Arbeidsmarkttransities tussen het eerste kwartaal van 2024 en het eerste kwartaal van 2025
Statbel publiceert vandaag de transities op de arbeidsmarkt tussen het eerste kwartaal van 2024 en het eerste kwartaal van 2025 voor de 15-74-jarigen. Daaruit blijkt dat 29,7% van de werklozen van een jaar geleden doorstroomde naar werk en 46,0% werkloos bleef. 24,3% van de werklozen werd niet-beroepsactief. Daarnaast stellen we vast dat bijna 9 op de 10 niet-beroepsactieven tussen het eerste kwartaal van 2024 en dat van 2025 niet-beroepsactief bleven. De meesten onder hen zijn ofwel gepensioneerd, ofwel student en dus niet onmiddellijk beschikbaar voor de arbeidsmarkt. De resultaten geven ten slotte ook aan dat mensen nog vlot aan het werk blijven: 93,7% van de mensen die vorig jaar aan het werk waren, zijn nog steeds aan het werk. Slechts een klein percentage werd werkloos of niet-beroepsactief.
Werkloos
Het aantal werklozen dat werkloos bleef kent weer een opvallende piek dit kwartaal: 46,0% van de werklozen in het eerste kwartaal van 2024 was ook werkloos in het eerste kwartaal van 2025. 29,7% van de werklozen in het eerste kwartaal van 2024 is een jaar later aan het werk. In absolute aantallen betekent dit dat van de iets meer dan 302.000 werklozen in het eerste kwartaal van 2024, een jaar later 139.000 nog steeds werkloos zijn, 90.000 personen zijn aan het werk gegaan en 74.000 personen zijn niet-beroepsactief geworden 24,3%, dat wil zeggen dat ze niet meer op zoek zijn naar werk en/of niet beschikbaar zijn binnen de twee weken.
We zien hier grote regionale verschillen: van de Vlaamse werklozen uit het eerste kwartaal van 2024 is 36,1% na een jaar nog werkloos. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het Waalse Gewest zien we hogere cijfers: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komt het percentage dat werkloos blijft over een tijdspanne van 1 jaar op 58,2% en in het Waalse Gewest op 48,7%.
Niet-beroepsactieven
De overgrote meerderheid van de niet-beroepsactieven is een jaar later nog steeds niet beroepsactief. Van de 3,4 miljoen mensen die in het eerste kwartaal van 2024 niet-beroepsactief waren, is 87,2% of 3 miljoen dat een jaar later nog steeds. 9,3% of 317.000 personen zijn aan de slag gegaan en een klein percentage van 3,5% of 120.000 mensen heeft de overgang gemaakt naar werkloosheid. Merk op dat het hier steeds gaat over de IAB-definitie van werkloosheid, dit betekent dat men nu wel op zoek is naar werk en ook beschikbaar is voor een job, terwijl men dat een jaar eerder niet was.
Ondanks dat de cijfers in de transities hard fluctueren, lijkt het alsof er in het laatste jaar meer niet-beroepsactieven aan het werk gegaan zijn dan de vorige kwartalen. Ook lijkt er een beperkte toename te zijn van niet-beroepsactieven die naar werk aan het zoeken zijn.
Werkend
Een zeer groot percentage van de mensen die een jaar geleden aan het werk waren, is ook nu nog aan het werk: 93,7% van de personen die in het eerste kwartaal van 2024 aan het werk waren, is dit in het eerste kwartaal van 2025 nog steeds. Daarnaast is 1,5% van de werkenden (77.000 personen) een jaar later werkloos en 4,7% (ca. 238.000 personen) is niet-beroepsactief geworden. Deze cijfers zijn vrij stabiel gebleven in vergelijking met de transities tussen de vorige kwartalen.
We zien ieder kwartaal dat het percentage mensen dat aan het werk blijft, ongeveer gelijk blijft. Achterliggend zijn er wel grote verschillen: mannen blijven iets vaker aan het werk dan vrouwen. Maar echt grote verschillen zien we naar onderwijsniveau: van de hoog opgeleiden blijft 98,5% aan het werk, terwijl dit bij gemiddeld opgeleiden 92,0% is en bij de laag opgeleiden slechts 79,4%. Ook naar leeftijd zien we grote verschillen: onder de 30 jaar blijft 85,3% aan het werk, boven de 30 95,3%. Naar Gewest zien we beperkte verschillen: in het Brussels Gewest blijven het minst mensen aan het werk, gevolgd door het Waals en Vlaams Gewest. Mensen met de Belgische nationaliteit blijven iets vaker aan het werk dan met mensen met een andere nationaliteit.