Geharmoniseerde consumptieprijsindex - februari 2018

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - februari 2018
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in februari 1,5% ten opzichte van 1,8% in januari.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in februari 1,6% ten opzichte van 1,7% in januari.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn tabak, zuivelproducten en accommodatie.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn groenten, elektriciteit en culturele diensten.
  • De geharmoniseerde consumptieprijsindex van februari voor de EU-landen wordt op 16 maart gepubliceerd door Eurostat.

hicp2018-02a_nl.png

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in februari 1,5% ten opzichte van 1,8% in januari. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in februari 1,4% ten opzichte van 1,7% in januari. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in februari gemeten voor “alcoholhoudende dranken en tabak” (4,8%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groepen “recreatie en cultuur” (-0,4%).

De hoofdgroep die in februari de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “alcoholhoudende dranken en tabak” met 0,2 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door “recreatie en cultuur” met -0,2 procentpunt.

Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
dec
2017
jan
2018
feb
2018
jan
2018
dec
2017
jan
2018
feb
2018
0 Totaal bestedingen 1.000,0 2,1 1,8 1,5 1,4      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 164,1 1,7 2,0 1,4 1,2 -0,1 0,1 0,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 48,8 4,3 4,0 4,8 2,7 0,1 0,1 0,2
3 Kleding en schoeisel 54,3 0,3 0,9 0,3 0,3 -0,1 0,0 -0,1
4 Huisvesting, water en energie 165,9 3,2 1,8 1,3 2,2 0,2 0,0 0,0
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 74,8 0,7 0,8 0,4 0,4 -0,1 -0,1 -0,1
6 Gezondheid 77,2 2,1 2,7 2,3 2,3 0,0 0,1 0,1
7 Vervoer 122,2 2,5 2,0 1,9 1,4 0,1 0,0 0,1
8 Communicatie 32,0 0,7 0,4 0,4 0,4 0,0 -0,1 0,0
9 Recreatie en cultuur 90,7 0,5 -1,2 -0,4 -0,4 -0,2 -0,3 -0,2
10 Onderwijs 5,1 1,7 1,7 1,7 1,7 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 79,6 3,6 3,0 3,0 3,0 0,1 0,1 0,1
12 Diverse goederen en diensten 85,3 1,8 1,6 1,7 1,7 0,0 0,0 0,0

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • Voor de energiedragers daalt de inflatie. Ze bedraagt in februari 1,6% ten opzichte van 2,6% in januari en 5,6% in december. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 0,5%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 7,1%.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in februari 3,5% evenals in januari, in december bedroeg deze 3,2%. Ten opzichte van januari stegen de prijzen gemiddeld met 0,4%.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in februari -0,2% ten opzichte van 0,7% voorgaande maand. Ten opzichte van januari stegen de prijzen gemiddeld met 0,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt -0,3%.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in februari 0,8%, ze daalt hiermee ten opzichte van de 1,3% inflatie voorgaande maand. Ten opzichte van januari stegen de prijzen gemiddeld met 4,9% als gevolg van de solden in januari.
  • Voor de diensten bedraagt de inflatie in februari 1,5%, waarmee deze stabiel blijft ten opzichte van januari. Ten opzichte van januari stegen de prijzen gemiddeld met 0,8%.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in februari 1,6%, hiermee daalt ze licht ten opzichte van de 1,7% inflatie die gemeten werd in januari. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld met 2,1%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
dec/2017 jan/2018 feb/2018 feb/2018 feb/2018
Totaal bestedingen 1.000,0 2,1 1,8 1,5 2,0 1,6
Energiedragers 99,5 5,6 2,6 1,6 7,1 -0,5
Bewerkte levensmiddelen 134,6 3,2 3,5 3,5 2,5 0,4
Niet-bewerkte levensmiddelen 78,3 0,8 0,7 -0,2 -0,3 0,1
Niet-energetische industriële goederen 272,2 0,9 1,3 0,8 0,9 4,9
Diensten 415,4 1,9 1,5 1,5 1,8 0,8
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 822,2 1,8 1,7 1,6 1,6 2,1

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door tabak met een impact van 0,15 procentpunt. Melk, kaas en eieren hebben een impact van 0,10 procentpunt. Accommodatie heeft een impact van 0,07 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Sub-index Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2018 feb/2018
02.2.0 Tabak 29,3 0,15
01.1.4 Melk, kaas en eieren 20,0 0,10
11.2.0 Accommodatie 8,5 0,07

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor groenten met een impact van -0,17 procentpunt. Elektriciteit heeft een impact van -0,09 procentpunt. Culturele diensten hebben tot slot een impact van -0,08 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Sub-index Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2018 feb/2018
01.1.7 Groenten 15,8 -0,17
04.5.1 Elektriciteit 32,4 -0,09
09.4.2 Culturele diensten 15,3 -0,08

Vergelijking van België met de buurlanden

Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand januari.

In januari bedroeg de inflatie in België 1,8%. Ze daalde daarmee ten opzichte van de 2,1% in december. Nederland tekende een inflatie van 1,5% in januari; ze steeg daarmee ten opzichte van de 1,2% in december. In Frankrijk bedroeg de inflatie in januari 1,5%, ze steeg daarmee ook ten opzichte van de 1,2% in december. In Duitsland bedroeg de inflatie in januari 1,4%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 1,6% in december.

hicp2018-02b_nl.png

De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in januari 1,7%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 1,9% in december. In Duitsland daalde deze inflatie ook, ze bedroeg in januari 1,4% ten opzichte van 1,6% in december. In Frankrijk steeg deze inflatie licht naar 1,1% in januari, in december bedroeg ze 1,0%. In Nederland bedroeg deze inflatie in januari 1,3%, ze steeg daarmee licht ten opzichte van de 1,2% in december.

hicp2018-02c_nl.png