Januari 2019 : vijfde actualisering van de consumptieprijsindex (2013 = 100)

Consumptieprijzen
Januari 2019 : vijfde actualisering van de consumptieprijsindex (2013 = 100)
  • Actualisering van de consumptieprijsindex in 2019 op basis van een unaniem advies van de Indexcommissie, goedgekeurd door de Minister van Economie.
  • Vanaf 2019 worden voor 4 bijkomende productgroepen indices gepubliceerd. De indexkorf werd uitgebreid met 9 getuigen : huur studentenkamer, uurtarief dakwerker, vervangen deurslot, thermische kompressen, tweedehandswagens, kookboeken, consultatie diëtist, tatoeage en kinderwagen.
  • Voor 2 nieuwe getuigen (huur studentenkamer en aankoop van tweedehandswagens) werd een specifieke methodologie ontwikkeld en voor 3 bestaande getuigen (vliegtuigtickets, vakantiedorpen en bankdiensten) werd de berekeningsmethode aangepast.
  • Het aandeel van de gegevensinzameling via scannerdata en webscraping van de consumptieprijsindex stijgt in 2019 van 23,0% naar 26,6%.
  • Alle gewichten van de indexkorf werden geactualiseerd naar 2018, om zo het huidige uitgavenpatroon van de consumenten te weerspiegelen.

Waarom een jaarlijkse actualisering van de consumptieprijsindex?

De consumptieprijsindex (CPI) met referentiejaar 2013 = 100, die van start ging in januari 2014, wordt jaarlijks in januari geactualiseerd. Het betreft dus de vijfde jaarlijkse actualisering op rij. De jaarlijkse actualiseringen moeten ervoor zorgen dat het indexcijfer representatief blijft doorheen de tijd en de gemeten inflatie niet vertekend wordt, naarmate de index veroudert. Dit kan door het actueel houden van de productenkorf, het aanpassen van berekeningsmethoden, het integreren van nieuwe prijzenbronnen en het representatief houden van het winkelstaal.

Verandert het basisjaar of referentiejaar nu ook?

Bij de laatste indexhervorming in januari 2014, werd van een index met vast basisjaar overgeschakeld op een kettingindex. Het referentiejaar is nog steeds 2013 = 100, dat geldt ook voor de volgende jaren. De jaarlijkse actualiseringen vergen dus geen aanpassing van het gekozen referentiejaar.

Bij de kettingindex methode worden de prijzen van de 12 maanden van het lopende jaar telkens vergeleken met de prijzen van december van het voorgaande jaar. Door deze korte-termijn indices te vermenigvuldigen met elkaar - en dus een ketting vormen - ontstaat een lange-termijnreeks met een vaste referentieperiode. De deelindices worden geaggregeerd met de gewichten die het uitgavenpatroon van het voorgaande jaar weerspiegelen.

Welke wijzigingen worden aan de indexkorf aangebracht?

4 nieuwe groepen en 9 nieuwe getuigen worden aan de korf toegevoegd. In principe wordt geen enkele getuige geschrapt, maar in functie van de overgang naar webscraping – waarbij net zoals bij scannerdata het traditionele concept ‘getuige’ niet meer bestaat – verdwijnen in totaal 13 getuigen uit de korf voor schoenen (10), pakketreizen (2) en hotelkamers (1) in België.

De schrapping van die 13 getuigen wordt echter meer dan opgevangen door webscraping. In feite komt het erop neer dat de inhoud/definitie van 5 COICOP-groepen op het vijfde niveau (meest gedetailleerd gepubliceerd niveau) wordt gewijzigd of uitgebreid, en dat de geschrapte 13 getuigen geïntegreerd worden in de bovenliggende COICOP-groepen. In principe blijven ze dus deel uitmaken van de indexkorf.

Verder zijn er definitiewijzigingen voor 3 getuigen; de vliegtuigtickets, de bankdiensten en de vakantiedorpen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de wijzigingen aan de indexkorf.

COICOP Benaming
Nieuwe getuigen
04.1.2.1.01 Huur van studentenkamer
04.3.2.5.01 Uurtarief van dakwerker
04.3.2.9.01 Vervangen van deurslot
06.1.3.9.03 Thermische kompressen (cold/hot packs)
07.1.1.2.01 Tweedehandswagens
09.5.1.3.02 Kookboeken
12.1.1.3.04 Consultatie van diëtist
12.1.1.3.05 Tatoeage
12.1.1.3.02 Kinderwagen (buggy)
Definitiewijziging/uitbreiding van groepen t.g.v. webscraping
03.2.1.1 Herenschoenen
03.2.1.2 Damesschoenen
03.2.1.3 Kinder- en babyschoenen
09.6.0.1 Weekend aan zee en in de Ardennen
11.2.0.1 Hotelkamers
Andere definitiewijzigingen
07.3.3.2.01 Vliegtuigtickets
11.2.0.2.02 Vakantiedorpen
12.6.2.1.01 Bankdiensten
Getuigen die geïntegreerd worden in groepsindices t.g.v. webscraping
03.2.1.1.01 Lage lederen veterschoenen (geïntegreerd in 03.2.1.1)
03.2.1.1.02 Schoenen: sneakers (geïntegreerd in 03.2.1.1)
03.2.1.1.03 Joggingschoenen (geïntegreerd in 03.2.1.1)
03.2.1.1.04 Wandelschoenen (geïntegreerd in 03.2.1.1)
03.2.1.2.01 Tennisschoenen (geïntegreerd in 03.2.1.2)
03.2.1.2.02 Lage lederen schoenen(geïntegreerd in 03.2.1.2)
03.2.1.2.03 Lederen laarzen (geïntegreerd in 03.2.1.2)
03.2.1.2.04 Ballerina (geïntegreerd in 03.2.1.2)
03.2.1.3.01 Sportschoenen (geïntegreerd in 03.2.1.3)
03.2.1.3.02 Bottines (geïntegreerd in 03.2.1.3)
09.6.0.1.01 Weekend in de Ardennen (geïntegreerd in 09.6.0.1)
09.6.0.1.02 Weekend aan zee (geïntegreerd in 09.6.0.1)
11.2.0.1.01 Hotelkamer (geïntegreerd in 11.2.0.1)

Op getuigenniveau worden geen indices gepubliceerd, maar de introductie van volgende 4 nieuwe getuigen

  • 04.1.2.1.01 Huur van studentenkamer
  • 04.3.2.5.01 Uurtarief van dakwerker
  • 04.3.2.9.01 Vervangen van deurslot
  • 07.1.1.2.01 Tweedehandswagens,

heeft tot gevolg dat vanaf januari 2019 voor 4 bijkomende COICOP-groepen indices worden gepubliceerd :

  • groep 04.1.2.1 Werkelijke huur betaald door huurders voor een tweede verblijf
  • groep 04.3.2.5 Diensten van timmerlieden
  • groep 04.3.2.9 Overige diensten voor onderhoud en reparatie van de woning
  • groep 07.1.1.2 Tweedehandswagens.

Op welke basis wordt beslist getuigen toe te voegen ?

Het toevoegen van getuigen gebeurt uiteraard niet willekeurig. Er zijn verschillende redenen:

  • uitbreiding op basis van het relatief belang van de productgroep waarin het product zich bevindt: indien relatief weinig getuigen voor een hoog gewicht in de korf zitten, kunnen getuigen toegevoegd worden: zo werd aan de groep 06.1.2.9 'andere therapeutische producten', (een heterogene groep) die voorheen slechts twee getuigen bevatte (pleisters en koortsthermometer), nu ook de getuige ‘thermische kompressen’ toegevoegd;
  • toevoeging op basis van het aankoopgedrag van de consument: dat was bijvoorbeeld het geval voor de getuigen ‘consultatie diëtist’ en ‘tatoeage’, die toegevoegd werden aan de groep 12.1.1.3 ‘schoonheidsbehandelingen’, die tot nu toe drie getuigen bevatte (zonnebankabonnement, sauna en pedicure);
  • bepaalde groepen met een significant gewicht die tot nu toe niet gevolgd werden; dat was bijvoorbeeld het geval voor de groep 04.1.2.1 ‘werkelijke huur betaald door huurders van een tweede woning’ met de getuige ‘studentenkamer’ en de groep 07.1.1.2 ‘tweedehandswagens’ met de getuige ‘tweedehandswagens’.

Welke methodologische wijzigingen ondergaat de index?

Voor vliegtuigtickets, vakantiedorpen en bankdiensten werden methodologische wijzigingen doorgevoerd.

Vliegtuigtickets

Wat de vliegtuigtickets betreft worden 30 bestemmingen gevolgd. Tot eind 2018 voerde men voor elk van die bestemmingen een virtuele boeking uit, 4 maanden voor de vertrekdatum. Vanaf 2019 wordt het aantal boekingstijdstippen verhoogd van één naar drie door ook de ticketprijzen te volgen voor boekingen die 2 maanden en 2 weken voor vertrek gebeuren.

Vakantiedorpen

Het staal van vakantiedorpen wordt sterk uitgebreid en elk van de vakantiedorpen in de indexberekening krijgt een gewicht toegekend op basis van de toerismestatistieken. Verder worden de weekprijzen per vakantiedorp nu geaggregeerd met een meetkundig gemiddelde in plaats van een rekenkundig gemiddelde. Gezien de prijzen binnen de vakantiedorpen sterk verschillen tussen de woningtypes, geeft dit een correctere prijsevolutie.

Bankdiensten

Tot nu toe was de berekeningsmethodologie van de bankdiensten in de consumptieprijsindex gebaseerd op de kosten die gerelateerd zijn aan een zichtrekening voor de vijf grootste banken. Een nieuwe methodologie werd ontwikkeld om de prijsevolutie van de bankdiensten beter in kaart te brengen. De nieuwe berekening is gebaseerd op zichtrekeningen en/of pakketrekeningen van de acht grootste banken.

De berekening gebeurt aan de hand van vier gebruikersprofielen:

  • een elektronisch profiel met kredietkaart;
  • een elektronisch profiel zonder kredietkaart;
  • een traditioneel profiel met kredietkaart;
  • een traditioneel profiel zonder kredietkaart.

Ieder profiel wordt gekenmerkt door een aantal verrichtingen:

  • geldafhalingen aan de geldautomaat van andere banken;
  • geldafhalingen aan het loket;
  • papieren overschrijvingen.

Voor de berekening wordt elke zichtrekening of pakketrekening toegewezen aan één of meerdere gebruikersprofielen. Het aantal klanten per zichtrekening (en optie kredietkaart) wordt jaarlijks aangeleverd door de banksector. In combinatie met de tarieflijsten wordt een gemiddelde kostprijs per profiel berekend. De vier profielen worden vervolgens geaggregeerd via het aantal rekeningen per profiel. Dit geeft tenslotte het geaggregeerd indexcijfer voor de bankdiensten.

Hoe ziet het nieuwe gewichtenschema eruit?

Onderstaande grafiek geeft de gewichtsverdeling (op duizend) van de 12 hoofdgroepen weer voor de jaren 2017, 2018 en 2019.

G-Pond2019_nl.png

De algemene CPI is het eerste niveau. Onder het tweede COICOP-groepsniveau bestaande uit 12 hoofdgroepen (hierboven afgebeeld), zijn er nog drie lagere groepsclassificaties. Het zesde niveau tenslotte is het niveau van de getuigen. Het gewichtenschema wordt steeds gepubliceerd tot op het laagste COICOP-groepsniveau.

Hoe gebeurt de opmaak van het gewichtenschema concreet en waarom wordt het jaarlijks aangepast?

Het wegingsschema is net als in de voorgaande jaren opgesteld volgens de nieuwe Europese ECOICOP-nomenclatuur. Deze Europese ‘Classification of Individual Consumption by Purpose’ (COICOP) is een classificatie die bestaat uit 12 hoofdgroepen. Om tot het wegingsschema 2019 te komen, worden in de indexkorf van 2018 de nieuwe groepen en de nieuwe getuigen ingepast.

Het is de bedoeling dat het gewichtenschema van de consumptieprijsindex zo nauw mogelijk aansluit bij het uitgavenpatroon van een gemiddeld gezin. Men baseert zich daarbij op het huishoudbudgetonderzoek, een tweejaarlijks onderzoek dat peilt naar het uitgavenpatroon van de gezinnen. De gewichten zijn zoals vorig jaar gebaseerd op het huishoudbudgetonderzoek van 2016. Dat is het meest recente onderzoek, waarvan de resultaten in september 2017 werden gepubliceerd. Deze gewichten, die refereren naar 2016, werden geactualiseerd naar 2018. Vermits met een kettingindex gewerkt wordt, waarbij de prijzen van de 12 maanden van het lopende jaar telkens vergeleken worden met december van het voorgaande jaar, moet het wegingsschema jaarlijks aangepast worden aan de hand van de prijsevolutie tussen het jaar waarin de waarden uitgedrukt zijn, naar hetzelfde jaar als de referentiemaand. Deze procedure staat in de vakliteratuur beschreven als de 'price update' van de gewichten. Gezien het gewichtenschema gebaseerd is op het huishoudbudgetonderzoek van 2016, worden de gewichten geactualiseerd naar december 2018 om zo de prijsevolutie voor 2019 correct te kunnen meten.

De price update van de gewichten komt er concreet op neer dat de waarden van het wegingsschema, gebaseerd op de uitgaven van de gezinnen in 2016, aan de hand van de indexevolutie van elke groep geactualiseerd worden naar december 2018, gezien december 2018 de nieuwe referentiemaand is. Dat gebeurt door de gewichten op het meest gedetailleerde gepubliceerde niveau te vermenigvuldigen met de gemeten prijsevolutie tussen december 2018 en het jaar 2016 (dit is de verhouding van de index in december 2018 ten opzichte van de gemiddelde index van 2016). Voor productgroepen met sterke seizoenschommelingen worden de jaargemiddelde indexen van 2016 en 2018 gebruikt voor de price update.

Na deze bewerking volgt een herschaling om het totale gewicht opnieuw tot 1000‰ te herleiden. En tenslotte worden de bovenliggende niveaus herberekend op basis van de bekomen herschaalde onderliggende gewichten.

De price-update van de gewichten komt er dan ook concreet op neer dat het wegingsschema aan de hand van de indexevolutie van elke groep geactualiseerd wordt, hetgeen ervoor zorgt dat systematisch het actuele uitgavenpatroon van de gezinnen gebruikt wordt voor de indexberekening.

In welke mate wordt gebruik gemaakt van ‘big data’ bij de indexberekening?

Sinds 2015 maakt Statbel gebruik van ‘big data’ als gegevensbron voor de consumptieprijsindex. In deze context betreft het prijsinformatie die bekomen wordt via scannerdata en webscraping. Zie ook onze publicaties over scannerdata en webscraping voor meer achtergrondinformatie. In totaal wordt de prijsevolutie van 27% van het gewicht van de indexkorf in 2019 gemeten aan de hand van big data. In 2018 was dat nog 23%. Door het gebruik van scannerdata en webscraping wordt de nauwkeurigheid van de CPI verbeterd. Hierdoor moet immers het prijsindexcijfer voor een productgroep niet meer gebaseerd worden op een relatief beperkt staal van producten, maar kan men de prijzen verwerken van een veelvoud van verkochte items. De nieuwe databronnen leiden tot een indexcijfer dat nauwer aansluit bij het werkelijke consumptiegedrag.

Scannerdata werden vanaf 2015 gradueel geïntroduceerd in de CPI. Het gewichtsaandeel van de korf, dat gevolgd wordt met scannerdata, bedraagt 22,5% in 2019. Het betreft kassascangegevens van de grootste supermarkten. Deze scangegevens worden aangevuld met klassieke prijsopnames in winkels (voorbeeld: bakker, slager, …).

Verder worden - naast scannerdata, tariefprijzen, catalogusprijzen en prijsopnames in winkels - prijzen ingezameld via webscraping. Dat is een techniek om automatisch gegevens van webpagina’s af te halen (‘scrapen’). Hierbij worden de data van webpagina’s op een gestructureerde manier verzameld en verwerkt, zodat deze gebruikt kunnen worden voor statistische doeleinden. Gezien het groeiende belang van webwinkels en de online verkoop van ‘klassieke winkels’, is het aangewezen om ook deze gegevens mee in rekening te brengen in de berekening van de prijsindices.

Het gebruik van big data laat bovendien toe om de efficiëntie van de dataverzameling te verbeteren. Daarnaast neemt de representativiteit van de prijsindices toe, gezien de prijzen van een veelvoud van producten worden gevolgd, in vergelijking met de klassieke prijsopnames.

In 2018 werden reeds webscraping resultaten verwerkt in de index voor wat betreft de DVD, Blu-ray discs, videogames en internationale treintickets. Deze dekten een totaal gewicht van 0,2% van de korf. Vanaf januari 2019 wordt het aantal prijsopnames via webscraping aanzienlijk verhoogd, door de introductie van deze techniek voor volgende segmenten:

  • schoeisel (reeds bestaande productgroep met oorspronkelijk 10 getuigen)
  • weekends aan zee en in de Ardennen (reeds bestaande getuige)
  • hotelkamers (steden) (reeds bestaande getuige).

Bovendien worden vanaf januari 2019 ook 2 van nieuwe segmenten via webscraping gevolgd worden, namelijk:

  • huur van een studentenkamer
  • tweedehandswagens.

Door die uitbreiding zal in 2019 het gewichtsaandeel van gevolgde productgroepen via webscraping 4,1% bedragen.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de productgroepen die via scannerdata of webscraping gevolgd worden, samen met hun bijhorend gewicht in de indexkorf.

CIOCOP Big data in de CPI 2018 (‰) 2019 (‰)
01 Voeding en niet-alcoholische dranken 169,39 167,33
02 Alcoholische dranken en tabak 23,10 23,42
05.5.2.2 Kleine toebehoren voor het huis en de tuin 3,04 2,79
05.6.1 Niet-duurzame huishoudartikelen 8,26 8,10
09.3.4.2 Artikelen voor huisdieren 7,21 6,97
09.5.4.1 Papierartikelen 1,03 0,98
09.5.4.9 Materiaal om te schrijven en te tekenen 1,70 1,70
12.1.3 Andere apparaten, artikelen en producten voor lichaamsverzorging 14,31 13,70
Totaal scannerdata 228,03 224,99
07.3.1.1.11 Treinreis naar buitenland 0,49 0,51
09.1.4.1.01 Bluray disc 0,52 0,49
09.1.4.1.02 DVD (muziek of film) 0,52 0,49
09.3.1.1.02 Videospel voor console 0,39 0,35
09.6.0.1.01 Weekend in de Ardennen   1,67
09.6.0.1.02 Weekend aan zee  
11.2.0.1.01 Hotelkamer   6,72
07.1.1.2 Tweedehandswagens   17,24
04.1.2.1.01 Huur van een studentenkamer   3,25
03.2.1.1 Herenschoenen   2,78
03.2.1.2 Damesschoenen   5,05
03.2.1.3 Kinder- en babyschoenen   2,69
Totaal webscraping 1,93 41,24
Totaal big data 229,96 266,23

Hoe gebeurt de berekening van de indexen op basis van webscraping in de praktijk ?

Schoenen

Voor schoenen worden de websites van de grootste schoenenwinkels in België gescrapet. Het gaat om bedrijven met zowel fysieke winkels als een onlinewinkel. Meerdere keren per week is er een bulk webscraping. Dat wil zeggen dat alle producten op de website worden gescrapet en dat er geen productselectie (of beperking) gebeurt op voorhand. Data cleaning en –selectie gebeuren tijdens de analysefase.

Per retailer wordt eerst een stratificatie gemaakt voor heren-, dames- en kinderschoenen, waarna elk segment verder wordt opgesplitst in schoentype. Dat gebeurt met behulp van de classificatie die voorzien is op de website van de retailers, aangezien het aanbod kan verschillen van site tot site. Een eenvoudige Jevons-index wordt berekend op dit laagste niveau over alle items. Bij een Jevons index worden de relatieve prijzen (die de prijsverhouding voor dezelfde items weergeven tussen twee maanden) binnen een consumptiesegment geaggregeerd via een meetkundig gemiddelde.

Per retailer bekomt men op die manier een index voor heren-, dames- en kinderschoenen, waaruit een globale index voor elke van deze drie categorieën berekend wordt aan de hand van de omzet van de respectievelijke retailketens. Voor de gewichten, die een maat voor de omzet zijn, worden voor de verschillende ketens de jaarrekeningen of de BTW-aangiften gebruikt.

Hotels

Bij de klassieke methode van manuele prijsopzoekingen, die tot eind 2018 gebruikt werd, werden éénmaal per maand prijzen genoteerd voor een weekendverblijf van twee nachten in een tweepersoonskamer. Het betrof de prijzen bekomen bij virtuele boekingen vier weken voor aankomst. De selectie was een steekproef voor de kust, de Ardennen en een aantal steden. Er werd een prijs per hotel berekend.

Bij de webscraping-methode die vanaf januari 2019 wordt gebruikt, worden daarentegen dagelijks de prijzen voor boekingen die 4 en 8 weken voor aankomst gebeuren, genoteerd. Het betreft telkens een weekendverblijf van twee nachten in een tweepersoonskamer. Er is een stratificatie naar streek, bestemming, boekingstijdstip en comfortniveau (aantal sterren). Er wordt een prijs per stratum berekend. De resulterende indices worden vervolgens geaggregeerd tot een index “Weekend aan zee of in de Ardennen” en een index “Hotelkamers” die vanaf januari 2019 de overeenkomstige getuigen vervangen.

Studentenkamers

De huur van een studentenkamer was nog niet opgenomen in de index. Het gaat om een aparte COICOP-groep, waarvan het gewicht, bij gebrek aan een getuige, toegevoegd werd aan de groep 04.1.1.0 Huur van een hoofdverblijfplaats. Vanaf 2019 wordt deze nieuwe getuige in de indexkorf opgenomen onder COICOP groep 04.1.2.1. Huur van een tweede verblijfplaats.

De bevraging van de huurprijzen van studentenkamers is via een klassieke enquête in de praktijk zeer moeilijk uit te voeren en kostenintensief, gezien de korte huurtermijnen en de te verwachten lage responsgraad. Daarom worden voor deze nieuwe getuige huurprijzen ingezameld via webscraping. De gescrapete prijzen van diverse websites betreffen de universiteitssteden Antwerpen, Gent, Leuven, Hasselt, Brussel, Louvain-la-Neuve, Bergen, Namen en Luik. De ingezamelde data worden gecleaned, gegeocodeerd en gestratificeerd volgens homogene segmenten per stad, via karakteristieken zoals oppervlakte en type studentenkamer (kot of studio). De berekening gebeurt apart voor elk van de 9 steden: per stratum wordt een Jevons index berekend (meetkundig gemiddelde van de prijzen van een stratum in jaar J ten opzichte van het meetkundig gemiddelde van de prijzen van datzelfde stratum in jaar J-1). De resulterende indices worden geaggregeerd tot een index per stad, waarbij het gewicht van elk stratum de som is van de prijzen van het voorgaande jaar binnen dat stratum. Tenslotte gebeurt de aggregatie van de indices van de 9 steden tot één index voor de studentenkamers op basis van de studentenaantallen in de 9 universiteitssteden. De indexberekening vindt één keer per jaar plaats en wordt verwerkt in de consumptieprijsindex van oktober.

Tweedehandswagens

De aankoop van tweedehandswagens was tot nu toe niet opgenomen in de index. Het gewicht van deze uitgave werd bijgevolg toegevoegd aan de groep 07.1.1.1 Nieuwe personenwagens. Vanaf 2019 wordt deze nieuwe getuige met zijn bijhorend gewicht opgenomen onder COICOP-groep 07.1.1.2 Tweedehandswagens. De gegevensinzameling gebeurt via webscraping. Hierbij worden de populairste websites met een aanbod van tweedehandswagens gescrapet. De steekproef is gebaseerd op een databank van de FOD Mobiliteit en Vervoer (DIV) en bevat de populairste merken en types van tweedehandswagens.

Gezien het aanbod van tweedehandswagens per model verschilt van periode tot periode, dienen niet alleen de prijzen gescrapet te worden voor de merken / modellen, maar ook de karakteristieken, zodat de depreciatie op een correcte manier kan verwerkt worden in de index. Voor dit segment moet in de indexberekening immers gecorrigeerd worden voor het systematisch verschil in aanbod van de tweedehandswagens tussen twee beschouwde periodes. De leeftijd, het aantal kilometer, type van brandstof, … is voor een bepaald type van wagen telkens anders. Naast merk, model en prijs worden al deze karakteristieken gescrapet, van de aangeboden voertuigen voor een welbepaalde steekproef van tweedehandswagens.

Met deze karakteristieken kan dan een zogenaamde hedonische regressie toegepast worden om een indexberekening uit te voeren. Bij een hedonische regressie wordt verondersteld dat de prijs van een product uitgedrukt kan worden als een functie van haar karakteristieken. Aangezien er geen markt is voor karakteristieken, laat staan dat een karakteristiek apart verkocht wordt, kunnen deze niet apart geobserveerd worden. Impliciet draagt een kenmerk uiteraard bij tot de prijs van een goed via de wet van vraag en aanbod. Deze impliciete bijdragen kunnen geraamd worden via regressietechnieken. Hierbij wordt een raming gemaakt van wat de prijs zou zijn van een nieuw model in de basisperiode of van een verdwenen model in de huidige periode.

Wat is de rol van de Indexcommissie en de Minister van Economie hierbij?

De Indexcommissie is een paritair samengestelde commissie, bestaande uit een voorzitter en 21 leden die de academische wereld en de werknemers- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigen. De commissie wordt ondersteund door statistici van Statbel. Deze commissie geeft aan de Minister van Economie advies over alle vraagstukken rond de consumptieprijsindex en geeft ook maandelijks advies over het door Statbel berekende indexcijfer.

De Indexcommissie heeft over deze actualisering op 21 december 2018 een unaniem advies afgeleverd aan de Minister van Economie. De minister besliste dan ook om de door de Indexcommissie voorgestelde werkwijze voor de samenstelling en de berekening van de index in 2019 goed te keuren. De administratie berekent vervolgens de index vanaf januari 2019 volgens de nieuw vastgelegde modaliteiten.