Geharmoniseerde consumptieprijsindex - juli 2021

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - juli 2021
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juli 1,4% ten opzichte van 2,6% in juni. De sterke terugval van de HICP-inflatie wordt veroorzaakt door de verschuiving van de solden vorig jaar van juli naar augustus.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli -0,5% ten opzichte van 1,2% in juni.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juli bedraagt 2,3% ten opzichte van 1,6% in juni.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn gas, elektriciteit, huisbrandolie, motorbrandstoffen, tabak, restaurants en cafés en aankoop van personenwagens.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn kleding, accommodatie, schoeisel, fruit, huishoudelijke apparaten, groenten en audio- en videoapparatuur.
  • Eurostat zal op 18 augustus de geharmoniseerde consumptieprijsindex van juli voor de EU-landen publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg in juli 1,4% tegenover 2,6% in juni. De sterke terugval van de HICP-inflatie wordt veroorzaakt door de verschuiving van de solden vorig jaar van juli naar augustus. Bij de bepaling van het inflatiecijfer wordt juli 2021 (een koopjesmaand) vergeleken met juli 2020 (een maand zonder koopjes). De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 1,1% in juli tegenover 2,7% in juni. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op tabak en de tijdelijke btw-verlaging in de horeca. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

Grafiek_1

Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in juli gemeten voor “huisvesting, water en energie” (10,7%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “kleding en schoeisel” (-21,6%).

De hoofdgroep die in juli de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 1,8 procentpunt. De groep “kleding en schoeisel” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -1,3 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
mei/21 jun/21 jul/21 jul/21 mei/21 jun/21 jul/21
0 Totaal bestedingen 1.000,0 2,5 2,6 1,4 1,1      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 180,8 -1,5 -1,2 -1,1 -1,1 -0,8 -0,8 -0,5
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 53,6 5,6 5,8 6,2 -0,4 0,2 0,2 0,3
3 Kleding en schoeisel 52,3 0,5 0,4 -21,6 -21,6 -0,1 -0,1 -1,3
4 Huisvesting, water en energie 172,0 7,9 8,6 10,7 10,7 1,0 1,2 1,8
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 82,3 0,3 0,4 -1,2 -1,2 -0,2 -0,2 -0,2
6 Gezondheid 78,8 -0,4 -0,4 0,5 0,5 -0,3 -0,3 -0,1
7 Vervoer 116,0 6,7 5,6 5,1 5,0 0,6 0,4 0,5
8 Communicatie 33,0 1,3 0,3 0,0 0,0 0,0 -0,1 0,0
9 Recreatie en cultuur 81,9 0,7 0,4 -0,4 -0,4 -0,2 -0,2 -0,2
10 Onderwijs 5,3 0,6 0,6 0,6 0,6 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 60,7 2,0 2,7 1,2 2,7 0,0 0,0 -0,1
12 Diverse goederen en diensten 83,3 1,3 1,4 1,2 1,2 -0,1 -0,1 0,0

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gestegen ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in juli 22,1% ten opzichte van 18,8% in juni en 19,8% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 4,5%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 2,1% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen is gestegen ten opzichte van de vorige maand. Ze bedroeg in juli 1,6% ten opzichte van 1,4% in juni.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) daalt licht. Ze bedraagt in juli -3,6% ten opzichte van -3,5% in juni en -3,3% in mei. Ten opzichte van juni daalden de prijzen gemiddeld met 1,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 0,7% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in juli -4,3% ten opzichte van 0,4% in juni en mei. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 4,8% als gevolg van de solden.
  • Voor diensten (inclusief huur) bedroeg de inflatie in juli 1,0%. Dit is een daling ten opzichte van juni en mei, waar de inflatie voor beide maanden 1,6% bedroeg. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,8%.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli -0,5%, dit is een daling ten opzichte van de 1,2% in juni. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 0,9%. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat met 1,1%, voornamelijk als gevolg van de zomersolden.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
mei/21 jun/21 jul/21 jul/21 jul/21
Totaal bestedingen 1.000,0 2,5 2,6 1,4 1,0 -0,5
Energiedragers 95,6 19,8 18,8 22,1 2,1 4,5
Bewerkte levensmiddelen 187,2 1,0 1,4 1,6 1,6 0,6
Niet-bewerkte levensmiddelen 47,2 -3,3 -3,5 -3,6 0,7 -1,2
Niet-energetische industriële goederen 276,9 0,4 0,4 -4,3 -0,4 -4,8
Diensten 393,0 1,6 1,6 1,0 1,5 0,8
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 857,2 1,1 1,2 -0,5 0,9 -1,1

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door gas met een impact van 0,56 procentpunt. Elektriciteit heeft een positieve impact van 0,49 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,46 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een positieve impact van 0,43 procentpunt. Tabak heeft een positieve impact van 0,30 procentpunt. Verder hebben restaurants en cafés en aankoop van personenwagens een impact van respectievelijk 0,12 en 0,08 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2021 jul/21
04.5.2 Gas 17,09 0,56
04.5.1 Elektriciteit 35,79 0,49
04.5.3 Huisbrandolie 12,15 0,46
07.2.2 Motorbrandstoffen 29,59 0,43
02.2.0 Tabak 34,99 0,30
11.1.1 Restaurants en cafés 52,9 0,12
07.1.1 Aankoop van personenwagens 36,8 0,08

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor kleding, met een impact van -1,05 procentpunt. Accommodatie heeft een impact van -0,20 procentpunt. Schoeisel heeft een negatieve impact van -0,17 procentpunt. Fruit heeft een negatieve impact van -0,13 procentpunt. Huishoudelijke apparaten hebben een negatieve impact van -0,09 procentpunt. Tot slot hebben groenten en audio- en videoapparatuur een negatieve impact van respectievelijk -0.08 en -0,07 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2021 jun/21
03.1.2 Kleding 40,16 -1,05
11.2.0 Accommodatie 5,33 -0,20
03.2.0 Schoeisel 8,3 -0,17
01.1.6 Fruit 12,48 -0,13
05.3.1 Huishoudelijke apparaten 11,14 -0,09
01.1.7 Groenten 17,54 -0,08
09.1.1 Audio- en videoapparatuur 5,19 -0,07

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van juli. Deze inflatie bedroeg in juli in België 1,4%. Ze daalt daarmee ten opzichte van de 2,6% in juni. Nederland tekende ook een inflatie op van 1,4% in juli. Dit is een daling ten opzichte van de 1,7% in juni. In Frankrijk bedroeg de inflatie in juli 1,6% ten opzichte van 1,9% inflatie in juni. In juli bedroeg de inflatie in Duitsland 3,1%, een stijging ten opzichte van 2,1% in juni.

Grafiek_2

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor juli nog niet publiceerde, is juni de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in juni 2,7%, ze steeg daarmee licht ten opzichte van de 2,6% in mei. In juni bedroeg deze inflatie in Duitsland 2,2%, een daling ten opzichte van de 2,6% in mei. In Frankrijk steeg de inflatie licht tot 1,7% ten opzichte van 1,6% in mei. In Nederland daalde de inflatie in juni naar 1,6%, in mei bedroeg de inflatie nog 1,8%.

Grafiek_3


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden worden in de CPI gespreid over telkens 6 maanden, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).