Geharmoniseerde consumptieprijsindex – juli 2020

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex – juli 2020
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juli 1,7% ten opzichte van 0,2% in juni. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli 2,9%.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juli bedraagt 0,7% ten opzichte van 0,6% in juni.
  • De sterke stijging van de inflatie is te wijten aan het verschuiven van de zomersolden van juli naar augustus. In augustus wordt bijgevolg verwacht dat de inflatie sterk zal dalen. In de CPI worden de solden volgens een andere methodologie verwerkt, vandaar de stabielere inflatie in juli [1].
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn kleding, schoeisel, fruit en groenten.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn huisbrandolie, motorbrandstoffen, gas, elektriciteit en farmaceutische producten.
  • De huidige maatregelen met betrekking tot COVID-19 hebben vrijwel geen impact op de berekening van de index. Hier vindt u meer informatie.
  • Eurostat zal op 19 augustus de geharmoniseerde consumptieprijsindex van juli voor de EU-landen publiceren.

 

hicp2020 -7a_nl

 

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[2] bedraagt in juli 1,7% tegenover 0,2% in juni. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[3] bedraagt 2,1% in juli tegenover 0,2% in juni.

Inflatie en impact op de inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in juli gemeten voor “kleding en schoeisel” (25,6%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “huisvesting, water en energie” (-3,8%).

De hoofdgroep die in juli de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “kleding en schoeisel” met 1,1 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door “huisvesting, water en energie” met -1,0 procentpunt.

Inflatie[4] en impact[5] op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op de inflatie (procentpunt)
HICP HICP-CT
mei/20 jun/20 jul/20 jul/20 mei/20 jun/20 jul/20
0 Totaal bestedingen 1.000,0 -0,2 0,2 1,7 2,1      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 165,0 3,6 3,0 3,3 3,3 0,7 0,5 0,3
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 49,7 3,2 1,8 1,8 1,8 0,2 0,1 0,0
3 Kleding en schoenen 53,2 0,2 0,2 25,6 25,6 0,0 0,0 1,1
4 Huisvesting, water en energie 162,8 -5,8 -4,2 -3,8 -3,8 -1,0 -0,8 -1,0
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 74,1 1,4 1,4 2,6 2,6 0,1 0,1 0,1
6 Gezondheid 81,5 0,6 0,6 -0,4 -0,4 0,1 0,0 -0,2
7 Vervoer 123,6 -4,3 -1,8 -1,2 -1,2 -0,6 -0,3 -0,4
8 Communicatie 32,9 -0,7 0,3 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0
9 Cultuur en vrije tijd 87,8 1,7 1,6 2,1 2,1 0,2 0,1 0,0
10 Onderwijs 5,0 1,5 1,5 1,5 1,5 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 80,7 1,4 0,9 2,7 7,5 0,1 0,1 0,1
12 Diverse goederen en diensten 83,7 1,3 1,7 1,5 1,5 0,1 0,1 0,0

 

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is opnieuw gestegen ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in juli
    -11,2% tegenover -13,1% in juni en -18,9% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,7%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt -9,1% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen is licht gestegen ten opzichte van de vorige maand. Ze bedraagt 1,9% in juli ten opzichte van 1,8% in juni en 2,7% in mei.  De prijzen stegen gemiddeld met 0,4%  ten opzichte van juni.
  • De inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) is gestegen. Ze bedraagt 7,3% in juli ten opzichte van 6,3% in juni en 6,4% in mei. Ten opzichte van juni daalden de prijzen gemiddeld met 1,0%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 2,2% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in juli 5,5% ten opzichte van 0,9% in juni en mei. Ten opzichte van juni zijn de prijzen gemiddeld met 0,2% gedaald. De sterke stijging van de inflatie voor deze groep is toe te schrijven aan de uitgestelde solden.
  • Voor diensten (inclusief huur) bedraagt de inflatie 1,7% in juli ten opzichte van 1,5% in juni en 1,6% in mei. Ten opzichte van de vorige maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,3%.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedroeg in juli 2,9%, hiermee stijgt ze ten opzichte van de 1,4% inflatie die gemeten werd in juni. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 1,7%. Ten opzichte van de vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 0,6%.

 

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12-maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
mei/20 jun/20 jul/20 jul/20 jul/20
Totaal bestedingen 1.000,0 -0,2 0,2 1,7 0,6 0,7
Energiedragers 97,4 -18,9 -13,1 -11,2 -9,1 1,7
Bewerkte levensmiddelen 171,5 2,7 1,8 1,9 2,0 0,4
Niet-bewerkte levensmiddelen 43,2 6,4 6,3 7,3 2,2 -1,0
Niet-energetische industriële goederen 267,2 0,9 0,9 5,5 1,3 -0,2
Diensten 420,8 1,6 1,5 1,7 1,8 1,3
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 859,4 1,6 1,4 2,9 1,7 0,6

Impact van de subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door kleding met een impact van 0,88 procentpunt. Schoeisel heeft een positieve impact van 0,14 procentpunt en fruit een impact van 0,12 procentpunt. Tot slot hebben groenten een impact van 0,07 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op de inflatie (procentpunt)
2020 jul/20
03.1.2 Kleding 47,3 0,88
03.2.0 Schoeisel 10,3 0,14
01.1.6 Fruit 10,8 0,12
01.1.7 Groenten 15,2 0,07

De negatieve impact op de inflatie is het grootst voor huisbrandolie met een impact van -0,36 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een negatieve impact van -0,35 procentpunt. Gas en elektriciteit hebben beide een negatieve impact van -0,28 procentpunt. Tot slot hebben farmaceutische producten een negatieve impact van -0,10 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op de inflatie (procentpunt)
2020 jul/20
04.5.3 Huisbrandolie 12,2 -0,36
07.2.2 Motorbrandstoffen 33,7 -0,35
04.5.2 Gas 16,1 -0,28
04.5.1 Elektriciteit 32,4 -0,28
06.1.1 Farmaceutische producten 14,5 -0,1

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP van juli.

In juli bedraagt de inflatie in België 1,7%. Ze stijgt daarmee ten opzichte van de 0,2% in juni. Nederland tekent een inflatie op van 1,6% in juli; ze daalt daarmee licht ten opzichte van de 1,7% in juni. In juli bedraagt de inflatie in Frankrijk 0,9%, een stijging ten opzichte van de 0,2% inflatie in juni. In Duitsland bedraagt de inflatie in juli 0,0%. Ze daalt daarmee ten opzichte van de 0,8% inflatie in juni.

hicp2020 -7b_nl

 

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor juli nog niet publiceerde, is juni de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedraagt in België in juni 0,2%, ze stijgt daarmee ten opzichte van de -0,2% in mei. In Duitsland bedraagt deze inflatie in juni 0,8%, ze stijgt daarmee ten opzichte van de inflatie in mei toen deze 0,5% bedroeg. In Frankrijk bedraagt deze inflatie 0,0% in juni, een daling ten opzichte van de 0,2% inflatie in mei. In Nederland bedraagt deze inflatie in juni 1,6%, ze stijgt daarmee ten opzichte van de 1,1% in mei.

hicp2020 -7c_nl

 


[1] In de HICP worden de solden verwerkt in de maand waarin ze plaatsvinden, aangezien voor de HICP de inflatie belangrijker is dan het indexniveau. Het uitstel van de solden van juli naar augustus geeft voor de HICP dus een sterke opwaartse beweging in inflatie in juli en een sterke neerwaartse beweging in inflatie in augustus. Voor de CPI wordt het soldeneffect daarentegen gespreid over de 12 maanden van het jaar, om geen sterke  indexschommelingen teweeg te brengen. Zonder deze spreiding zou er immers een groot onevenwicht inzake de impact op de indexeringen zijn, louter op basis van de maand waarin de indexering plaatsvindt. In de inflatie van de CPI is bijgevolg het effect van het verplaatsen van de solden niet merkbaar.

[2]Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent de Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen de inflatiegraden van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De uitkomsten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP is privé huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden worden in de CPI gespreid over telkens 6 maanden, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[3]De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, echter worden in deze index de prijzen berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de BTW of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[4] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[5]De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).