Maandelijkse faillissementen

Maart 2024 : 1.024 faillissementen

Ondernemingen
Maart 2024 : 1.024 faillissementen

In maart 2024 registreerden de ondernemingsrechtbanken 1.024 faillissementen. Dit betekent een stijging met 3,0% ten opzichte van februari 2024 (994).

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert eveneens een uitgebreid rapport met de belangrijkste evoluties in de maandelijkse faillissementscijfers, dat u hier kunt raadplegen.

Het aantal geregistreerde faillissementen in maart 2024 ligt hoger in vergelijking met dezelfde maand in 2023 (+11,7%) en in 2022 (+11,1%). Dit is trouwens de hoogste waarde voor een maand maart in België sinds 2015 (1.134).

Op regionaal niveau steeg het aantal faillissementen ten opzichte van februari 2024 in het Waalse Gewest (+16,2%) en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (+6,4%). Het aantal geregistreerde faillissementen in maart 2024 steeg in vergelijking met maart 2023 in het Vlaamse Gewest (+8,8%) en in het Waalse Gewest (+25,6%) en in vergelijking met maart 2022 met respectievelijk 9,0% en 60,9%. Dit is de hoogste waarde voor een maand maart in het Vlaamse Gewest sinds het vorige record in 2023 (594 tegen 546) terwijl het volstaat om terug te gaan naar maart 2015 om voor deze maand meer faillissementen in het Waalse Gewest terug te vinden (339 tegen 280).

Sinds begin dit jaar hebben de ondernemingsrechtbanken 1.726 faillissementen in het Vlaamse Gewest uitgesproken. Dit cijfer ligt 13,3% hoger dan het vorige record uit 2023 (1.523).

Het aantal in maart 2024 geregistreerde faillissementen is in vier activiteitssectoren gestegen ten opzichte van februari 2024. Dit aantal steeg van:

  • 170 naar 216 in de horeca (+46), hetgeen het hoogste aantal faillissementen betekent sinds oktober 2018 (233);
  • 205 naar 220 in de handel (+15), oftewel het grootste aantal faillissementen sinds juni 2023 (242);
  • 55 naar 61 in vervoer en opslag (+6), waar men moet teruggaan tot oktober 2023 om een groter aantal te vinden (62);
  • 158 naar 161 in de overige diensten (+3), hetgeen het hoogste aantal faillissementen betekent sinds oktober 2023 (185).

Zes sectoren telden een groter aantal faillissementen in vergelijking met zowel maart 2023 als maart 2022:

  • de handel waar 220 faillissementen werden uitgesproken, oftewel het hoogste aantal faillissementen voor een maand maart sinds 2019 (230);
  • de horeca met 216 faillissementen, waar men moet teruggaan tot 2017 om voor deze maand een groter aantal te vinden (220);
  • de bouwnijverheid met 206 faillissementen, hetgeen de hoogste waarde voor deze maand betekent sinds 2015 (210);
  • de overige diensten waar 161 faillissementen werden uitgesproken, oftewel het hoogste aantal faillissementen voor een maand maart sinds 2020 (164); 
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten met 77 faillissementen, waar men moet teruggaan tot 2018 om voor deze maand een groter aantal te vinden (85);
  • informatie en communicatie met 32 faillissementen, hetgeen de hoogste waarde voor deze maand betekent sinds 2020 (33).

Na drie maanden in 2024 vormt het aantal faillissementen in België een record in drie activiteitssectoren:

  • de bouwnijverheid met 653 faillissementen, oftewel 19,2% hoger dan het vorige record in 2014 (548);
  • vervoer en opslag waar 176 faillissementen werden uitgesproken, hetgeen een toename met 9,3% betekent ten opzichte van 2022 (161);
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten met 228 faillissementen, oftewel 5,1% hoger dan in 2020 (217).

Het aantal banen dat in maart 2024 verloren ging ten gevolge van faillissementen bedroeg 2.387. Dit betekent een daling met 1,5% in vergelijking met februari 2024 (2.424). Dit betekent echter toenames met 7,8% ten opzichte van maart 2023 en met 3,2% ten opzichte van maart 2022. Men moet teruggaan tot maart 2019 om voor deze maand een hoger aantal verloren arbeidsplaatsen in België terug te vinden (3.465).

Het aantal verloren arbeidsplaatsen steeg in maart 2024 ten opzichte van februari 2024 in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (+83,0%) en in het Waalse Gewest (+2,9%). In deze twee gewesten steeg ook het banenverlies in vergelijking met zowel maart 2023 als maart 2022. Men moet teruggaan tot 2019 om een groter aantal verloren arbeidsplaatsen in maart in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te vinden (549 tegen 474) en tot 2015 om meer verloren banen in maart in het Waalse Gewest te vinden (1.370 tegen 716).

Het aantal verloren arbeidsplaatsen in maart 2024 ten gevolge van een faillissement steeg ten opzichte van februari 2024 in twee activiteitssectoren. Dit aantal steeg van:

  • 278 naar 521 in de overige diensten (+243), waar men moet teruggaan tot oktober 2023 om een groter aantal te vinden (658);
  • 414 naar 536 in de horeca (+122), hetgeen het grootste banenverlies betekent sinds juni 2023 (542).

Vijf sectoren telden een groter banenverlies in vergelijking met zowel maart 2023 als maart 2022:

  • de horeca met 536 verloren banen, oftewel het grootste banenverlies voor een maand maart sinds 2018 (542);
  • de overige diensten met 521 banenverlies, waar men moet teruggaan tot 2019 om voor deze maand een groter aantal te vinden (1.720);
  • de handel met 462 banenverlies, hetgeen de hoogste waarde voor deze maand betekent sinds 2020 (477);
  • de bouwnijverheid met 390 verloren banen, oftewel het grootste banenverlies voor een maand maart sinds 2017 (390);
  • de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten met 138 banenverlies, waar men moet teruggaan tot 2021 om voor deze maand een gelijk aantal te vinden.

Samen met dit persbericht en het aanvullende rapport, publiceert Statbel ook meer gedetailleerde maandcijfers met bijkomende opdelingen op gemeenteniveau, op NACEBEL-klasse 2008 of met historische cijfers die teruggaan tot 2009. Deze faillissementscijfers zijn terug te vinden in be.STAT via het tabblad "Cijfers" van deze publicatie.

Bij de interpretatie van deze cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is de economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Bovendien werkten als gevolg van de Covid-19-crisis veel ondernemingsrechtbanken en griffies met verminderde capaciteit en waren hun activiteiten beperkt tot 18 mei 2020. Daarnaast was tot 17 juni 2020 een koninklijk besluit van kracht dat heeft geleid tot de bevriezing van de faillissementsprocedures voor de rechtbanken, om ondernemingen die voor 18 maart 2020 gezond waren, te beschermen tegen de gevolgen van de Covid-19-crisis.

Vervolgens heeft de regering op vrijdag 6 november 2020 een nieuw moratorium op faillissementen goedgekeurd tot 31 januari 2021 om bedrijven te beschermen die gedwongen waren hun deuren tijdelijk te sluiten op grond van het ministerieel besluit dat gepubliceerd werd op 1 november 2020 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 te beperken.

Om de stopzetting van dit tweede moratorium te compenseren, voerde de federale regering een drieledige hervorming uit om de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie flexibeler te maken. Ten eerste werd de procedure versoepeld door ondernemingen niet langer te verplichten vanaf het begin al 11 documenten in te dienen, maar slechts 3, waarbij de overige documenten tijdens de procedure kunnen worden verstrekt. Ten tweede is het volgens de procedure niet langer verplicht om in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Dit stelt de bemiddelaar in staat om de schuldeisers in volle discretie te ontmoeten en hen te overtuigen af te zien van een snelle terugbetaling van hun vorderingen alvorens een akkoord is bereikt. Ten derde moedigt men de procedure van gerechtelijke reorganisatie op basis van een minnelijke schikking aan met behulp van een belastingvrijstelling die tot dan toe enkel gold voor procedures van gerechtelijke reorganisatie die bij gerechtelijk vonnis werden verkregen. De bepalingen met betrekking tot de eerste twee pijlers van de hervorming zouden initieel maar van kracht zijn tot en met 30 juni 2021, maar werden bij koninklijk besluit van 24 juni 2021 tot verlenging van de artikelen 2, 4 tot 12 van de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 verlengd tot 16 juli 2022.

Tussen deze twee moratoria in, beslisten zowel de FOD Financiën als de RSZ om een feitelijk moratorium in te stellen, door bedrijven niet failliet te laten gaan als gevolg van schulden bij de belastingdiensten of de sociale zekerheid. Deze regeling bleef ook na 1 februari 2021 van kracht, totdat de RSZ vanaf oktober 2021 en de fiscus in verschillende provincies rond maart 2022 de dagvaardingen hervatten.

Daarnaast vindt in de maanden juli en augustus het gerechtelijk zomerreces plaats. Gedurende deze periode blijven de rechtbanken open, maar zijn er minder zittingen. Daarom liggen onze faillissementscijfers in deze periode lager.

Bovendien waren verschillende maatregelen van kracht – zowel op federaal, op gewestelijk als op lokaal niveau – om de ondernemingen te ondersteunen tijdens de Covid-19 crisisperiode. De RSZ kende bijvoorbeeld minnelijke afbetalingsplannen toe met een maximale duur van 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. En op het niveau van de RVA kon de volledige tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het coronavirus of het conflict in Oekraïne tot 30 juni 2022 worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid ten gevolge van overmacht corona.

Ten slotte liepen tot en met 31 maart 2023 steunmaatregelen om bedrijven te ondersteunen tijdens de energiecrisis. Op het niveau van de RSZ konden ondernemingen onder meer een minnelijk afbetalingsplan aanvragen terwijl energie-intensieve bedrijven gebruik konden maken van een bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor energie-intensieve bedrijven.

Alle hierboven beschreven overheidsmaatregelen hadden een matigend effect op het aantal faillissementen dat uitgesproken werd sinds maart 2020.

Faillissementen
Jaren

Doel en korte beschrijving

Iedere maand berekent Statbel de faillissementscijfers van de voorgaande maand. De cijfers worden circa 15 dagen na de referentiemaand gepubliceerd. Op deze datum zijn de faillissementscijfers definitief. Aanvullend op de maandelijkse cijfers kan Statbel ook tussentijdse, wekelijkse ramingen maken. Deze weekcijfers maken het mogelijk om snel de eerste trends waar te nemen. Naast de cijfers over het aantal faillissementen berekent Statbel ook steeds het bijhorende banenverlies. Voor het banenverlies doet Statbel een beroep op de laatst beschikbare informatie bij de RSZ.

De door Statbel opgestelde faillissementsstatistieken zijn gebaseerd op gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en het statistisch ondernemingsregister. Bij de interpretatie van de cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is een economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.

Door de genomen maatregelen tijdens de Covid-19-crisis en de daarmee gepaard gaande lockdown, beperkten de ondernemingsrechtbanken en griffies hun activiteiten tot 18 mei 2020. Bovendien was tot 17 juni 2020 een tijdelijk moratorium van kracht om bedrijven die voor 18 maart 2020 in goede gezondheid verkeerden, te beschermen tegen de gevolgen van de COVID-19-crisis.

Vervolgens keurde de federale regering op vrijdag 6 november 2020 een nieuw moratorium op faillissementen goed. Dit moratorium was van kracht tot en met 31 januari 2021 en bood bescherming aan deze bedrijven die hun deuren verplicht moesten sluiten als gevolg van het ministerieel besluit van 1 november 2020 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 betreffende noodmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus COVID-19.

Om het einde van dit tweede moratorium te compenseren, hervormde de federale regering de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Deze hervorming, die de procedure flexibeler moet maken, bestaat uit drie lijnen. Vooreerst moeten ondernemingen bij aanvang van de procedure slechts 3 in plaats van 11 documenten indienen. De resterende documenten kunnen in de loop van de procedure worden ingediend. Vervolgens zou het niet langer verplicht zijn om de procedure in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Dit stelt de bemiddelaar in staat om de schuldeisers in volle discretie te ontmoeten en hen te overtuigen af te zien van een snelle terugbetaling van hun vorderingen alvorens een akkoord is bereikt. Ten slotte moedigt men de procedure voor gerechtelijke reorganisatie op basis van een minnelijke schikking aan, doordat deze procedure recht zal geven op een belastingvrijstelling die momenteel enkel geldt voor reorganisaties die bij gerechtelijk vonnis werden verkregen. De bepalingen met betrekking tot de eerste twee pijlers van de hervorming zouden initieel maar van kracht zijn tot en met 30 juni 2021, maar werden bij Koninklijk Besluit van 24 juni 2021 tot verlenging van de artikelen 2, 4 tot 12 van de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 verlengd tot 16 juli 2022.

Tussen deze twee moratoria in, beslisten zowel de FOD Financiën als de RSZ om een feitelijk moratorium in te stellen, door bedrijven niet failliet te laten gaan als gevolg van schulden bij de belastingdiensten of de sociale zekerheid. Deze regeling bleef ook na 1 februari 2021 van kracht, totdat de RSZ vanaf oktober 2021 en de fiscus in verschillende provincies rond maart 2022 de dagvaardingen hervatten.

Daarnaast vinden in de maanden juli en augustus het gerechtelijk zomerreces plaats. De rechtbanken blijven gedurende deze periode open, maar het aantal hoorzittingen word verminderd. Daarom liggen de faillissementscijfers in deze periode lager.

Bovendien waren verschillende maatregelen van kracht – zowel op federaal, op gewestelijk als op lokaal niveau – om de ondernemingen te ondersteunen tijdens de Covid-19 crisisperiode. De RSZ kende bijvoorbeeld minnelijke afbetalingsplannen toe met een maximale duur van 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. En op het niveau van de RVA kon de volledige tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het coronavirus of het conflict in Oekraïne tot 30 juni 2022 worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid ten gevolge van overmacht corona.

Ten slotte ontstonden recentelijk nieuwe steunmaatregelen om bedrijven te ondersteunen tijdens de energiecrisis. Op het niveau van de RSZ kunnen ondernemingen onder meer een minnelijk afbetalingsplan aanvragen terwijl energie-intensieve bedrijven gebruik kunnen maken van een bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor energie-intensieve bedrijven.

Alle hierboven beschreven overheidsmaatregelen hebben een matigend effect op het aantal faillissementen uitgesproken sinds maart 2020.

Populatie

Ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen”, in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad op 11 september 2017. Titel VI van Boek XX bevat de regeling van het faillissement.

Frequentie

Maandelijks.

Timing publicatie

De publicatie van de maandelijkse faillissementscijfers vindt circa 15 dagen na de referentiemaand plaats.

Definities

Faillissement

Een onderneming is failliet als twee voorwaarden zijn vervuld: enerzijds heeft de onderneming opgehouden te betalen, d.w.z. de onderneming betaalt haar schuldeisers niet meer. Anderzijds zijn ook de leningen aan de onderneming stopgezet. Met andere woorden, de onderneming heeft het vertrouwen van zijn schuldeisers verloren. De bank weigert dan bijvoorbeeld om haar een nieuwe lening te verstrekken. Een faillissement betreft steeds één bedrijf. Een juridische constructie waarbij meerdere personen een vennootschap hebben opgericht, zoals een vennootschap onder firma (VOF), kan dus slechts tot één faillissement leiden.

Banenverlies

Het verlies van voltijd- en deeltijdbanen is afkomstig van de RSZ. Het banenverlies wordt vastgesteld op basis van de laatst bekende situatie van de onderneming, d.w.z. op het tijdstip van het faillissement. Dit totale banenverlies bestaat uit de som van 3 afzonderlijke categorieën (verlies van voltijdbanen + verlies van deeltijdbanen + verlies van banen van loontrekkende werkgevers). Loontrekkende werkgevers zijn werkgevers die zichzelf een salaris uitbetalen. Informatie over het aantal loontrekkende werkgevers is niet beschikbaar bij de RSZ en bijgevolg moet Statbel hiervan een schatting maken. Hiervoor baseert Statbel zich op de schattingsregel die Eurostat aanhaalt in het document "OECD Manual on Business Demography Statistics » en dit voor de volgende 2 ondernemingscategorieën :

  • Zelfstandige (Type1): 1 loontrekkende werkgever
  • Partnerschap en andere rechtsvormen (Type3): 2 loontrekkende werkgevers

Op basis van de resultaten van januari 2022, na een grondige analyse van de in België beschikbare rechtsvormen besloot Statbel om, en dit in overeenstemming met de hierboven vermeldde internationale schattingsregel, 1 tot 3 loontrekkende werkgever(s) toe te kennen bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Type2). en dit met terugwerkende kracht, volgens de Belgische wettelijke voorschriften met betrekking tot de oprichting van een vennootschap (voorheen werden er “0” loontrekkende werkgevers toegewezen). Een identieke benadering wordt reeds toegepast in andere statistieken (bv. demografie van de ondernemingen, BTW-plichtige ondernemingen, ...).

Opmerking

bv/bvba: Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen op 1 mei 2019, waarbij nieuwe vennootschapsvormen werden ingevoerd, hadden de bvba's tot 1 januari 2024 de tijd om vrijwillig hun rechtsvorm te wijzigen voordat ze automatisch de rechtsvorm bv kregen. Sinds 1 januari 2024 worden daarom de bvba's bij deze juridische vorm meegeteld.

Metadata