Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert vandaag de doodsoorzaken voor 2020. De COVID-19-pandemie zorgde voor 22.012 overlijdens in België, of 17,4% van alle overlijdens. Daarmee komt COVID-19, de besmettelijke ziekte veroorzaakt door het SARS-CoV-2-virus, op de derde plaats bij de doodsoorzaken voor 2020. De grootste doodsoorzaak zijn tumoren, net als in 2019. Er overleden in totaal 27.209 mensen aan de gevolgen van een tumor (kwaadaardig, goedaardig of onzeker). Het gaat om 21,4% van alle overlijdens in 2020. Het aantal overlijdens door tumoren is vrij vergelijkbaar met een jaar eerder (27.739 overlijdens).
U kunt al deze cijfers visueel weergeven in onze boordtabel
Daarnaast stierven 26.289 Belgen aan hart- en vaatziekten (HVZ) of 20,7% van alle overlijdens. Bij de hart- en vaatziekten zien we een beperkte daling tegenover 2019, toen er 27.297 overlijdens waren (-3,7%).
COVID-19 voornaamste doodsoorzaak in Brussel
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is COVID-19 de belangrijkste doodsoorzaak, goed voor 2.512 overlijdens, of 22,9%. Op de tweede plaats staan overlijdens ten gevolge van tumoren (1.976, 18,0%), gevolgd door overlijdens met HVZ als onderliggende doodsoorzaak (1.922, 17,5%).
Het Vlaams en het Waals gewest volgen de nationale rangschikking voor de drie voornaamste doodsoorzaken.
Opvallend is dat er nu ook in Wallonië voor het eerst meer overlijdens als gevolg van tumoren waren (9.100 overlijdens; 20,2%), dan als gevolg van hart- en vaatziekten (8.886 overlijdens; 19,8%), terwijl dat voor de andere gewesten al in 2019 het geval was. Dat is vooral een gevolg van de dalende trend in overlijdens na hart- en vaatziekten die we waarnemen. Terwijl in 2000 nog 12.929 mensen in Wallonië overleden aan hart- en vaatziekten, waren dat er in 2019 nog 9.206 en uiteindelijk 8.886 in 2020. In Wallonië vielen ook 8.658 overlijdens als gevolg van COVID-19 op te tekenen (19,3%)
In Vlaanderen stierven 16.133 mensen aan de gevolgen van tumoren (22,7%), gevolgd door 15.481 mensen aan hart- en vaatziekten (21,8%). Er waren 10.842 COVID-19-overlijdens, of 15,3% van de Vlaamse overledenen in 2020.
Aantal overlijdens per gewest, voor de drie voornaamste doodsoorzaakgroepen.
Gewest | Doodsoorzaakgroep | Aantal | % |
---|---|---|---|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Tumoren (C00-D48) | 1.976 | 18,0% |
Hart- en vaatziekten (I00-I99) | 1.922 | 17,5% | |
COVID-19 (U071–U072) | 2.512 | 22,9% | |
Vlaams Gewest | Tumoren (C00-D48) | 16.133 | 22,7% |
Hart- en vaatziekten (I00-I99) | 15.481 | 21,8% | |
COVID-19 (U071–U072) | 10.842 | 15,3% | |
Waals Gewest | Tumoren (C00-D48) | 9.100 | 20,2% |
Hart- en vaatziekten (I00-I99) | 8.886 | 19,8% | |
COVID-19 (U071–U072) | 8.658 | 19,3% |
Mannen overlijden het vaakst aan tumoren, vrouwen aan hart- en vaatziekten
Mannen volgen de nationale ranglijst sterker: de belangrijkste doodsoorzaak is in 23,9% van de gevallen een tumor (14.879 overlijdens) en in 19,6% van de gevallen hart- en vaatziekten (12.164 overlijdens). Bij vrouwen is de volgorde omgekeerd. De belangrijkste doodsoorzaak wordt dus toegeschreven aan hart- en vaatziekten (21,8%, of 14.125 overlijdens), tumoren vormen de tweede oorzaak met 12.330 overleden vrouwen (19,1%). We vinden dezelfde tendensen per geslacht terug in de drie gewesten van het land: in elk gewest stierven vrouwen vaker dan mannen aan de gevolgen van hart- en vaatziekten dan aan de gevolgen van een tumor.
Twee pieken in mortaliteit COVID-19
Het eerste overlijden door COVID-19 in België werd vastgesteld in maart 2020. Op dat moment startte een eerste besmettingsgolf, gevolgd door een piek in mortaliteit. De drie opeenvolgende weken tussen 30 maart en 19 april 2020 illustreren dat. Zij vormen de weken met het hoogste aantal overlijdens ten gevolge van COVID-19 (respectievelijk 1.714, 2.132 en 1.791 gevallen; of 5.637 overlijdens in totaal). Meer dan een kwart (25,6%) van alle COVID-19-overlijdens in 2020 vonden plaats in die drie weken.
Een tweede uitgesproken piek in COVID-19-sterfte viel dan weer waar te nemen in de maanden oktober en november. In de drie opeenvolgende weken tussen 2 en 22 november vielen nog eens 4.395 doden, of 20,0% van alle overlijdens ten gevolge van COVID-19.
Overledenen COVID-19 gemiddeld ouder dan voor andere oorzaken
De gegevens tonen aan dat de overledenen aan de gevolgen van COVID-19 over het algemeen ouder waren, met een hoge concentratie in de leeftijdsgroepen van 75 jaar en ouder (81,8% van alle overledenen als gevolg vanCOVID-19). De gemiddelde leeftijd bij overlijden door COVID-19 bedroeg 83 jaar in 2020. De gemiddelde leeftijd bij de andere doodsoorzaken is 78,6 jaar.
Verdeling overlijdens COVID-19 naar leeftijdsgroep.
Leeftijdsgroep | Aantal | % |
---|---|---|
0-24 | 9 | 0,0% |
25-44 | 91 | 0,4% |
45-64 | 1.249 | 5,7% |
65-74 | 2.653 | 12,1% |
75-84 | 6.380 | 29,0% |
85+ | 11.630 | 52,8% |
Totaal | 22.012 | 100,0% |
Meer COVID-19 slachtoffers onder vrouwen dan onder mannen
In 2020 overleden iets meer vrouwen ten gevolge van COVID-19 dan mannen (11.281 vrouwen ten aanzien van 10.731 mannen, of ca. 51% tegenover 49% van alle COVID-19-overlijdens).
Dat komt overeen met een mortaliteitsratio [1] (MR) van 193,2 overlijdens per 100.000 vrouwen, ten aanzien van 189,3 overlijdens per 100.000 mannen. Dit betekent echter niet noodzakelijk dat vrouwen kwetsbaarder zijn voor COVID-19.
Er kunnen verschillende andere factoren aan de basis liggen van deze verschillen in de overlijdenscijfers, waaronder verschillen in leeftijd.
Mortaliteitsratio COVID-19 het hoogst in Wallonië
Het hoogste aantal overlijdens door COVID-19 viel waar te nemen in het Vlaams Gewest (10.842 overlijdens, of 49,3% van alle COVID-19-overlijdens). In Wallonië en Brussel waren er respectievelijk 8.658 (39,3%) en 2.512 (11,4%) overlijdens. Als we echter rekening houden met de bevolkingsgrootte komt Wallonië op de eerste plaats, met een mortaliteitsratio van 237,4 overlijdens per 100.000 inwoners. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat op de tweede plaats, met een mortaliteitsratio van 206,1 overlijdens per 100.000 inwoners. De mortaliteitsratio in Vlaanderen bedroeg 163,3 overlijdens per 100.000 inwoners.
Overlijdens per gewest ten gevolge van COVID-19
Gewest | Aantal | % | MR |
---|---|---|---|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 2.512 | 11,4% | 206,1 |
Vlaams Gewest | 10.842 | 49,3% | 163,3 |
Waals Gewest | 8.658 | 39,3% | 237,4 |
België | 22.012 | 100,0% | 191,3 |
Aantal zelfdodingen blijft stabiel
Tenslotte overleden in 2020 1.732 Belgen ten gevolge van zelfdoding (ICD-10-codes X60-X84), wat overeenkomt met een mortaliteitsratio van 15,1 overlijdens per 100.000 inwoners. Dit is in lijn met het aantal overlijdens in 2019 (1.728 overlijdens, MR: 15,1). Op basis van deze gegevens lijkt de pandemie geen impact gehad te hebben op het aantal suïcides. Het is echter belangrijk om deze cijfers met de nodige voorzichtigheid te interpreteren. Zelfdoding is een complex fenomeen, en verschillende factoren kunnen leiden tot onderrapportage (bijvoorbeeld wanneer de intentie onduidelijk is of verkeerd geïnterpreteerd wordt).
Noten
Op basis van de statistische overlijdensformulieren die beheerd worden door de gefedereerde entiteiten, toont de statistiek van de doodsoorzaken een homogene reeks voor de periode 1998– 2020. Deze homogeniteit van de reeks wordt verzekerd door het feit dat de drie betrokken gefedereerde entiteiten gebruikmaken van de tiende herziening van de Internationale statistische classificatie van ziekten en aanverwante gezondheidsproblemen van de Wereldgezondheidsorganisatie (de ICD-10) om de doodsoorzaken te coderen. Hieruit wordt de oorspronkelijke oorzaak geïdentificeerd en op basis daarvan worden de belangrijkste tabellen van de statistiek gemaakt.
Gebruikte afkortingen
HVZ: hart-en vaatziekten
MR: mortaliteitsratio
[1] De mortaliteitsratio wordt hier berekend als:
aantal overlijdens | x 105 |
(wettelijke bevolking 01.01.2020 + wettelijke bevolking 01.01.2021)/2 |
zijnde het aantal overlijdens gedeeld door de gemiddelde bevolking op 1 januari 2020 en 2021 (midjaar population), vermenigvuldigd met 100.000.