Nieuwe resultaten enquête naar arbeidskrachten België
Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert vandaag de resultaten van de Enquête naar de Arbeidskrachten voor 2018. De belangrijkste resultaten:
- 2018 is een heel gunstig jaar voor de Belgische arbeidsmarkt: de belangrijkste arbeidsmarktindicatoren evolueren in positieve zin.
- 69,7% van de 20- tot en met 64-jarigen is aan het werk.
- Vooral de werkgelegenheidsgraad van vrouwen stijgt sterk waardoor de kloof met die van mannen afneemt.
- De werkloosheidsgraad van 15- tot en met 64-jarigen bedraagt 6%.
- De werkloosheidsgraad van vrouwen ligt 0,7 procentpunten onder die van mannen.
- Voor het eerst is meer dan de helft van de 55- tot en met 64-jarigen aan het werk.
- De kloof tussen de werkgelegenheidsgraad van Belgen en die van niet-EU-burgers bedraagt 27,5 procentpunten.
De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen bedraagt 69,7%
In 2018 heeft 64,5% van de 15- tot en met 64-jarigen een job. Beperken we ons tot de leeftijdsgroep van 20 tot en met 64 jaar dan gaat het om 69,7%. Waar de werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen in het eerste en tweede kwartaal van 2018 nog onder de 70% bleef, bereikte hij in zowel het derde kwartaal (70,1%) als het vierde kwartaal (70,5%) een recordhoogte van meer dan 70%. Daarmee steeg de gemiddelde werkgelegenheidsgraad voor 2018 (69,7%) sterk in vergelijking met 2017, toen het cijfer nog 68,5% bedroeg. Het doel in het kader van de EU2020-strategie is dat tegen 2020 73,2% van de 20- tot en met 64-jarigen een job heeft. Vooral de vrouwelijke werkgelegenheidsgraad stijgt sterk waardoor de kloof met die van mannen verkleint. In die leeftijdsgroep is momenteel 73,9% van de mannen en 65,5% van de vrouwen aan het werk. De werkgelegenheidsgraad stijgt in alle regio’s, maar de verschillen zijn groot: 74,6% van de Vlaamse 20-64-jarigen is aan het werk; in Wallonië bedraagt het percentage 63,7% en in Brussel 61,4%.
De IAB-werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen bedraagt 6%
De werkloosheidsgraad van 15- tot en met 64-jarigen volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau (zie tab “Documentatie”) bedraagt 6% in 2018, dit is het laagste jaargemiddelde sinds het begin van de continue enquête in 1999. De werkloosheidsgraad daalt sterk ten opzichte van vorig jaar toen het percentage 7,1 % bedroeg.
De werkloosheidsgraad van vrouwen ligt 0,7 procentpunten onder die van mannen. Het cijfer van de vrouwen bedraagt in 2018 5,6% tegenover 6,3% bij mannen. De kloof tussen beide geslachten is groter geworden in 2018. In 2017 verschilde de werkloosheidsgraad van vrouwen (7,1%) en mannen (7,2%) weinig.
De werkloosheid daalt in alle leeftijdsgroepen. Jongeren (15-24 jaar) hebben met 15,8% de hoogste werkloosheidsgraad. De werkloosheidsgraad van 25-49-jarigen en 50-64-jarigen bedraagt respectievelijk 5,7% en 4%. De werkloosheidsgraad neemt in alle regio’s af maar er blijven grote regionale verschillen. Zo kent Vlaanderen een werkloosheidsgraad van 3,5%. In Wallonië is de werkloosheidsgraad 8,5%, in Brussel 13,4%.
EU2020-indicatoren
Voor het eerst is meer dan de helft van de 55-64-jarigen aan het werk
De Enquête naar de Arbeidskrachten levert basisinfo voor de opvolging van een aantal doelstellingen rond werk en opleiding in het kader van de EU2020-strategie. Zoals hoger gemeld is in 2018 69,7% van de 20- tot en met 64-jarigen aan het werk. Het hoofddoel is om tegen 2020 73,2% van de 20- tot en met 64-jarigen aan het werk te krijgen. Voor de vrouwelijke werkgelegenheidsgraad werd een Belgische nevendoelstelling van 69% vastgelegd. Momenteel is 65,5% van de vrouwen tussen 20 en 64 jaar aan het werk, hetgeen een sterke stijging betekent ten opzichte van 2017 toen het percentage 63,6% bedroeg.
Van alle 55-64-jarigen is 50,3% aan de slag. Het doel om 50% van deze oudere leeftijdsgroep aan het werk te krijgen tegen 2020 is dus in 2018 voor het eerst bereikt. Het percentage steeg met 2 procentpunten ten opzichte van 2017. Er blijven grote verschillen tussen de werkgelegenheidsgraden van 55-59-jarigen en die van 60-64-jarigen. In 2018 is 68,4% van de 55-59-jarigen aan het werk tegenover 30% van de 60-64-jarigen.
De kloof tussen de werkgelegenheidsgraad van Belgen en niet-EU-burgers bedraagt 27,5 procentpunten
Een laatste nevendoelstelling binnen het domein ‘werk’ is het verkleinen van de kloof tussen de werkgelegenheidsgraad van Belgen en niet-EU-burgers tot minder dan 16,5 procentpunten. In 2018 bedraagt deze kloof 27,5 procentpunten. De werkgelegenheidsgraad van Belgen bedraagt 71%, die van niet-EU28-burgers 43,4%. De kloof tussen beide werkgelegenheidsgraden bedroeg in 2017 28,2 procentpunten.