In 2024 waren er 44.890.602 overnachtingen in de Belgische vakantieverblijven, een stijging van 0,4% ten opzichte van 2023 Dat is een toename van 194.000 overnachtingen over het jaar. Dat blijkt uit de eerste voorlopige raming van het aantal toeristische aankomsten en overnachtingen in België in 2024, uitgevoerd door Statbel, het Belgische statistiekbureau.
Hotels registreerden een stijging van 1,3%, terwijl gîtes, vakantiewoningen en -appartementen met 1,6% stegen. Vakantieverblijven en andere accommodatie voor kort verblijf, die specifiek zijn voor het Vlaams Gewest, registreerden de sterkste stijging met 4,5%.
De sectoren met de sterkste daling zijn de vakantiecentra en vakantiedorpen (-4,4%) en de bed and breakfasts (-2,4%).
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was er een stijging van 3,5% van het aantal overnachtingen in 2024, gevolgd door Vlaanderen met een stijging van 0,6%. Enkel in Wallonië daalde het aantal overnachtingen met 2,4%.
Vlaanderen is het gewest met het hoogste aantal overnachtingen (62,9%), gevolgd door Wallonië (20,7%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (16,4%).
In 2024 waren de maanden met de meeste overnachtingen juli (6.133.924 overnachtingen) en augustus (6.021.286 overnachtingen). Deze twee maanden alleen al zijn goed voor 27,1% van het totaal aantal overnachtingen.
2.907.405 overnachtingen in december 2024
Het aantal overnachtingen in Belgische toeristische accommodaties bedroeg 2.907.405 in december 2024. De meeste van deze overnachtingen vonden plaats in:
- Hotels (59%)
- Gites, vakantiewoningen en -appartementen (16%).
- Vakantieparken (12%)
Het aantal overnachtingen is in december 2024[1] met 2% gestegen ten opzichte van december 2023 (2.860.770).
In het Waalse Gewest werden 530.277 overnachtingen geregistreerd. Dat is een daling van 7% in vergelijking met december 2023.
Het Vlaams Gewest telde 1.710.965 overnachtingen, wat neerkomt op een stijging van 2% ten opzichte van december 2023.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg het aantal overnachtingen 666.163. Ten opzichte van december 2023 is dit een stijging van 7%.
[1] Bij de interpretatie van de evolutie tussen dezelfde maanden van twee opeenvolgende jaren is het belangrijk om rekening te houden met de verschillen in het aantal feestdagen, dagen van schoolvakanties en weekends tussen deze twee maanden.
Bovendien valt, sinds het schooljaar 2022-2023 en als gevolg van de hervorming van de schoolkalender in de Franse Gemeenschap, de vakantie in het Franstalig onderwijs niet noodzakelijk meer samen met die in het Nederlandstalig onderwijs.