Belgische arbeidsmarkt, uit de Enquête naar Arbeidskrachten 2017

Werk & Opleiding
Belgische arbeidsmarkt, uit de Enquête naar Arbeidskrachten 2017

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert vandaag een cijferreeks met informatie over de Belgische arbeidsmarkt, uit de Enquête naar Arbeidskrachten 2017. Naast een focus op de werkenden die op zoek zijn naar een andere job , bevatten de gepubliceerde tabellen ook deze cijfers:

  • Meer dan de helft van de werkende vrouwen (52,6%) heeft een job in de quartaire of non-profitsector. Mannen treffen we het vaakst aan in de tertiaire sector (de commerciële dienstensector) (44,9%).
  • De drie meest voorkomende beroepen in België zijn administratief medewerk(st)er, verko(o)p(st)er of verkoopsassistent(e) en schoonma(a)k(st)er in hotels, kantoren en dergelijke accommodatie.

 

  • De top vijf van beroepen waar het percentage vrouwen het hoogst ligt zijn: vroedvrouw, huishoudelijke hulp en schoonmaak(st)er in particuliere huishoudens, verzorgende thuiszorg, schoonheidsspecialist(e) en onderwijzer(es) in het kleuteronderwijs. Meer dan 96% van deze jobs worden door vrouwen uitgeoefend.
  • De top vijf van beroepen die bijna uitsluitend - in meer dan 99% van de gevallen -  door mannen uitgeoefend worden zijn: betonwerker, bediener van grondverzetmachines en dergelijke, vuilnisophaler en ophaler van afval bestemd voor recyclage, metselaar en installateur van elektrische apparatuur.
  • Bijna 44% van de loontrekkende vrouwen werkt deeltijds. Bij mannen werkt 11,1% niet voltijds. 4/5de werken is het populairste deeltijdse regime.
  • Voor loontrekkende vrouwen zijn de belangrijkste redenen om deeltijds te werken ‘andere persoonlijke of familiale redenen’ (25,3%), gevolgd door ‘zorg voor kinderen of afhankelijke personen’ (24,6%) en ‘de gewenste job wordt enkel deeltijds aangeboden’ (16,7%).  Bij hun mannelijke tegenhangers zijn dit de voornaamste redenen: ‘andere persoonlijke of familiale redenen’ (21,8%), ‘de gewenste job wordt enkel deeltijds aangeboden’ (16,2%) en ‘vindt geen voltijds werk’ (12,7%).
  • 170.000 van de 1.156.000 deeltijds werkende personen wensen meer te werken.
  • 10,4% van de loontrekkenden heeft een tijdelijk contract. Bij loontrekkenden jonger dan 25 jaar bedraagt dit percentage 47,4%.
  • 23,7% van de werkende bevolking werkt soms of regelmatig van thuis uit. Nemen we enkel loontrekkenden in beschouwing, dan bedraagt het percentage 17,1%. Vrouwelijke loontrekkenden werken vaker van thuis uit (17,8%) dan mannelijke werknemers (16,5%).
  • 34,1% van de werkenden verricht soms of regelmatig avondwerk (tussen 19u en 23u) en 11,8% verricht soms of regelmatig nachtwerk (tussen 23u en 5u). Zowel avond- als nachtwerk wordt vaker door mannen dan door vrouwen uitgeoefend.
  • 36,2% van alle werkenden werkt minstens 1 dag in de maand op zaterdag en 22,6% werkt minstens 1 zondag in de maand.
  • De werkgelegenheidsgraad van vrouwen en mannen verschilt sterk naargelang het aantal kinderen (t.e.m. 16 jaar) dat een gezin telt. De verschillen zijn het grootst wanneer er 3 of meer kinderen zijn. De werkgelegenheidsgraad van vrouwen en mannen zonder kinderen verschilt nauwelijks van elkaar.