Geharmoniseerde consumptieprijsindex - april 2021

Consumptieprijzen
Geharmoniseerde consumptieprijsindex - april 2021
  • De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in april 2,1% ten opzichte van 1,6% in maart.
  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in april 0,9% ten opzichte van 1,0% in maart.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand april bedraagt 1,2% ten opzichte van 0,9% in maart.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn motorbrandstoffen, huisbrandolie, tabak, elektriciteit en gas.  
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn vlees, farmaceutische producten, fruit, niet-duurzame huishoudartikelen, groenten, brood en granen, accommodatie en lichaamsverzorgingsproducten.
  • De huidige maatregelen rond COVID-19 hebben een impact op de berekening van het indexcijfer. Voor sectoren waar fysieke verkooppunten gesloten zijn, worden gegevens online ingezameld als er geen andere databron is. Voor volledig gesloten sectoren (cafés, restaurants, reizen, …) worden de prijzen doorgetrokken, al dan niet met een seizoenscorrectie. Deze methodes zijn in overeenstemming met de methodologische aanbevelingen die Eurostat in samenspraak met de Nationale Statistische Instellingen (in België dus Statbel) heeft opgesteld. Ze hebben als doel de globale inflatie zo weinig mogelijk te vertekenen. Meer informatie kan hier teruggevonden worden.
  • Eurostat zal op 19 mei de geharmoniseerde consumptieprijsindex van april voor de EU-landen publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg in april 2,1% tegenover 1,6% in maart. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 1,8% in april tegenover 1,4% in maart. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op tabak en de btw-normalisering in de horeca. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

 

hicp2021 -04a_nl  

Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in april gemeten voor “huisvesting, water en energie” (6,2%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “voeding en alcoholvrije dranken
(-1,3%).

De hoofdgroep die in april de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie”  met 0,8 procentpunt. De groep “voeding en alcoholvrije dranken heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -0,7 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) Impact op inflatie (%-punt)
HICP HICP-CT
feb/21 mrt/21 apr/21 apr/21 feb/21 mrt/21 apr/21
0 Totaal bestedingen 1.000,0 0,3 1,6 2,1 1,8      
1 Voeding en alcoholvrije dranken 180,8 -0,1 -0,7 -1,3 -1,3 -0,1 -0,5 -0,7
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 53,6 4,2 4,6 5,1 -1,4 0,2 0,2 0,2
3 Kleding en schoeisel 52,3 -9,7 0,2 0,4 0,4 -0,5 -0,1 -0,1
4 Huisvesting, water en energie 172,0 1,8 4,3 6,2 6,2 0,3 0,6 0,8
5 Stoffering en huishoudelijke apparaten 82,3 -0,2 0,3 -0,1 -0,1 0,0 -0,1 -0,2
6 Gezondheid 78,8 -0,2 -0,2 -0,2 -0,2 0,0 -0,2 -0,2
7 Vervoer 116,0 0,7 3,7 5,7 5,7 0,0 0,3 0,5
8 Communicatie 33,0 0,5 0,6 1,9 1,9 0,0 0,0 0,0
9 Recreatie en cultuur 81,9 0,5 0,8 1,2 1,2 0,0 -0,1 -0,1
10 Onderwijs 5,3 0,5 0,6 0,6 0,6 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 60,7 1,4 1,6 1,1 1,2 0,1 0,1 -0,1
12 Diverse goederen en diensten 83,3 1,0 0,7 0,7 0,6 0,1 -0,1 -0,1

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gestegen ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in april
    16,2% ten opzichte van 8,7% in maart en 0,1% in februari. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met -0,5%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt -6,6% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen is gedaald ten opzichte van de vorige maand. Ze bedroeg in april 0,9% ten opzichte van 1,1% in maart.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) daalt. Ze bedraagt in april
    -2,7% ten opzichte van -1,9% in maart en -0,9% in februari. Ten opzichte van maart stegen de prijzen gemiddeld met 1,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 3,2% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in april 0,3%, stabiel ten opzichte van maart. Ten opzichte van maart stegen de prijzen gemiddeld met 0,1%.
  • Voor diensten (inclusief huur) bedroeg de inflatie 1,2% in april tegenover 1,3% in maart en 1,2% in februari. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,3%.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in april 0,9%, dit is een lichte daling ten opzichte van de 1,0% in maart. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 1,2%. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 0,3%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten Gewicht (‰) Inflatie op jaarbasis (%) 12 maandelijks gemiddelde (%) Maandelijkse wijziging
feb/21 mrt/21 apr/21 apr/21 apr/21
Totaal bestedingen 1.000,0 0,3 1,6 2,1 0,6 0,2
Energiedragers 95,6 0,1 8,7 16,2 -6,6 -0,5
Bewerkte levensmiddelen 187,2 1,3 1,1 0,9 1,8 0,5
Niet-bewerkte levensmiddelen 47,2 -0,9 -1,9 -2,7 3,2 1,1
Niet-energetische industriële goederen 276,9 -1,6 0,3 0,3 0,5 0,1
Diensten 393,0 1,2 1,3 1,2 1,5 0,3
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) 857,2 0,3 1,0 0,9 1,2 0,3

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door motorbrandstoffen met een impact van 0,49 procentpunt. Huisbrandolie heeft een positieve impact van 0,38 procentpunt. Tabak heeft een impact van 0,23 procentpunt. Elektriciteit heeft een impact van 0,20 procentpunt. Verder heeft gas een positieve impact van 0,17 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op de inflatie (procentpunt)
2021 apr/21
07.2.2 Motorbrandstoffen 29,6 0,49
04.5.3 Huisbrandolie 12,1 0,38
02.2.0 Tabak 35 0,23
04.5.1 Elektriciteit 35,8 0,20
04.5.2 Gas 17,1 0,17

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor vlees, met een impact van -0,12 procentpunt. Farmaceutische producten hebben een impact van -0,11 procentpunt. Fruit heeft een negatieve impact van -0,10 procentpunt. Niet-duurzame huishoudartikelen hebben een impact van -0,09 procentpunt. Groenten, brood en granen en accommodatie hebben telkens een negatieve impact van -0,08 procentpunt. Lichaamsverzorgingsproducten hebben een impact van -0,07.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex Gewicht (‰) Impact op inflatie (%-punt)
2021 apr/21
01.1.2 Vlees 47,4 -0,12
06.1.1 Farmaceutische producten 15,9 -0,11
01.1.6 Fruit 12,5 -0,10
05.6.1 Niet-duurzame huishoudartikelen 12,5 -0,09
01.1.7 Groenten 17,5 -0,08
01.1.1 Brood en granen 34,6 -0,08
11.2.0 Accommodatie 5,3 -0,08
12.1.3 Lichaamsverzorgingsproducten 13,9 -0,07

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van april.

In april bedroeg de inflatie in België 2,0%. Ze stijgt daarmee ten opzichte van de 1,6% in maart. Nederland tekende een inflatie op van 1,8% in april. Dit is een lichte daling ten opzichte van de 1,9% in maart. In Frankrijk bedroeg de inflatie in april 1,7% ten opzichte van 1,4% inflatie in maart. In april bedroeg de inflatie in Duitsland 2,1%, een lichte stijging ten opzichte van 2,0% in maart.

 

hicp2021 -04b corr_nl

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor april nog niet publiceerde, is maart de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in maart 1,4%, ze steeg daarmee ten opzichte van de 0,1% in februari. In maart bedroeg deze inflatie in Duitsland 2,2%, een  stijging ten opzichte van de 1,9% in februari. In Frankrijk steeg de inflatie tot 1,2% ten opzichte van 0,5% in februari. In Nederland bleef de inflatie in maart stabiel, zowel in maart als in februari bedroeg deze 1,5%.

hicp2021 -04c_nl

 

 


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden worden in de CPI gespreid over telkens 6 maanden, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).