Fiscale inkomens

Gemiddeld inkomen van de Belg bedroeg in 2021 20.357 euro

Huishoudens
Gemiddeld inkomen van de Belg bedroeg in 2021 20.357 euro

Fiscale statistiek van de inkomens op basis van het aanslagjaar 2022, inkomens 2021

  • Het netto belastbare inkomen van de Belg bedroeg in 2021 gemiddeld 20.357 euro;
  • Vlaanderen blijft de regio met de hoogste inkomens;
  • Brussel blijft het gewest waar de gemiddelde inkomens het laagst zijn;
  • De provincie Vlaams-Brabant blijft in 2021 de provincie met het hoogste gemiddeld inkomen per inwoner, gevolgd door Waals-Brabant en Oost-Vlaanderen;
  • Op gemeentelijk niveau spant Sint-Martens-Latem opnieuw de kroon als gemeente met het hoogste gemiddelde inkomen per inwoner. Het ligt er 63,3 % boven het Belgische gemiddelde;
  • Het laagste gemiddelde inkomen is terug te vinden in Sint-Joost-ten-Node. Het inkomen per hoofd ligt er 45,6% lager dan het nationale gemiddelde.
  • In 2021 was er een daling in het totaal bedrag aan werkloosheidsuitkeringen in België.

Opmerking

Met het inkomen wordt het netto belastbare inkomen bedoeld. Deze bedragen worden berekend op basis van de aangiften in de personenbelasting en omvatten de belastbare inkomsten uit beroep, vervangingsinkomens, pensioenen, dividenden, het kadastraal inkomen en onderhoudsuitkeringen. Niet-belaste inkomsten (zoals kindergeld en het leefloon) maken geen deel uit van de fiscale inkomens. De referentieperiode van de gebruikte gegevens is steeds het inkomstenjaar 2021, dus het aanslagjaar 2022. De fiscale statistieken zijn opgesteld volgens de woonplaats van de belastingbetaler.

1. De Vlaming heeft het hoogste inkomen; de Brusselaar hinkt achterop

In 2021 bedroeg het gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner 20.357 euro. Als dit cijfer wordt uitgesplitst over de drie gewesten, stellen we vast dat het inkomen per hoofd het hoogst ligt in Vlaanderen. Met een bedrag van 21.776 euro ligt het gemiddelde inkomen van de Vlaming 7,0 % boven het nationale gemiddelde. De inwoners van het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten het met beduidend minder financiële middelen stellen. Zo ligt het gemiddelde inkomen van de Waal 5,7 % onder het Belgische cijfer, terwijl een Brusselaar het op jaarbasis gemiddeld met 21,1 % minder moet stellen.

  Gemiddeld inkomen per inwoner (in EUR)
2016 2017 2018 2019 2020 2021
België 17.824 18.331 18.768 19.105 19.671 20.357
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 13.980 14.372 14.668 14.973 15.444 16.068
Vlaanderen 19.102 19.636 20.125 20.501 21.078 21.776
Wallonië 16.787 17.281 17.672 17.949 18.518 19.192
Tabel 1: Gemiddeld inkomen per inwoner, naar gewest.

2. De twee Brabantse provincies zijn de rijkste provincies

Provincie Gemiddeld inkomen per inwoner (in EUR)
Provincie Vlaams-Brabant 23.527
Provincie Waals-Brabant 23.442
Provincie Oost-Vlaanderen 22.073
Provincie West-Vlaanderen 21.325
Provincie Antwerpen 21.270
Provincie Limburg 20.633
Provincie Luxemburg 20.004
Provincie Namen 19.867
Provincie Luik 18.906
Provincie Henegouwen 17.713
Brussels Hfdst. Gewest 16.068
Nationaal gemiddelde 20.357
Tabel 2: Het gemiddeld inkomen per inwoner in de tien provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Net als de voorgaande jaren is de provincie Vlaams-Brabant ook in 2021 de provincie met het hoogste gemiddeld inkomen per inwoner. Dat inkomen bedroeg per hoofd 23.527 euro. Ook in Waals-Brabant ligt het gemiddeld inkomen per inwoner met 23.442 euro boven de kaap van 23.000 euro. Oost-Vlaanderen vervolledigt de top drie met een gemiddeld jaarinkomen per inwoner van 22.073 euro.

3. Sint-Martens-Latem huisvest de hoogste inkomens; Sint-Joost-ten-Node is hekkensluiter

Met een gemiddeld inkomen per hoofd van 33.249 euro is Sint-Martens-Latem de gemeente met de hoogste inkomens. Een inwoner van deze gemeente beschikt over een inkomen dat gemiddeld 63,3 % hoger ligt dan het nationale gemiddelde.

Gemeente Gemiddeld inkomen per inwoner (in EUR) % boven het nationale gemiddelde
Sint-Martens-Latem 33.249 63,3%
Keerbergen 30.516 49,9%
Knokke-Heist 29.961 47,2%
Hove 29.685 45,8%
Oud-Heverlee 29.530 45,1%
Lasne 29.026 42,6%
Schilde 28.588 40,4%
Koksijde 28.468 39,8%
De Pinte 28.371 39,4%
Attert 28.025 37,7%
Nationaal gemiddelde 20.357 -
Tabel 3: De tien gemeenten met het hoogste gemiddelde inkomen per inwoner.

Aan de andere kant van het spectrum zijn vooral Brusselse gemeenten terug te vinden. Met gemiddeld 11.082 euro is Sint-Joost-ten-Node de Belgische gemeente met de laagste inkomens. Een doorsnee inwoner van Sint-Joost-ten-Node beschikt over een inkomen dat 45,6 % lager ligt dan het nationale gemiddelde. Met Sint-Jans-Molenbeek, Anderlecht, Farciennes, Dison, Koekelberg en Schaarbeek telt België nog zes andere gemeenten waar het gemiddelde inkomen per inwoner minstens 30 % onder het nationale gemiddelde ligt. Het West-Vlaamse Mesen huisvest met een gemiddeld bedrag van 16.016 euro de laagste inkomens van Vlaanderen.

Gemeente Gemiddeld inkomen per inwoner (in EUR) % onder het nationale gemiddelde
Sint-Joost-ten-Node 11.082 -45,6%
Sint-Jans-Molenbeek 11.774 -42,2%
Anderlecht 12.965 -36,3%
Farciennes 13.328 -34,5%
Dison 13.534 -33,5%
Koekelberg 13.963 -31,4%
Schaarbeek 14.031 -31,1%
Brussel 14.384 -29,3%
Charleroi 14.560 -28,5%
Colfontaine 14.720 -27,7%
Nationaal gemiddelde 20.357 -
Tabel 4: De tien gemeenten met het laagste gemiddelde inkomen per inwoner.

4. Daling werkloosheidsuitkeringen [1] in 2021

In coronajaar 2020 was er een sterke stijging van de werkloosheidsuitkeringen, hetgeen te maken had met het groot aantal werknemers dat een uitkering voor tijdelijke werkloosheid ontving. In 2021 was dit gedaald, maar bleef nog steeds hoog, een stijging van 45,1 % t.o.v. 2019.


[1] Het brugpensioen werd niet bij de werkloosheidsuitkering gerekend.

Tabel
Kaart
Content
Downloads
Content
  • Fiscale statistiek per gemeente (C. Aantal aangiften per klasse van het totaal netto belastbaar inkomen, totaal netto belastbaar inkomen, gemiddelde waarden, spreidingsmaten, asymmetrie en belasting per aangiftetype en per gemeente)
  • Fiscale statistiek per statistische sector (D. Aantal aangiften, totaal netto belastbaar inkomen, gemiddelde waarden, spreidingsmaten en asymmetrie per statistische sector)
  • A1. Structuur van het totaal netto belastbaar inkomen per inkomensklasse van €1000
  • A2. Structuur van het totaal netto belastbaar inkomen per inkomensklasse van €2000
  • A3. Verdeling (%) van de hoofdbestanddelen van het totaal netto inkomen per totaal netto belastbaar inkomensklasse van €5000
  • B1. Decielenverdeling van het totaal netto belastbaar inkomen, de totale belasting en de gemiddelde aanslagvoet
  • B2. Componenten van het gezamenlijk netto inkomen per deciel in % van het totaal
  • B3. Aantal aangiften en totaal netto belastbaar inkomen per type aangifte en per deciel
  • B4. Aantal aangifte en totaal netto belastbaar inkomen per type aangifte, per leeftijdscategorie en per deciel
  • B5. Aantal aangiften en totaal netto belastbaar inkomen per type aangifte en per deciel, volgens het aantal personen ten laste

 

Doel en korte beschrijving

Fiscale statistiek van de inkomsten onderworpen aan de belasting van de natuurlijke personen. Deze statistiek wordt per inkomstenjaar opgemaakt. Het inkomstenjaar is het belastbare tijdperk. De inkomsten die de belastingplichtige verkregen heeft in dat jaar zijn onderworpen aan belastingen. De cijfers zijn jaarlijks beschikbaar vanaf inkomstenjaar 1976. De historische bedragen in BEF zijn allemaal geconverteerd met de conversie 40,3399 BEF = 1 Euro..

Populatie

Fysieke personen onderworpen aan de personenbelasting

Frequentie

Jaarlijks.

Timing publicatie

Resultaten beschikbaar 2 jaar na de referentieperiode

Definities

Gemeente : -

(Officieel cijfer van de) residentiële bevolking op 1 januari : Het cijfer van de residentiële bevolking op 1 januari wordt berekend op basis van het aantal ingeschrevenen in het RRNP en omvat het geheel van personen die hun hoofdverblijfplaats in België hebben, inclusief de Belgen en de vreemdelingen toegelaten of gemachtigd om zich te vestigen of om op het grondgebied te verblijven, maar exclusief de vreemdelingen die minder dan drie maand op het grondgebied verblijven, de asielzoekers en de vreemdelingen in onregelmatige situatie.

Totaal netto belastbaar inkomen : Het totale netto belastbaar inkomen bestaat uit alle netto inkomsten min de aftrekbare uitgaven. Het geheel van netto inkomsten is de som van alle netto inkomsten uit de categorieën inkomsten van onroerende goederen, inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen, beroepsinkomsten en diverse inkomsten.

Totaal aantal aangiften ; Aantal aangiften geldig ingediend door alle Belgische Belastingbetalers.

Gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte : Het gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte is het quotiënt van het totale netto belastbaar inkomen en het totale aantal aangiften. Het wordt beïnvloed door sterk afwijkende waarden (outliers).

Mediaan inkomen per aangifte : Het mediaan inkomen per aangifte is het inkomen verbonden aan de aangifte die zich bevindt in het midden van de reeks wanneer de aangiften geklasseerd worden naar inkomen. Het wordt niet beïnvloed door sterk afwijkende waarden (outliers).

Aanslagjaar : Het aanslagjaar is het jaar waarin de belastingaangifte ingediend wordt. Dit is het jaar na het kalenderjaar waarin de inkomsten werden behaald (inkomstenjaar).

Inkomstenjaar : Het inkomstenjaar is het jaar waarvoor de belastingen verschuldigd zijn.

Aangiftetype : Een aangifte kan worden ingevuld door één persoon (individuele aangifte) of twee personen (gemeenschappelijke aangifte). De algemene regel is dat iedereen een individuele aangifte moet invullen, buiten de gehuwden en wettelijk samenwonenden. Zij moeten gezamenlijk een aangifte invullen, behalve in het jaar van het huwelijk of het wettelijk samenwonen en in het jaar van de scheiding of het stopzetten van het wettelijk samenwonen. In het jaar van het overlijden van de partner mag er worden gekozen of er een afzonderlijke of een gezamenlijke aangifte wordt ingevuld. Indien er geen keuze wordt gemaakt, wordt men afzonderlijk belast.

Afzonderlijk netto belastbaar inkomen : Zijn inkomsten die aan een afzonderlijke aanslagvoet worden belast, zoals achterstallen, vervroegd vakantiegeld, eindbelasting op pensioensparen ....

Opmerkingen

Opmerking betreffende statistische populatie - Vanaf inkomstenjaar 2003 werden niet-inwoners die onderworpen zijn aan de personenbelasting niet meer opgenomen in onze statistieken.

Opmerking betreffende wettelijk samenwonenden - Wettelijk samenwonenden werden pas vanaf inkomstenjaar 2004 gezamenlijk belast. Daarvoor moesten ze ook ieder een afzonderlijke aangifte doen.

Metadata