Arealen aardappelen en korrelmaïs krimpen fors, wintertarwe en spelt stijgen

Landbouw & Visserij
Arealen aardappelen en korrelmaïs krimpen fors; wintertarwe en spelt stijgen

Voorlopige landbouwresultaten 2021

Volgens de voorlopige landbouwstatistieken voor 2021 zijn het aantal bedrijven en de oppervlakte cultuurgrond in België stabiel gebleven ten opzichte van 2020. Deze resultaten kwamen tot stand door administratieve gegevens voor de teelten, runderen en varkens te koppelen aan het landbouwregister van Statbel.

De totale oppervlakte aardappelen in België is met 7,8% afgenomen in 2021. Verschillende betrokken actoren hadden opgeroepen minder aardappelen te produceren om zo de grote voorraden weg te werken die het gevolg waren van de coronapandemie. De afname was in Wallonië iets groter dan in Vlaanderen (resp. -9% en -6,8%).

Na een forse daling in 2020 is het areaal wintertarwe in België opnieuw toegenomen met 6,2% of +10.943 ha en bereikte zo in 2021 bijna het niveau van 2019. Er werden echter minder zomergranen ingezaaid (-5,5% zomertarwe en -22,4% zomergerst).

Door de toenemende vraag naar spelt en de goede speltprijs steeg de oppervlakte in 2021 met 22,4% tot 18.586 ha.

De oppervlakte korrelmaïs daalde met 7,1%. Deze daling was volledig toe te schrijven aan het afgenomen areaal in Vlaanderen (-8,6%), terwijl het in Wallonië met 1,8% toenam.

De daling van het suikerbietenareaal zette zich verder door in 2021 met 2,9%. Ze is te wijten aan de afname in Wallonië, terwijl de oppervlakte in Vlaanderen stabiel gebleven is. De oppervlakte cichorei steeg met 6,1%.

Als gevolg van de tegenvallende opbrengsten voor vlas in 2020 werd er minder vlas ingezaaid in 2021 (-16,2% of -3.002 ha).

De Belgische rundveestapel was in 2021 verder gedaald met 1,4% tot minder dan 2,4 miljoen dieren. De daling is in alle gewesten even groot. Het zijn vooral de dieren van 2 jaar en ouder die afnamen. Binnen deze leeftijdsklasse was daling het grootst bij de fokvaarzen (-7,5%), terwijl ook het aantal melkkoeien en zoogkoeien afnam.

De varkensstapel was licht gestegen met +0,5% of 32.790 dieren. Het aantal biggen van minder dan 20 kg is gestegen met 1,7% (+27.539 dieren) terwijl de fokvarkens met 0,7% of 2.850 dieren gedaald zijn. De mestvarkens bleven onveranderd ten opzichte van 2020.