Verkeersongevallen

Eerder positieve evolutie van de verkeersveiligheid, behalve voor fietsers

Mobiliteit
Eerder positieve evolutie van de verkeersveiligheid, behalve voor fietsers

In 2022 waren er 37.643 verkeersongevallen met in totaal 46.074 slachtoffers, waaronder 42.134 lichtgewonden, 3.400 zwaargewonden en 540 personen, waaronder 102 fietsers, die om het leven kwamen binnen de 30 dagen na het ongeval. Dit blijkt uit de laatste cijfers over de verkeersongevallen die Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert.

De grens van 100 doden bij fietsers is overschreden

Hoewel de meerderheid (40%) van de doden binnen de 30 dagen automobilisten waren (216 mensen), maakten fietsers een vijfde (19%) van de dodelijke slachtoffers uit. 102 fietsers overleden binnen 30 dagen na een ongeval in 2022. Dat is een stijging van 7,4% tegenover het jaar 2019. Terwijl alle verkeersveiligheidsindicatoren al jaren dalen, blijft het aantal fietsers dat betrokken is bij verkeersongevallen stijgen.

In de overgrote meerderheid van de dodelijke gevallen waren personen ouder dan 50 betrokken, en in 37% van de sterfgevallen na een fietsongeval was het slachtoffer 70 jaar of ouder. Bovendien overleden er evenveel 70-plussers op een fiets met elektrische ondersteuning (alle types) als op een conventionele fiets. 70-plussers zijn goed voor de helft van de doden 30 dagen die op een elektrische fiets reden, terwijl ze slechts 15,1% van alle slachtoffers vertegenwoordigen.

Daling van het aantal slachtoffers in vergelijking met 2019

Voor alle indicatoren is er sprake van een stijging in vergelijking met 2021: er waren in 2021 8,6% meer ongevallen, met 8,1% meer slachtoffers en 4,7% meer doden tot gevolg. Vergelijkingen met 2021 moeten weliswaar worden genuanceerd, omdat er toen aanzienlijk minder verkeer was omwille van overheidsmaatregelen om de effecten van Covid-19 te beperken.

In vergelijking met 2019, het laatste jaar voor Covid-19, waren er amper minder ongevallen (-0,2%), maar was er een duidelijkere daling in het aantal slachtoffers (-3,7%), doden 30 dagen (-16,1%), zwaargewonden (-5,7%) en lichtgewonden (-3,3%).

In vergelijking met 2019 daalt het aantal dodelijke slachtoffers 30 dagen na een ongeval met 24,3% in Wallonië en met 10,5% in Vlaanderen, maar stijgt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20 naar 24.

  2019 2020 2021 2022 2022/2019
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Aantal ongevallen 3.928 3.224 3.545 4.172 +6,2%
Aantal doden 30 dagen 20 16 8 24 +20,0%
Aantal zwaargewonden 178 159 136 204 +14,6%
Aantal lichtgewonden 4.401 3.552 3.972 4.643 +5,5%
Vlaams Gewest
Aantal ongevallen 23.078 18.663 21.220 23.381 +1,3%
Aantal doden 30 dagen 315 253 310 282 -10,5%
Aantal zwaargewonden 2.478 2.055 2.216 2.389 -3,6%
Aantal lichtgewonden 26.274 20.491 23.291 25.700 -2,2%
Waals Gewest
Aantal ongevallen 10.713 8.364 9.895 10.090 -5,8%
Aantal doden 30 dagen 309 230 198 234 -24,3%
Aantal zwaargewonden 949 764 767 807 -15,0%
Aantal lichtgewonden 12.908 9.630 11.742 11.791 -8,7%

Alleen de provincies Namen (+16,3%) en West-Vlaanderen (+19,3%) zagen hun aantal doden 30 dagen stijgen ten opzichte van 2019. In alle andere provincies is het aantal overlijdens dus gedaald, waarbij Luxemburg (-38,8%) en Henegouwen (-36,5%) de kroon spannen.

Wie wordt het slachtoffer van een verkeersongeval?

In 2022 waren de meeste dodelijke slachtoffers binnen de 30 dagen automobilisten (216). Ze worden gevolgd door fietsers (102), voetgangers (83) en motorrijders (66). De som van deze vier categorieën vertegenwoordigt in totaal 86,5% van de verkeersdoden 30 dagen.

In vergelijking met 2019 was er bij de categorie auto’s een daling van 30,5% van het aantal doden binnen de 30 dagen (van 311 in 2019 naar 216 in 2022). Er is ook een daling bij de voetgangers (-9,8%) (van 92 in 2019 tot 83 in 2022). Bij bestelwagens steeg het aantal doden met 58,8% ten opzichte van 2019, terwijl er bij vrachtwagens sprake is van stagnatie.

  2019 2020 2021 2022 2022/2019
Personenwagen[1] 311 221 215 216 -30,5%
Bestelwagen 17 11 28 27 +58,8%
Vrachtwagen[2] 11 17 15 11 0,0%
Motorfiets[3] 84 78 62 66 -21,4%
Bromfiets[4] 19 13 16 17 -10,5%
Voetganger[5] 92 65 75 83 -9,8%
Fiets[6] 95 87 87 102 +7,4%
Andere[7] 10 6 11 14 +40,0%
Onbekend 5 1 7 4 -20,0%
Totaal 644 499 516 540 -16,1%
1 personenauto; auto voor dubbel gebruik; minibus; kampeerwagen.
2 vrachtwagen; trekker + aanhangwagen; trekker alleen
3 minder dan 400cc en meer dan 400cc
4 A,B, 3 of 4 wielen
5 Andere voetganger, rolstoelgebruiker, persoon met tweewieler aan de hand
6 gewone fiets, elektrische fiets, speedpedelec
7 landbouwtractor, autobus, reisbus, ruiter, andere weggebruiker, bespannen voertuig
Tabel
Doden per 1.000 ongevallen
Content
Doden per slachtoffers
Content
Tol minderjarige slachtoffers
Content
Geo localisatie
Heatmap
SDG
Content

Doel en korte beschrijving

Sinds 1 juli 1926 maakt de Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium de statistiek van de verkeersongevallen op. Daarvoor baseert ze zich op een formulier dat door de politie ingevuld dient te worden bij elk ongeval met lichamelijk letsel op de openbare weg. In de loop van de tijd is het formulier verscheidene malen aangepast in functie van de evolutie van de maatschappij en verkeer.

Populatie

Verkeersongevallen met lichamelijke letsels in België die voorwerp uitmaken van een proces-verbaal van de politie.

Dataverzamelingsmethode en eventuele steekproefomvang

Administratieve gegevens: Onderzoeken van de politie op het terrein en enquête van het parket.

Frequentie

Jaarlijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar 6 maanden na de referentieperiode.

Definities

Verkeersongeval: een ongeval waarbij twee of meer weggebruikers betrokken zijn wordt beschouwd als één verkeersongeval. Enkel de verkeersongevallen die zich voordeden op de openbare weg en waarbij doden of gewonden vielen worden opgenomen in deze statistiek. Zijn dus niet opgenomen: botsingen en ongevallen op privéterrein of bij sportwedstrijden. Ongevallen met uitsluitend materiële schade worden sinds 1973 niet meer opgenomen.

Dode 30 dagen: Elke persoon die overleed ter plaatse of binnen 30 dagen na de datum van het ongeval.

Zwaargewonde: elke persoon die in een verkeersongeval gewond is geraakt en wiens toestand een opname van meer dan 24 uur in het ziekenhuis vereist.

Licht gewonde: elke persoon die in een verkeersongeval gewond is geraakt en op wie de hoedanigheid van ‘zwaargewonde’ of van ‘dodelijk gewonde’ niet van toepassing is.

Personenwagen: personenauto; auto voor dubbel gebruik; minibus; kampeerwagen.

Lichte vrachtwagen: lichte vrachtauto.

Vrachtwagen: vrachtwagen; trekker + aanhangwagen; trekker alleen.

Bus: autobus ; autocar.

Bromfiets: bromfiets A (tweewielig); bromfiets B (tweewielig); bromfiets met 3 of 4 wielen.

Motorfiets: motorfiets niet meer dan 400 cc; motorfiets meer dan 400 cc.

Fiets: fiets

Voetganger: gehandicapte in rolstoel; voetganger die zijn (brom)fiets duwt; andere voetganger.

Overige: landbouwtractor; trolleybus; ruiter; bespannen voertuig; andere weggebruiker; onbekend; niet beschikbaar.

Opmerkingen

Breuk in de reeks: tot november 2017 registreerde de politie een kettingbotsing vanaf 4 of meer betrokken voertuigen. Sindsdien wordt een kettingbotsing geregistreerd vanaf 3 betrokken voertuigen.

Kwaliteit van de cijfers:

De gegevens over dodelijke slachtoffers zijn het betrouwbaarst en stabielst. In dat geval is het meer dan waarschijnlijk dat de politie of het parket tussenbeide komt bij het dodelijke ongeval. De gegevens over lichtgewonden zijn zeer waarschijnlijk onderschat, meer bepaald voor zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers). Belgisch en internationaal onderzoek raamt de graad van registratie door de politie voor dodelijke ongevallen op 90% (waarbij we de resultaten nog kunnen verbeteren dankzij de gegevens van de parketten). Die graad ligt bij 50% voor slachtoffers die in het ziekenhuis werden opgenomen en lager dan 20% voor zeer licht gewonde slachtoffers (die niet in het ziekenhuis werden opgenomen).

De gegevens van 2005 tot 2017 werden door de politiediensten herzien. In juni 2018 werkte Statbel de gegevens van de verkeersongevallen bij. Tussen 2005 en 2017 was er een opvallend hoog aantal onbekenden voor enkele belangrijke variabelen (o.m. agglomeratie, toestand van de wegen, weersomstandigheden). Voor de recentere jaargangen is dit probleem minder aan de orde. De recentste publicatie is telkens geldig.

Metadata