- De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in november 2,9% ten opzichte van 3,2% in oktober. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in november 1,6%, dat is al sinds juli het geval.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand november bedroeg 2,8% net zoals voor oktober. Het verschil in inflatie tussen de HICP en CPI is grotendeels te wijten aan het grotere gewicht van energiedragers in de HICP en het niet gebruiken van een voortschrijdend gemiddelde voor huisbrandolie in de HICP.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn motorbrandstoffen, huisbrandolie, elektriciteit, gas en tabak.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, kleding, vlees, en culturele diensten.
- De geharmoniseerde consumptieprijsindex van november voor de EU-landen wordt op 17 december gepubliceerd door Eurostat.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in november 2,9% ten opzichte van 3,2% in oktober. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in november 2,7% ten opzichte van 3,1% in oktober. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in november gemeten voor “huisvesting, water en energie” (6,6%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “kleding en schoeisel” (0,5%).
De hoofdgroep die in november de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “Huisvesting, water en energie” met 0,7 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door de groepen “voeding en alcoholvrije dranken”, “stoffering en huishoudelijke apparaten” en “recreatie en cultuur” allen met -0,2 procentpunt.
Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen
Productgroep | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | Impact op inflatie (%-punt) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HICP | HICP-CT | ||||||||
sep/18 | okt/18 | nov/18 | nov/18 | sep/18 | okt/18 | nov/18 | |||
0 | Totaal bestedingen | 1.000,0 | 2,8 | 3,2 | 2,9 | 2,7 | |||
1 | Voeding en alcoholvrije dranken | 164,1 | 2,6 | 2,6 | 1,8 | 1,7 | -0,1 | -0,1 | -0,2 |
2 | Alcoholhoudende dranken en tabak | 48,8 | 5,0 | 4,9 | 4,8 | 1,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
3 | Kleding en schoeisel | 54,3 | 0,5 | 0,6 | 0,5 | 0,5 | -0,1 | -0,2 | -0,1 |
4 | Huisvesting, water en energie | 165,9 | 5,3 | 7,4 | 6,6 | 7,6 | 0,5 | 0,8 | 0,7 |
5 | Stoffering en huishoudelijke apparaten | 74,8 | 0,8 | 1,1 | 0,9 | 0,9 | -0,2 | -0,2 | -0,2 |
6 | Gezondheid | 77,2 | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1,5 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
7 | Vervoer | 122,2 | 5,7 | 6,2 | 4,7 | 3,7 | 0,4 | 0,4 | 0,3 |
8 | Communicatie | 32,0 | 1,0 | 0,9 | 1,1 | 1,1 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
9 | Recreatie en cultuur | 90,7 | 1,0 | 0,6 | 1,2 | 1,2 | -0,2 | -0,3 | -0,2 |
10 | Onderwijs | 5,1 | 1,7 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
11 | Hotels, cafés en restaurants | 79,6 | 1,7 | 1,7 | 2,4 | 2,4 | -0,1 | -0,1 | 0,0 |
12 | Diverse goederen en diensten | 85,3 | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1,6 | -0,1 | -0,2 | -0,1 |
Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
- Voor de energiedragers daalt de inflatie. Ze bedraagt in november 13,9% ten opzichte van 17,2% in oktober. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 0,3%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 8,7%.
- De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in november 2,9% ten opzichte van 3,4% in oktober en 3,0% in september. Ten opzichte van oktober stegen de prijzen gemiddeld met 0,2%.
- De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in november 1,8% ten opzichte van 2,4% in oktober en 3,2% in september. Ten opzichte van oktober daalden de prijzen gemiddeld met 0,7%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 1,4%.
- De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in november 1,0%, ze blijft hiermee stabiel ten opzichte van oktober en september. Ten opzichte van oktober stegen de prijzen gemiddeld met 0,1%.
- Voor de diensten bedraagt de inflatie in november 1,7%, ze stijgt hiermee ten opzichte van de 1,5% inflatie in oktober. Ten opzichte van oktober daalden de prijzen gemiddeld met 0,3%.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in november 1,6%, hiermee is ze identiek aan deze in oktober, september, augustus en juli. Ook de gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 1,6%. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld met 0,1%.
Inflatie volgens specifieke aggregaten
Specifieke aggregaten | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | 12 maandelijks gemiddelde (%) | Maandelijkse wijziging | ||
---|---|---|---|---|---|---|
sep/18 | okt/18 | nov/18 | nov/18 | nov/18 | ||
Totaal bestedingen | 1.000,0 | 2,8 | 3,2 | 2,9 | 2,3 | -0,2 |
Energiedragers | 99,5 | 13,3 | 17,2 | 13,9 | 8,7 | -0,3 |
Bewerkte levensmiddelen | 134,6 | 3,0 | 3,4 | 2,9 | 3,4 | 0,2 |
Niet-bewerkte levensmiddelen | 78,3 | 3,2 | 2,4 | 1,8 | 1,4 | -0,7 |
Niet-energetische industriële goederen | 272,2 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 0,9 | 0,1 |
Diensten | 415,4 | 1,5 | 1,5 | 1,7 | 1,6 | -0,3 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) | 822,2 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | -0,1 |
Impact van subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door motorbrandstoffen met een impact van 0,33 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,30 procentpunt. Elektriciteit heeft een impact van 0,26 procentpunt. Gas heeft een impact van 0,25 procentpunt. Tabak heeft tot slot een impact van 0,12 procentpunt.
Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2018 | nov/18 | ||
07.2.2 | Motorbrandstoffen | 33,4 | 0,33 |
04.5.3 | Huisbrandolie | 16,5 | 0,30 |
04.5.1 | Elektriciteit | 32,4 | 0,26 |
04.5.2 | Gas | 16,3 | 0,25 |
02.2.0 | Tabak | 29,3 | 0,12 |
De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor woninghuur met een impact van -0,13 procentpunt. Kleding en vlees hebben een impact van -0,11 procentpunt. Culturele diensten tot slot hebben een impact van -0,09 procentpunt.
Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie
Sub-index | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2018 | nov/18 | ||
04.1.0 | Woninghuur | 62,3 | -0,13 |
03.1.2 | Kleding | 42,4 | -0,11 |
01.1.2 | Vlees | 41,9 | -0,11 |
09.4.2 | Culturele diensten | 15,3 | -0,09 |
Vergelijking van België met de buurlanden
Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand oktober.
In oktober bedroeg de inflatie in België 3,2%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de 2,8% in september. Nederland tekende een inflatie van 1,9% in oktober; ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,6% in september. In Frankrijk bedroeg de inflatie in oktober 2,5%, ze bleef daarmee stabiel ten opzichte van september. In Duitsland bedroeg de inflatie in oktober 2,4%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 2,2% inflatie in september.
De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in oktober 3,1%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 2,7% in september. In Duitsland bedroeg deze inflatie 2,4%, identiek aan de gewone HICP inflatie. In Frankrijk bleef deze inflatie in oktober stabiel ten opzichte van september en bedroeg ze 1,8%. In Nederland bedroeg deze inflatie in oktober 1,4%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,1% in september.