een impact van 2,30 procentpunt. Elektriciteit heeft een positieve impact van 2,15 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,55 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een positieve impact van 0,52 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2022 jan/22
04.5.2 Gas 24 2,3
04.5.1 Elektriciteit 38,8 2,15
04.5.3 Huisbrandolie 11,7 0,55
07.2.2 Motorbrandstoffen 32,1 0,52

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor woninghuur, met een impact van -0,55 procentpunt. Kleding heeft een negatieve impact van -0,50 procentpunt. Vlees heeft een impact van -0,34 procentpunt. Telecommunicatie heeft een negatieve impact van -0,27 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een negatieve impact van -0,26 procentpunt. Verpleging in ziekenhuis heeft een negatieve impact van -0,22 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2022 jan/22
04.1.0 Woninghuur 73,6 -0,55
03.1.2 Kleding 46,6 -0,5
01.1.2 Vlees 43,8 -0,34
08.3.0 Telecommunicatie 36,9 -0,27
11.1.1 Restaurants en cafés 58,2 -0,26
06.3.0 Verpleging in ziekenhuis 38,4 -0,22

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van januari. Deze inflatie bedroeg in januari in België 8,5%. Ze stijgt daarmee ten opzichte van de 6,6% in december. Nederland tekende een inflatie op van 7,6% in januari. Dit is een stijging ten opzichte van de 6,4% in december. In Frankrijk bedroeg de inflatie in januari 3,3%, een lichte daling ten opzichte 3,4% in december. In januari bedroeg de inflatie in Duitsland 5,1%, een daling ten opzichte van 5,7% in december.

HICP

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor januari nog niet publiceerde, is december de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in december 5,9%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 6,4% in november. In december bedroeg deze inflatie in Duitsland 3,8%, een daling ten opzichte van de 4,1% in november. In Frankrijk daalde de inflatie licht tot 3,3% ten opzichte van 3,4% in november. In Nederland steeg de inflatie in december naar 6,3%, in november bedroeg de inflatie 5,8%.

HICP-CT


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2]De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3]De bijdrage tot inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.

[4]De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[5] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).