Inflatie daalt voor de derde maand op rij en bedraagt 0,57%

Consumptieprijzen
Inflatie daalt voor de derde maand op rij  en bedraagt 0,57%

Consumptieprijsindex van april 2020

  • De inflatie daalt van 0,62% naar 0,57% in april.
  • De consumptieprijsindex blijft ongewijzigd tegenover vorige maand.
  • De inflatie van de gezondheidsindex stijgt van 0,84% naar 1,14%.
  • De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in april 107,74 punten.
  • Dit persbericht omvat bijkomende duiding over de inflatie en prijsbewegingen voor een aantal courant aangekochte producten (voeding, niet-alcoholische dranken, onderhoudsproducten, dierenvoeding en lichaamsverzorgingsproducten).
  • In april waren er vooral prijsstijgingen voor groenten, vlees, alcoholische dranken, fruit, reinigings- en onderhoudsproducten, vis en zeevruchten en huur. Motorbrandstoffen, elektriciteit, aardgas, huisbrandolie, telecommunicatie packs en mobiele telefonie hadden daarentegen een verlagend effect op het indexcijfer.
  • Voor vliegtuigtickets en hotelkamers is er een indexverhogend effect omwille van het doortrekken van de prijzen met seizoenscorrectie van vorig jaar om de globale inflatie zo min mogelijk te vertekenen. Voor buitenlandse reizen is er een indexverlagend effect omwille van dezelfde reden.
  • De huidige maatregelen rond COVID-19 hebben een impact op de berekening van het indexcijfer. Voor sectoren waar fysieke winkels momenteel gesloten zijn worden gegevens online ingezameld als er geen andere databron is. Voor volledig gesloten sectoren (restaurants, kappers, reizen, …) worden de prijzen doorgetrokken, al dan niet met een seizoenscorrectie. Deze methodes zijn in overeenstemming met de methodologische aanbevelingen die Eurostat in samenspraak met de Nationale Statistische Instellingen (in België dus Statbel) heeft opgesteld. Meer informatie kan hier teruggevonden worden.

De consumptieprijsindex van de maand april 2020 bedraagt 109,53 punten, en blijft dus ongewijzigd ten opzichte van vorige maand. De inflatie daalt van 0,62% naar 0,57%. De gezondheidsindex stijgt met 0,26 punt en bedraagt 110,22 punten. De inflatie die berekend wordt op basis van de gezondheidsindex, stijgt van 0,84% naar 1,14%. Er waren vooral prijsstijgingen voor groenten, vlees, alcoholische dranken, fruit, reinigings- en onderhoudsproducten, vis en zeevruchten en huur. Motorbrandstoffen, elektriciteit, aardgas, vloeibare brandstoffen, telecommunicatie packs en mobiele telefonie hadden daarentegen een verlagend effect op het indexcijfer.

CPI_1graph202004_nl

 

In april 2020 is de consumptieprijsindex met 0,57% gestegen en hij bedraagt nu 109,53 punten stabiel tegenover maart 2020 (2013=100).

De gezondheidsindex stijgt in april met 0,26 punt en bedraagt 110,22 punten tegenover 109,96 punten in maart. De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in april 107,74 punten. De spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 109,34 punten, werd deze maand niet bereikt. De vorige spilindexoverschrijding vond in februari 2020 plaats. Dit betekent dat de sociale uitkeringen en de pensioenen in maart met 2% werden geïndexeerd. De wedden in de openbare sector werden in april met 2% geïndexeerd.

De producten met het grootste verhogend effect in april waren groenten, vlees, alcoholische dranken, fruit, reinigings- en onderhoudsproducten, vis en zeevruchten en huur. Motorbrandstoffen, elektriciteit, aardgas, vloeibare brandstoffen, telecommunicatie packs en mobiele telefonie hadden het grootste verlagend effect ten opzichte van de voorgaande maand. De belangrijkste bewegingen die deze maand vastgesteld werden, zijn:

 

Stijgend: Invloed: Dalend: Invloed:
Groenten +0,130 punt Motorbrandstoffen -0,320 punt
Vliegtuigtickets (*) +0,085 punt Elektriciteit -0,100 punt
Vlees +0,080 punt Aardgas -0,065 punt
Hotelkamers (*) +0,065 punt Buitenlandse reizen (*) -0,055 punt
Alcoholische dranken +0,060 punt Vloeibare brandstoffen -0,030 punt
Fruit +0,055 punt Telecommunicatie packs -0,025 punt
Reinigings- en onderhoudsproducten +0,040 punt Mobiele telefonie -0,025 punt
Vis en zeevruchten +0,030 punt    
Huur +0,025 punt    

(*) gevolg van het doortrekken van prijzen met seizoenscorrectie

In april zijn de prijzen voor groenten gemiddeld met 5,9% gestegen ten opzichte van vorige maand. Vlees werd deze maand gemiddeld 2,0% duurder. De prijzen voor alcoholische dranken zijn gemiddeld 3,1% gestegen. De fruitprijzen stegen gemiddeld met 3,0%. Reinigings- en onderhoudsproducten zijn gemiddeld 6,5% duurder dan vorige maand. Vis en zeevruchten zijn met 2,4% gestegen in prijs. Voor onder andere voeding wordt er meer duiding gegeven verder in dit persbericht. De huur steeg deze maand met 0,3%.

Motorbrandstoffen werden deze maand gemiddeld 9,2% goedkoper in vergelijking met vorige maand. Elektriciteit, aardgas en vloeibare brandstoffen daalden respectievelijk met 2,9%, 4,4% en 2,6% in prijs ten opzichte van vorige maand. De prijzen van telecommunicatie packs en mobiele telefonie daalden deze maand met 0,9% en 4,4% een gevolg van tijdelijke tegemoetkomingen (b.v. meer data. meer belminuten. …).

De inflatie bedraagt nu 0,57%, tegenover 0,62% in maart en 1,10% in februari. De inflatie op basis van de gezondheidsindex bedraagt deze maand 1,14%, tegenover 0,84% in maart en 1,00% in februari. De inflatie zonder energieproducten stijgt in april tot 2,02% tegenover 1,73% in maart en 1,79% in februari. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt in april 1,58% tegenover 1,55% in maart en 1,71% in februari.

Voor voeding (incl. alcoholische dranken) bedraagt de inflatie nu 4,06% tegenover 2,46% vorige maand en 1,87% in februari. Vers fruit kost 11,8% meer dan in april 2019. Verse groenten zijn 7,0% duurder dan een jaar geleden. Vis en zeevruchten zijn 3,8% duurder dan in april 2019. Vlees is 5,0% duurder dan in april 2019. Alcoholvrije dranken zijn gemiddeld 3,3% duurder dan in april vorig jaar. Alcoholische dranken kosten 4,8% meer dan een jaar geleden. De prijs van tabak steeg met 2,7% ten opzichte van april 2019.

De inflatie voor energie bedraagt nu -2,07% tegenover -3,37% vorige maand en -2,04% in februari. Elektriciteit is nu 7,6% goedkoper dan een jaar geleden. Aardgas is 16,2% goedkoper op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is, afgevlakt over 12 maanden, met 7,6% gedaald in één jaar tijd. Motorbrandstoffen kosten 17,8% minder dan een jaar geleden. De inflatie voor de diensten daalt van 1,54% naar 1,20%. De inflatie voor de huur bedroeg 2,52% in maart en ze is gestegen tot 2,83% in april.

Enkele producten en diensten die ten opzichte van april vorig jaar sterk in prijs stegen, zijn:

Stijgend: Inflatie
Postverzending 13,8%
Vers fruit 11,8%
Varkensvlees 8,8%
Juwelen 7,7%
Educatieve boeken 7,5%
Verse groenten, uitgezonderd aardappelen 7,0%
Roomijs en sorbets 6,9%
Lichte bieren 6,8%
Verse zeevruchten 6,7%
Andere medische producten n.e.g 6,6%
Wijn op basis van ander fruit (cider) 6,6%

De producten en diensten die ten opzichte van april vorig jaar sterk in prijs daalden, zijn:

Andere brandstoffen (LPG) Inflatie
Benzine -19,8%
Diesel -16,4%
Aardgas -16,2%
Mobiele telefoondiensten -15,9%
Vaste telefoondiensten -13,4%
Huisbrandolie -7,6%
Elektriciteit -7,6%
Videoapparatuur -4,7%
Andere opslagmedia -4,6%

De hoofdgroep die in april de grootste positieve impact[i] heeft op inflatie is voeding en niet-alcoholische dranken met 0,73 procentpunt. De groep vervoer heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -0,56 procentpunt.

CPI_3graph202004_nl

De hoofdgroep met de grootste bijdrage[ii] tot de inflatie is voeding en niet-alcoholische dranken met 0,71 procentpunt. De laagste bijdrage tot de inflatie wordt gerealiseerd door vervoer met -0,37 procentpunt.

CPI_4graph202004_nl

 

 Duiding over de inflatie en prijsbewegingen voor courant aangekochte producten

In de onderstaande tabel wordt de inflatie weergegeven voor een aantal courant aangekochte producten (voeding, niet-alcholische dranken, onderhoudsproducten, dierenvoeding en lichaamsverzorgingsproducten). Gelet op de recente aandacht in de media voor deze productgroepen. Ook wordt de maand-op-maand prijswijziging van april ten opzichte van maart weergegeven.

 
COICOP Benaming Gewicht in korf (op 1000) Inflatie mrt/20 Inflatie apr/20 Prijswijziging apr t.o.v. mrt
1 Voeding en niet-alcoholische dranken 175,50 2,34% 3,97% 1,56%
01.1 Voeding 158,38 2,38% 4,04% 1,68%
01.2 Alcoholvrije dranken 17,12 1,94% 3,32% 0,52%
05.6.1 Niet-duurzame huishoudartikelen 9,06 0,94% 5,02% 4,98%
05.6.1.1 Reinigings- en onderhoudsproducten 5,87 0,76% 6,36% 6,51%
05.6.1.2 Andere kleine niet-duurzame huishoudartikelen 3,19 1,20% 2,55% 2,24%
09.3.4 Artikelen voor huisdieren 7,44 2,16% 3,02% 0,07%
12.1.3 Andere apparaten, artikelen en producten voor lichaamsverzorging 14,66 0,38% 1,46% 0,03%
12.1.3.1 Niet-elektrische apparaten voor lichaamsverzorging 0,76 1,36% 2,45% 4,15%
12.1.3.2 Producten voor lichaamsverzorging & schoonheidsproducten 13,90 0,33% 1,38% 0,26%

 

Voor de algemeen hogere inflatie voor voeding zijn er bepaalde structurele verklaringen voor de toename in inflatie, waardoor de toename niet zomaar kan toegeschreven worden aan een covid-19 effect. We kwamen uit een periode van lage inflatie voor voeding; de inflatie voor 2019 voor voeding was de laagste sinds 2014. Ook andere landen kennen een toename in inflatie voor voeding. Zo tekende Nederland een CPI-inflatie voor voeding op van 3,2% in maart en Duitsland 3,7% in maart. In België was de inflatie voor voeding in maart 2,4%.

De toegenomen inflatie voor voeding in april ten opzichte van maart is voornamelijk te wijten aan een hoge inflatie voor verse groenten en fruit (voornamelijk citrusvruchten, aardbeien en peren) en varkensvlees en afgeleide producten. Voor peren is er bijvoorbeeld een lagere stock (niet gerelateerd aan Covid-19). Voor citrusvruchten is het een combinatie van een gestegen vraag en een lager aanbod door slechte weersomstandigheden in Zuid-Europa en seizoenseffecten. Er dient opgemerkt te worden dat deze inflatie in normale omstandigheden ook al instabiel is omdat er geen vast seizoenspatroon is. Mogelijks kan er hier ook een covid-19 effect zijn dat het aanbod uit Zuid-Europa verder heeft verminderd, maar dit kan niet eenduidig worden vastgesteld. De hoge inflatie voor varkensvlees is voornamelijk te wijten aan de gestegen vraag vanuit China op de Europese markt, dit wegens de Afrikaanse varkenspest. Dit is ook een fenomeen dat een impact heeft in andere landen; die tekenen ook hoge inflatiecijfers op voor dezelfde productgroepen. Zo bedroeg de inflatie voor varkensvlees in maart in Nederland 19,5% tegenover 10,0% in België. Voor chips is er sinds ongeveer één jaar een hogere inflatie omwille van een stijging van de aardappelprijzen. Voor verse zeevruchten is de toename in inflatie voornamelijk te wijten aan de garnalen, waarbij de groothandelsprijzen sinds eind vorig jaar stegen en ze nu verrekend worden in de consumptieprijzen. Het partiële verbod op kortingen weegt minder hard door op de globale inflatie voor voeding omdat dit maar betrekking heeft op een subset van productgroepen (pizza’s, koekjes, conserven, …) waarbij traditioneel vrij vaak volumekortingen gegeven worden. Ook spelen tijdelijke fenomenen een rol zoals bijvoorbeeld de hogere inflatie voor schaaps- en lamsvlees. Dit laatste is een jaarlijks fenomeen rond Pasen, waarbij dient opgemerkt te worden dat de inflatie dit jaar lager (± 7%) ligt dan vorig jaar (± 10%).

Voor onderhoudsproducten kan de toename in inflatie (6,36%) deels verklaard worden door de periode van lage inflatie vorig jaar (de gemiddelde inflatie was zelfs negatief voor 2019) en deels door het lagere aanbod van (volume)kortingen. Voor deze producten waren er net voor de lock-down en het verbod op kortingsacties in grootwarenhuizen vanaf 18 maart een reeks (volume)kortingen lopende. Gelet op het specifieke karakter van deze producten (lange houdbaarheid) waren deze producten onderhevig aan hamstergedrag. Na het gedeeltelijk opheffen van het promotieverbod vanaf 3 april 2020 zien we voor deze producten een langzame re-introductie van kortingen. Ook op een aantal andere productgroepen heeft het verbod op kortingen een impact gehad, zoals de alcoholvrije dranken, maar minder uitgesproken dan bij onderhoudsproducten.

Ondertussen is er sprake om het verbod op kortingen volledig op te heffen. Moest dit het geval zijn, zal er uiteraard enige tijd nodig zijn vooraleer nieuwe kortingsacties kunnen worden opgezet.

Overzicht inflatie CPI en gezondheidsindex

CPI_2graph202004_nl

2013 = 100 Januari Februari Maart April
Consumptieprijsindex 109,69 109,71 109,53 109,53
Inflatie 1,41% 1,10% 0,62% 0,57%
Gezondheidsindex 109,72 109,87 109,96 110,22
Afgevlakte gezondheidsindex* 107,04 107,25 107,49 107,74
* bepaald in de wet van 23.04.2015 tot verbetering van de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 27.04.2015)

De eerste inflatieraming volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP flash estimate) voor België bedraagt 0,0% voor april. Het verschil tussen de HICP en het nationale indexcijfer van de consumptieprijzen (CPI) is grotendeels te wijten aan conceptuele verschillen op het vlak van de bron van de gewichten, de referentiepopulatie, het uitgavenconcept, de seizoenscorrectie en de afvlakking.


[i] Een impact op de inflatie toont de wijziging op inflatie door het opnemen van die productgroep in de berekening van de CPI. De impact neemt niet alleen het gewicht van de productgroep in rekening, maar ook of de inflatie van de productgroep hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale CPI).

[ii] De bijdrage tot de inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.